Tienduizend stappen per dag. Dat is het doel dat ik mezelf heb gesteld. Maar ik ben er nog niet. Sinds 28 augustus 2012 tel ik stappen. Ik gebruik hiervoor de Omron Walking Style 2.1. Net als de Yamax Digiwalker getest door de Universiteit van Gent en aanbevolen door 10.000stappen.be. Er zijn ook smartphones met ingebouwde stappentellers. De iPhone 6 doet dit zelfs automatisch.
Zoals de naam van de website al doet vermoeden, is het de bedoeling dat je tienduizend stappen per dag doet. Een advies gebaseerd op internationaal erkende wetenschappelijke normen, en met een bewezen fundamentele verbetering van de gezondheid tot gevolg. De gemiddelde volwassene doet zo’n zesduizend stappen per dag, zo staat er geschreven. Dus met slechts vierduizend extra stappen ben je er al!
Ondertussen besef ik maar al te goed dat het zo eenvoudig niet is. Ik merk dat ik eigenlijk een heel sedentair levenspatroon heb. Wanneer ik geen bewuste inspanning doe, kom ik gemiddeld aan slechts een vierduizend stappen per dag. En wanneer ik een ganse dag consultaties doe – met al dat heen-en-weer geloop van en naar de onderzoekstafel zijn tienduizend stappen een eitje dacht ik – kom ik met moeite aan de tweeduizend stappen! Ik heb niet de indruk dat ik zo’n uitzonderlijk profiel heb – het is nu ook weer niet zo dat ik me met de taxi naar de bakker laat vervoeren, of met de riksja naar mijn werkafspraken; althans niet al te vaak – dus wellicht zullen veel burgers met een puur administratieve functie zoals ik de frequentie van hun stappen moeten verdubbelen om aan de heilige graal van tienduizend te geraken.
Hoe geraak je dan toch aan een beter resultaat?
1. Meten is weten
Je overschat het aantal stappen dat je dagelijks zet. Trust me on this. Je schat het aantal positieve dingen dat je doet te hoog in, en je minimaliseert het negatieve. Zoals het aantal calorieën dat je per dag naar binnen kapt. Dit hou ik ook regelmatig bij, en telkens weer verrast het me hoe snel ik aan de 25 punten geraak (één punt is vijftig kcal; maar dat is een ander verhaal).
Tienduizend stappen is al een behoorlijk groot getal; het komt overeen met ongeveer zeven km (de gemiddelde volwassene heeft een schrede van 1m40, oftewel 70 cm per stap). Een stappenteller is een absolute vereiste om een inzicht te krijgen in je effectieve activiteitsniveau. Hiermee kun je ook een concreet stappenplan (haha) aanmaken. Tienduizend per dag is misschien aanvankelijk wat te hoog gegrepen, maar begin bijvoorbeeld met zesduizend en bouw het gaandeweg op.
2. Verander je perceptie
Ik had destijds mijn bureau op het werk dusdanig ingesteld dat àlles binnen handbereik was. Mijn bureau, archiefkasten en printer had ik zo gepositioneerd, dat ik mijn bureaustoel slechts moest draaien om overal aan te raken. Zelfs de laden in mijn kast had ik op de ideale hoogte ingesteld, opdat ik mijn almaar uitdijende zitvlak geen twintig centimeter zou moeten verwijderen van mijn o zo comfortabele ergonomische stoel. En ik was behoorlijk trots op mijn verwezenlijkingen; ik had een maximale efficiëntie bereikt. Want time is money, en opgestaan is plaats vergaan. Deze houding mat ik me ook aan wanneer ik ging winkelen. Ik reed tweemaal de parking rond op zoek naar een parkeerplaats dicht bij de ingang van de winkel, liever dan een extra vijftig meter te moeten stappen. En de items op mijn boodschappenlijstje waren dusdanig gegroepeerd, dat ik me via één vloeiende beweging met een minimum aan stappen van de auto doorheen de winkel terug naar de wagen kon begeven. En o wat vloekte ik binnensmonds als ik thuis aan mijn bureau zat, en merkte dat ik een document in de wagen vergeten was. Dan moest ik wederom opstaan, me een weg banen helemaal doorheen de living, een fysiek inspannende bocht maken via de eetplaats, de deur openen om de hal te betreden, dit niemandsland oversteken naar de voordeur (wéér een deur die ik moest openen!), me door weer en wind naar de auto begeven die op een afstand van minstens vijfhonderd centimeter van de voordeur af geparkeerd stond, en dan dezelfde homerische tocht terug maken!
Maar sinds ik ben gaan beseffen dat meer bewegen eigenlijk heel gezond is, ben ik dit allemaal heel anders gaan bekijken. Een verplaatsing met de benenwagen voelt niet langer aan als een nodeloze tijdverspilling, maar als een bevordering van mijn gezondheid, en een stap dichter bij mijn doel van tienduizend stappen. Nu ga ik bijvoorbeeld vaak mijn documenten printen in het lokaal langs het secretariaat in plaats van in mijn bureau (met als extra bonus dat het document dan in kleur is), en parkeer ik me aan de winkel met plezier een eindje verderop. Waar mogelijk gebruik ik ook niet meer de lift, maar ga ik met de trap. Dit bespaart me tijdens piekmomenten zelfs wat tijd.
Enkel die tochten van en naar mijn wagen vervloek ik nog steeds…
3. Go the extra mile
Met enkel wat verderop te parkeren of een extra ritje naar de koffieautomaat zal je er helaas niet geraken. Je zult dus extra activiteiten moeten inplannen. Ik probeer nu elke middag in plaats van aan mijn bureau door te werken, een wandeling te maken naar het Warandepark en terug. Dat duurt een klein half uur en hiermee kan ik drieduizend stappen extra op mijn conto schrijven. Een wandeling naar de bakker in de buurt en terug is iets meer dan tweeduizend stappen. En als ik ’s avonds merk dat ik er nét niet ga geraken, dan doe ik (zeker bij slecht weer) gewoon een aantal toertjes rond het kookeiland in onze keuken.
Dit blogartikel is origineel verschenen als gastbijdrage op Preventiekronkels.