Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit april, 2007 tonen

De drang naar de sigaret

Ik weet het, het is niet zo eenvoudig om te stoppen met roken. Het verslavend effect van nicotine. De sociale druk. De gewoonte van het grijpen naar een sigaret. De gewichtstoename bij het stoppen. De constante stress van het bestaan. Het is gewoon niet het juiste moment om te stoppen, dokter. Wel, dat zijn allemaal excuses. Het moment is nu! Maak gewoon voor jezelf de beslissing om de rest van je stinkstokken in de vuilbak te smijten en niet meer om te kijken. Doe het gewoon. Alle bovenstaande excuses zijn precies dat. Excuses. Smoesjes. Het is niet alsof ik vraag om te stoppen met ademen. Je gaat niet dood aan stoppen met roken. Als je het wil, kun je het. Maar daar zit het 'em vaak. De wil is er niet. Niet echt. Er is wel die gedachte dat het eigenlijk toch wel beter zou zijn om te stoppen met roken. Gezonder voor het lichaam, en ook voor de portemonnee. Ja, kon ik maar stoppen, zuchten ze. Waar zit nu mijn aansteker? Het is frustrerend hoor. Zie ik mensen keer op keer ter

Moedervlekken

Eergisteren heb ik tijdens een periodiek (arbeidsgeneeskundig) onderzoek een man gezien, die op mijn vraag hoe zijn voorbije jaar was verlopen, aangaf dat het "zwaar" was geweest. Zijn vrouw, 30 jaar, moeder van 2 kindjes, was overleden aan een melanoom. Het was niet de eerste maal dat ze een melanoom had gehad. Vijf jaar ervoor had ze al een operatieve ingreep hiervoor ondergaan. En bij een zesmaandelijkse controle bleek dat ze opnieuw een melanoom had, nu in de liesstreek. Deze werd ook verwijderd, maar zoals weleens kan gebeuren met kankergezwellen, het was uitgezaaid en een maand later was zijn vrouw dood. Wanneer ik iemand zie met veel moedervlekken, of met een onregelmatige moedervlek waarvan ik vind dat het misschien toch niet helemaal pluis is, raad ik die aan om eens naar de huisarts te gaan voor een controle ervan, of zelfs naar de huidspecialist. "Die bekijkt het onder een vergrootglas," zeg ik dan, "stuurt eventueel een klein stukje ervan op te

Asbestfonds

In een eerdere post heb ik het al even gehad over beroepskankers, meer bepaald over mesotheliomen - steeds veroorzaakt door asbest. Dat is dan ook het enige pluspunt aan deze verschrikkelijke kanker: er hoeft geen oorzakelijk verband aangetoond te worden, het kàn alleen maar door asbest veroorzaakt worden. Dit heeft mee geholpen met het bewijzen dat asbest kankerverwekkend is, het is heel eenvoudig om de mesotheliomen te identificeren. Er kunnen ook andere kankers veroorzaakt worden door asbest, maar bewijs dan maar eens dat het door contact met asbest komt - dan moet je al met een lavage (BAL of broncho-alveolaire lavage: een "spoeling" van de longen) asbestvezels aantonen. Voor zover ik weet, wordt dit tot nog toe enkel in het U.Z. Gasthuisberg gedaan, door de dienst van prof. dr. Ben Nemery (consultatie Beroepsziekten). Als de betrokkene gerookt heeft (wat de kans op longkanker door asbest dan nog eens vertienvoudigt) wordt het al helemaal ingewikkeld om een aanvraag tot

Vaccinatie tegen kinkhoest

Bij kinderdagverblijven wordt het dus ook aangeraden om een herhalingsvaccinatie kinkhoest toe te dienen. Je blijft natuurlijk wel bezig: eerst was er de vaccinatie tegen hepatitis B (een reeks van 4 spuiten), dan is hepatitis A gekomen (2 spuiten) - gelukkig is er op heden een combinatievaccin voor zowel hepatitis A als B beschikbaar (3 spuiten), maar daar heeft de oudere generatie niet zo veel aan. Het kost allemaal wel wat voor de werkgever, en het Fonds voor de Beroepsziekten is altijd wat trager dan de wetenschappelijke kennis. Het is pas sinds kort dat ze naast de vaccinatie tegen hepatitis B ook het risico hepatitis A erkennen. Werkgevers die hun verantwoordelijkheid al hebben opgenomen, zijn er in feite aan voor de moeite. En nu dus kinkhoest. Tot dusver is enkel het combinatievaccin Boostrix beschikbaar. Dit beschermt zowel tegen kinkhoest, als tegen tetanus en difterie. In tegenstelling tot het Tedivax vaccin (dat beschermt tegen tetanus en difterie), is dit geen gratis

Autorijden vergroot kans op huidkanker

Kijk, dat wist ik dus niet. Weer iets bijgeleerd. Wellicht is het dus geen slecht idee om bij vrachtwagenchauffeurs speciale aandacht te geven aan huid. Hierbij genoteerd. --- Wie elke dag urenlang in de wagen zit, loopt een verhoogd risico op huidkanker. Opvallend veel professionele chauffeurs krijgen een huidtumor op de linkerkant van het gezicht, aan de linkerarm of -hand. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek dat werd toegelicht op het jaarlijkse congres van Amerikaanse dermatologen. In België hebben heel wat wagens getinte ruiten, maar die bieden geen optimale bescherming. Autorijden is dus niet alleen nefast voor het milieu, maar ook voor de gezondheid. (belga) Bron: De Morgen. 06 februari 2007.

Een tiende beroepskankers erkend

Het is niet altijd even eenvoudig om een kanker, waarvan je vermoedt dat het door het beroep is veroorzaakt, als beroepskanker erkend te krijgen. Wanneer iemand gerookt heeft, bijvoorbeeld, zal het Fonds voor de Beroepsziekten moeilijk gaan doen. Want hoe ga je kunnen bewijzen dat de kanker niet door het roken is veroorzaakt? Soms is het gemakkelijker. Wanneer de aandoening op het lijstsysteem staat, moet je het oorzakelijk verband niet gaan bewijzen, dan volstaat het dat je de blootstelling kunt aantonen. Een voor de hand liggend voorbeeld is een mesothelioom. Dit is een bijzonder agressieve kanker van de pleurabladen van de longen, die uitsluitend door blootstelling aan asbest wordt veroorzaakt. Bewijs de blootstelling aan asbest in de beroepsloopbaan van de aanvrager, en de aanvraag wordt zo goed als zeker aanvaard. Niet dat de persoon zelf er veel aan heeft; ik heb nog niet gehoord van een patiënt met mesothelioom die de diagnose langer dan een jaar overleefd heeft. Maar voor z

Ozon

In deze hekele tijden met steeds verontrustender berichten over de globale opwarming van de aarde hebben de meesten wel gehoord van ozon. Ozon is een molecule, bestaande uit drie atomen zuurstof. Het wordt gevormd onder invloed van ultraviolette straling en vormt zo de ozonlaag in de buitenste lagen van de atmosfeer. Het wordt ook geproduceerd bij elektrische ontladingen, zoals bij een blikseminslag. Het is trouwens de geur die men soms waarneemt in de buurt van zo'n ontlading, die aan de basis ligt van de naamgeving van ozon (het Griekse "ozein" betekent "ruiken"). Het normale molecule zuurstof, hetgene dat we inademen, bestaat uit twee atomen. Dit is al behoorlijk reactief - ik raad niet aan om een sigaret te staan paffen nabij een zuurstoftank (ik raad nooit aan om een sigaret te paffen, maar dat terzijde). Ozon is nog veel reactiever, en het is deze eigenschap welke het een nuttig desinfectans maakt. Het derde zuurstofatoom gaat reageren met stoffen in

Cannabis en rijvaardigheid

Een tijdje geleden was er een discussie tijdens een doktersvergadering. Een collega vroeg zich af wat hij moest doen wanneer iemand tijdens een medisch onderzoek toegaf dat hij regelmatig een jointje rookt. Slechts één collega en ikzelf zagen er een probleem in om de schifting zomaar te geven. De anderen vonden het te ver gaand om zulk iemand zijn rijgeschiktheid voor groep 2 (bvb. vervoer van personen of rijden met een vrachtwagen) op basis hiervan in vraag te stellen. Ik heb in het daaropvolgende weekend wat informatie opgezocht i.v.m. cannabis en rijvaardigheid, omdat ik er zeker van was dat cannabis wel degelijk een invloed heeft op de rijvaardigheid, en bijgevolg een probleem geeft voor het rijgeschiktheidsattest - en dan laat ik de veiligheidsfuncties nog in het midden. Uiteindelijk blijkt alles te staan of te vallen met de vragenlijst die ze dienen in te vullen. Als ze daar invullen dat ze afhankelijk zijn van het gebruik van drugs, moet gevraagd worden of ze op regelmatig

Neeliglow Yellow

In één van de aan mij toegewezen bedrijven, gaf de kleurstof Neeliglow Yellow onverwachte problemen. Ik zeg natuurlijk niet welk bedrijf, de stof wordt trouwens al meer dan twintig jaren in verscheidene bedrijven wereldwijd gebruikt - ik heb er melding van gevonden die teruggaat tot begin jaren tachtig. Maar ik wijk af. De stof werd dus sinds een tijdje als kleurstof toegepast. Nu bleek na enige maanden dat het een speciaal effect gaf. Onder de blacklights van de discotheek lichtten het gelaat en de handen van een werknemer fluorescerend op, waardoor de betrokkene heelwat bekijks had op de dansvloer. Natuurlijk maakte plots iedereen zich zorgen, hoe zou je zelf zijn wanneer het lijkt alsof je een lugubere radioactieve aandoening hebt. Het feit dat dit verscheidene uren na het werk zichtbaar bleef, deed de vanzelfsprekende vraag rijzen of het allemaal wel veilig was. Ik moet toegeven dat ik het zelf in eerste instantie ook allemaal niet echt koosjer vond. Onwillekeurig maak je bij

Vervroegde oppensioenstelling van werknemers in de bouw

Er is blijkbaar heel wat commotie rond de CAO van prepensioen in de bouw. Zelf heb ik er nog niet zoveel van gemerkt - ik zie eigenlijk nog niet zo gek veel bouwvakkers, zit meestal in ee onderzoekscentrum, zelden in een onderzoekswagen op een werf. Een collega die wél zeer vaak op bouwwerven komt, heeft er een mail over gedaan. De 56-jarigen vallen blijkbaar voorlopig uit de boot, nog geen nieuwe CAO en nog geen overgangsmaatregel. Die medische afkeuring toch. Ik vraag me af of er ook maar één 56-jarige bouwvakker te vinden is zonder tekenen van artrose in de rug. For that matter, hoeveel 56-jarigen zijn er te vinden zonder artrose, ongeacht hun werk? Zo'n foto zegt bovendien ook niet alles - iemand met papegaaienbekken van onder tot boven kan klachtenvrij zijn, en omgekeerd kan iemand met een normale RX gebukt gaan onder de pijn. De beoordeling van de arbeidsongeschiktheid is natuurlijk niet hierop gebaseerd, of toch niet énkel hierop. De behandelende arts gaat een verklaring

Trombocyten

Trombocyten zijn de kleinste bloedcellen; het zijn kernloze fragmenten van het cytoplasma van uitgerijpte megakaryocyten. Trombocyten spelen een zeer voorname rol bij de bloedstelping en stolling. Verhoogd aantal trombocyten bij: essentiële trombocytose; behoort tot de myeloproliferatieve aandoeningen - vaak verhoogde bloedingsneiging door slechte kwaliteit van de trombocyten acuut bloedverlies na operatie shock maligniteiten, vooral in voortgeschreden stadia infecties weefselafbraak ijzergebrek in aansluiting op splenectomie Verlaagd aantal trombocyten bij: stoornis in de productie congenitaal aplastische anemie beenmergbeschadiging (bestraling, cytostatica, vele andere geneesmiddelen, benzeen) beenmergziekten (leukemie, metastasen) toxische beschadiging van de megakaryocyten (alcohol, infectie) vitamine B12-deficiëntie foliumzuurdeficiëntie hypothyreoïdie uremie abnormale distributie splenomegalie toegenomen verbruik massale bloeding en trans

Basofielen

1. Stijging Verhoogde aantallen basofielen in bloed (> 0,1x109/l) komen bijna uitsluitend voor bij chronisch myeloïde leukemie en bij systemische mastocytose. 2. Daling Niet van toepassing.

Eosinofielen

1. Stijging Eosinofilie, dat wil zeggen 0,4 à 0,5x109/l, komt voor bij allergische reacties, zoals astma, hooikoorts, voedselallergie of overgevoeligheid voor geneesmiddelen, bij sommige huidziekten en bij eosinofiele cystitis. Sterke eosinofiele komt voor bij parasitaire infecties. Extreem verhoogde concentraties eosinofielen duiden meestal op een chronisch myeloproliferatieve ziekte of het hypereosinofiel syndroom. 2. Daling Bij gezonde personen worden soms nauwelijks eosinofielen in bloed gevonden, zodat eosinopenie eigenlijk niet bestaat. Wel is bekend dat verhoging van ACTH en bijnierschorshormonen leidt tot verlaging van de eosinofielen in bloed, omdat deze stoffen verhinderen dat eosinofielen uit beenmerg treden.

Monocyten

1. Stijging Verhoging van de concentratie monocyten (> 0,8x109/l) wordt gezien bij bacteriële infecties, vooral tuberculose, sommige parasitaire infecties, bij de ziekte van Hodgkin en andere tumoren. Bij chronische neutropenie treedt als compensatie vaak monocytose op. Monocytose kan ook onderdeel zijn van een maligne bloedziekte zoals chronisch en acute myeloïde leukemie. 2. Daling In de meeste gevallen van monopenie bestaat tegelijkertijd en door dezelfde oorzaak ook een neutropenie. De bekendste oorzaak van geïsoleerde monopenie is hairy cell leukemie.

Lymfocyten

1. Stijging Bij volwassen is sprake van lymfocytose indien de lymfocyten concentratie groter is dan 4,0x109/l; bij kinderen hanteert men vaak een grens van 9,0x109/l. Reactieve lymfocytose is bijna altijd het gevolg van een virale infectie. Te denken valt onder andere aan mononucleosis infectiosa, cytomegalie, rubella en hepatitis. In enkele gevallen kan een bacteriële infectie leiden tot lymfocytose, zoals bij kinkhoest en tuberculose. Bij oudere patiënten kan een lymfocytose ook veroorzaakt worden door een lymfoproliferatief proces, bijvoorbeeld chronisch lymfatische leukemie of een non-Hodgkin lymfoom. 2. Daling Verlaagde concentraties lymfocyten in bloed (< 1,0x109/l) komen aanmerkelijk minder frequent voor dan neutropenie. Tegenwoordig wordt lymfopenie vaak gezien bij een HIV infectie. Meestal is de oorzaak een vermindering van de CD4+ T-lymfocyten. Andere oorzaken zijn verhoging van bijnierschorshormonen, ondervoeding, vitaminetekorten, verlies van lymfocyten uit de

Neutrofielen

1. Stijging De term neutrofilie of granulocytose wordt gebruikt indien de concentratie neutrofielen hoger is dan 7,5x109/l. Meest voorkomende oorzaken zijn bacteriële infecties, sepsis en ontstekingen van andere aard zoals trauma, brandwonden, hartinfarct en tumoren. Bij neutrofilie door infecties en ontstekingen komt vaak linksverschuiving voor, dat wil zeggen onrijpe granulocyten in bloed, veelal met toxische korreling, lichaampjes van Döhle en vacuolen. Indien het aantal neutrofielen zeer sterk verhoogd is, boven 50x109/l, spreekt men van een leukemoïde reactie. Dit beeld komt voor bij zeer ernstige infecties, vooral bij kinderen, bij vergiftigingen, zware verbranding en sommige tumoren. In het laboratorium is het soms lastig, een leukemoïde reactie te onderscheiden van een chronisch myeloïde leukemie, maar vanzelfsprekend is het klinische beeld van groot belang. Bij chronisch myeloïde leukemie en andere myeloproliferatieve aandoeningen die met neutrofilie gepaard gaan (poly

Witte bloedcellen (leukocyten)

De functie van leukocyten is heterogeen, aangezien het een zeer diverse groep cellen betreft. Neutrofiele granulocyten en monocyten hebben als belangrijke functie de fagocytose van lichaamsvreemde stoffen, vooral micro-organismen en celresten. Zij kunnen actief naar de plaats van infectie bewegen en ruimen daar de ongewenste stoffen op; bij dit proces spelen de enzymen uit hun korrels een sleutelrol. Monocyten hebben daarnaast een zeer belangrijke functie bij het presenteren van antigenen aan lymfocyten in het kader van de adaptieve cellulaire immuunrespons. Eosinofiele granulocyten zijn belast met het onschadelijk maken van parasieten en samen met basofiele granulocyten spelen zij een rol bij allergie. Lymfocyten hebben verschillende functies bij de synthese van immunoglobulinen en bij directe cellulaire afweer. Verhoogde waarden vindt men bij: leukemie (niet in alle gevallen) acute infectieziekten (veelal, bvb. bij appendicitis, meningitis, tonsillitis) weefselnecrose (o.a.

Hematocriet

Met deze test bepaalt men de volumefractie van de erytrocyten in het bloed. 1. MCV (Mean Corpuscular Volume) Het MCV vormt de basis voor de gewoonlijk gebruikte classificatie van anemie: microcytair (MCV verlaagd), normocytair (MCV normaal), en macrocytair (MCV verhoogd). Microcytose wijst op een verminderde hemoglobinesynthese door een tekort aan ijzer of door een hemoglobinopathie. Voorbeelden van microcytaire anemie zijn ijzergebreksanemie, ernstige anemie van de chronische ziekte, thalassemie en dysfunctie van de haemsynthese. Normocytaire anemie komt onder andere voor bij chronische ziekte, maligniteiten en hemolyse. Macrocytose is het gevolg van een stoornis in de deling en rijping van rode voorlopercellen in het beenmerg, bijvoorbeeld als gevolg van vitamine B12- of foliumzuurtekort. Voorbeelden van macrocytaire anemie zijn megaloblastaire anemie, anemie bij maligniteiten als myelodysplasie of aplastische anemie. 2. MCH (Mean Corpuscular Haemoglobin) Het MCH is ve

Hemoglobine

Hemoglobine (Hb) is essentieel voor het zuurstoftransport en in mindere mate voor de buffering van bloed en CO2-transport. De laboratoriumtest wordt bvb. uitgevoerd bij vermoeden op anemie of polyglobulie, of vermoeden op veranderingen in de waterhuishouding (dehydratie, hyperhydratie). Verhoogde waarden van Hb bij: dehydratie (totaal eiwit verhoogd) polycythemie (Ht verhoogd) Verlaagde waarden van Hb bij o.a.: ijzergebrek (in chronische stadium: MCV verlaagd). Bvb. malabsorptie, chronisch bloedverlies door darmtumor, mijnworm, enz. chronische aandoening (bvb. kanker, reumatoïde artritis, ontsteking). MCV normaal of verlaagd zwangerschap. Lichte verlaging, vooral in 3de trimester; men spreekt van anemie bij een zwangere als Hb <6,8> acuut bloedverlies (anemie treedt pas later eventueel op) - MCV meestal normaal vit. B12- en/of foliumzuurgebrek (MCV verhoogd): bvb. malabsorptie. Andere oorzaken verhoogd MCV: bvb. alcoholisme, hypothyreoïdie, beenmergaandoening, vit

Rode bloedcellen

Verhoogde waarden bij: polycythaemia vera (primaire polycythemie). Verhoogd aantal leukocyten en trombocyten secundaire polycythemie, bvb. niercarcinoom, longziekten, verblijf op grote hoogte, veel roken, sommige hemoglobinopathieën verandering van plasmavolume (zonder verhoging van productie van ery’s = ‘relatieve polycythemie’), bvb. dehydratie Verlaagde waarden bij: verlies van erythrocyten, bvb. enige tijd na bloeding (in sommige gevallen) verkorte levensduur van ery’s door bvb. afwijkingen in de erythrocytenwand c.q. enzymdeficiëntie binnen de erythrocyt c.q. hechting antilichamen aan de erythrocytenwand c.q. beschadiging erythrocytenwand (bvb. door uremie); gevolg van deze factoren: hemolyse in vivo die kan leiden tot hemolytische anemie. Ook door verhoogde afbraak bij chronische aandoening, enz. - zie reticulocyten onvoldoende of verstoorde aanmaak (vele oorzaken, bvb. vit. B12-gebrek, hypothyreoïdie, sommige hemoglobinopathieën) zwangerschap (schijnbare anemie)

Cholesterol

Als men het over de vettenbalans heeft, gaat het in eerste instantie over het totale cholesterolgehalte, de triglyceriden en het HDL-cholesterolgehalte. Aan de hand van dat laatste kan men het LDL-cholesterolgehalte berekenen, en dat is een oorzakelijke factor voor atherosclerose; HDL-cholesterol is daarentegen een beschermende factor. Men kan niet spreken over een welbepaald cholesterolgehalte waardoor iemand een risicopersoon wordt. Men dient het geheel van afwijkingen wat vetten betreft én van de andere risicofactoren (hoge bloeddruk, roken, diabetes, zwaarlijvigheid,…) samen te bekijken om het globale hart- en vaatrisico van de patiënt te beoordelen en hem zo doeltreffend mogelijk te behandelen. Te veel cholesterol is vooral schadelijk voor de slagaderwand, want de andere organen slagen er zonder al te veel moeilijkheden in zich tegen cholesterolafzetting te verdedigen. Verhoogde waarden van het cholesterol gehalte vindt men bij: familiaire hyperlipoproteïnemieën (cho

Thiocyanaat

Een beroepsmatige blootstelling aan cyaniden of nitrilen kan worden geëvalueerd door het meten van thiocyanaat in de urine. Blauwzuur (HCN, waterstofcyanide, cyaanwaterstof) is een kleurloze vloeistof met een kookpunt van 24,6 °C. Op de werkplek kan het dus in vloeibare en gasvorm voorkomen. Het heeft een kenmerkende geur van bittere amandelen, maar een derde van de bevolking ruikt deze geur niet. Blauwzuur is zeer brandbaar en explosief. Het wordt gebruikt als een ontsmettingsmiddel, als rodenticide en insecticide. Het is een intermediair product bij de productie van plastic en kunstvezels; het gas kan gevormd worden in hoogovens en het komt vrij bij de verbranding van polyurethaanschuim. Er blijkt bij mannen die sigaren roken een significante hoeveelheid stoffen, zoals thiocyanaat in het bloed aanwezig, afhankelijk van de hoeveelheid sigaren. De concentratie aan thiocyanaat in de urine zal bij rokers systematisch hoger liggen. Gezondheidseffecten De toxiciteit van het ga

Ethylmethylketon

Deze stof (ook wel gekend als MEK) wordt in de chemische industrie voornamelijk als tussenproduct gebruikt. In de kledingindustrie vindt zij toepassing als oplosmiddel voor natuurlijke of synthetische harsen. Verder wordt zij gebruikt in kleefmiddelen, verven, kleurstoffen, in smeerolie en bij de raffinage van wassen en edelmetalen. Gezondheidseffecten 1. Locale irriterende effecten MEK is licht prikkelend voor de huid, ogen en de luchtwegen. 2. Systemische effecten 2.1. Narcotisch syndroom Klinisch beeld: Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, slaperigheid, slap gevoel, verwardheid, bewustzijnsverlies, coma. 2.2. Polyneuropathie Ziektebeeld overeenkomend met dat van n-hexaan. Het beeld wordt voornamelijk veroorzaakt door MBK. In veel mindere mate hebben andere ketonen, zoals MEK, overeenkomstige effecten. Het klinisch beeld toont een gemengde sensibel-motorische distale neuropathie, voornamelijk in de benen, gekenmerkt door: Distale paresthesieën, sensibele stoorniss

Aceton

Een beroepsmatige blootstelling aan aceton of aan isopropanol kan worden geëvalueerd door het meten van aceton in de urine. Er kan echter ook aceton in de urine worden teruggevonden bij een goedaardige infectie van het type otitis, gastro-enteritis of rinofaryngitis (neus-keelholteontsteking), of bij een ontspoorde diabetes. Aceton (ook bekend onder de namen dimethylketon of DMK en 2-propanon) is een vloeistof die veel als oplosmiddel wordt gebruikt (onder andere nagellakremover). Isopropanol of 2-propanol is een secundaire alcohol. Het wordt als oplosmiddel toegepast in de cosmetische en farmaceutische industrie, en als ontsmettingsmiddel in de gezondheidszorg. Gezondheidseffecten 1. Locale irriterende effecten Aceton of isopropanol is prikkelend voor de ogen en luchtwegen. 2. Systemische effecten 2.1. Narcotisch syndroom Klinisch beeld: Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, slaperigheid, slap gevoel, verwardheid, bewustzijnsverlies, coma. 2.2. Polyneuropathie Ziekte

Oxaalzuur

Een beroepsmatige blootstelling aan ethyleenglycol kan worden geëvalueerd door het meten van oxaalzuur in de urine. Dit is een metaboliet (= afbraakproduct) van ethyleenglycol. Ethyleenglycol wordt gebruikt als oplosmiddel maar is het meest bekend als "antivries". Gezondheidseffecten De effecten worden merkbaar na 30 minuten: misselijkheid, braken, dronkemansspraak, ataxie, nystagmus en lethargie. Een zoete ademlucht kan opgemerkt worden. Coma, insulten, ademhalingsdepressie, collaps en dood kunnen optreden. De effecten van de metabolieten zijn 4 tot 12 uur na inname merkbaar. Patiënten lijken dan eerder ziek dan geïntoxiceerd. Verschijnselen zijn: tachypneu, hypotensie, agitatie, confusie, lethargie, coma en insulten.

Methanol

Methanol of methylalcohol wordt doorgaans gebruikt in de industrie om ethanol voor technische toepassingen te denatureren. Methanol kan in de urine worden gemeten. De grenswaarde hiervoor (BEI) bedraagt 15mg/L bij einde dienst. Gezondheidseffecten 1. Locale irriterende effecten Methanol is prikkelend voor de ogen en luchtwegen. 2. Systemische effecten Methanol is een cumulatief gif. Bij chronische blootstelling (via huidabsorptie, inademing of accidentele inname) kan methanol de volgende aandoeningen veroorzaken: depressie van het centrale zenuwstelsel met symptomen zoals: dronkenschap, slaperigheid, duizeligheid, flauwtegevoel, bewusteloosheid en coma gevolgen voor het hart- en vaatstelsel zoals hartdepressie en veranderingen in de bloeddruk oogirritatie, verminderd zicht en blindheid

Hippuurzuur

Een beroepsmatige blootstelling aan tolueen kan worden geëvalueerd door het meten van hippuurzuur in de urine. Dit is een metaboliet (= afbraakproduct) van tolueen. Tolueen (C6H5CH3) is een vluchtige, bij kamertemperatuur en atmosferische druk, licht ontvlambare vloeistof. Het wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van benzoëzuur, benzaldehyde, explosieven en vele andere organische verbindingen. Verder wordt het gebruikt als oplosmiddel voor verven, lakken, kleefstoffen etc. Ook wordt het toegevoegd aan benzine en wordt het gebruikt als extractiemiddel. Gezondheidseffecten 1. Locale irriterende effecten Tolueen is prikkelend voor de huid, ogen en luchtwegen. 2. Systemische effecten 2.1. Narcotisch syndroom Klinisch beeld: Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, slaperigheid, slap gevoel, verwardheid, bewustzijnsverlies, coma. 2.2. Chronische toxische encefalopathie (CTE/OPS) Chronische Toxische Encephalopathie (CTE) of Organisch PsychoSyndroom (OPS) is een aantasting v

2-Hexanol

Een beroepsmatige blootstelling aan n-hexaan kan worden geëvalueerd door het meten van 2-hexanol in de urine. Dit is een metaboliet (= afbraakproduct) van n-hexaan. n-Hexaan (C6H14) is een kleurloze, zeer vluchtige, vloeibare alifatische koolwaterstof met een kenmerkende geur. Het wordt voornamelijk toegepast als oplosmiddel, in het bijzonder in lijmen. Gezondheidseffecten 1. Locale effecten n-Hexaan veroorzaakt irritatie van de huid, ogen en luchtwegen. 2. Systemische effecten 2.1. Narcotisch syndroom Klinisch beeld: Hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, slaperigheid, spierzwakte, verwardheid, bewustzijnsverlies, soms coma. 2.2. Perifere polyneuropathie Klinisch beeld: Een gemengd sensibel-motorische distale neuropathie, voornamelijk in de benen: distale paraesthesieën, sensibele stoornissen (tastzin, vibratiezin e.d.), pijnlijke krampen; spierzwakte, spieratrofie, parese van de ledematen, verlammingen. In ernstige gevallen quadriplegie en verlamming van de ademhaling

β2-microglobuline

β2-microglobuline behoort tot de groep eiwitten met een laag moleculair gewicht (11.800 Dalton). Het wordt aangemaakt door lymfocyten (= een subtype van witte bloedcellen). Een verhoogde concentratie van β2-microglobuline in de urine vindt men bij: toxische werking van zware metalen zoals lood en cadmium cytotoxische medicatie met cisplatine gebruik van aminoglycosiden of antibiotica de ziekte van Wilson renale tubulaire acidose syndroom van Fanconi pyelonefritis hypercalciëmie hypokaliëmie Ischemie kan ook tot verminderd functioneren van de proximale tubulus (in de nieren) leiden. Een vermindering in tubuluscapaciteit van 1% kan reeds leiden tot een tienvoudige toename in de β2- microglobuline-concentratie in urine.

Creatinine

Een tijd geleden had ik wat informatie verzameld over verschillende laboratoruimtests, in kader van terugkoppeling aan werknemers (zie ook bij de tekst over de levertesten) - die info ga ik hier ook bij elkaar zetten, is altijd wel interessant. --- Creatinine wordt in de spieren gevormd uit creatinefosfaat, de energieleverende verbinding in het spierweefsel. 1-2% van het creatine wordt per dag spontaan omgezet. Vervolgens komt creatinine in de circulatie en wordt door de nieren geëlimineerd. De excretie van creatinine in urine is in principe per individu constant. Verlaagde waarden kunnen gevonden worden bij nierinsufficiëntie. Toepassingen van de laboratoriumtest vermoeden op een verminderde glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) bij acute of chronische nierziekten, diabetes mellitus, hypertensie, afwijkingen in het urinesediment, extrarenale aandoeningen met diarree of braken, acute aandoeningen (postoperatief, intensive care), aandoeningen met nierschade door verhoogd e

Rijgeschiktheidsattest en domiciliëring

Het komt niet vaak voor, maar het gebeurt. Een Nederlander die werkt - in België. Och, ik heb niets tegen Nederlanders. Maar terwijl ik de tweede zin aan het typen was, kon ik het niet laten om een (flauw) grapje te maken. Maar wat dus niet vaak voorkomt, is dat een Nederlandse werknemer bij me langskomt voor een rijgeschiktheidsattest. Het gebeurt wel eens dat een Nederlander voor een bedrijf uit België werkt, maar als zijn domiciliëring in Nederland is, moet hij daar zijn rijgeschiktheid halen. Wanneer hij (of zij, ik besef opeens dat ik de vrouwen aan het discrimineren was) echter in België gehuisvest is, moet de betrokkene de medische schifting gaan halen bij het gemeentehuis van de gemeente waar hij of zij gedomicilieerd is. Simpel gezegd: waar je woont, haal je je schifting. --- Buitenlander, in België gedomicilieerd Valt onder de Belgische wetgeving. Moet zijn rijbewijs omruilen voor een Belgisch rijbewijs. Op dit rijbewijs moet hij geldig verklaard zijn voor de catego

Levertesten

De levertesten. Hoeveel bloedstalen ik daarvoor al genomen heb (en voor de bepaling van hepatitis B antilichamen natuurlijk, nog een hoop meer). In mijn bedrijven had ik sinds vorig jaar al de gewoonte om alle resultaten van levertesten aan de betrokken werknemers op te sturen - kwestie van me wat uit te sloven. Ik had namelijk positieve reacties gehad omdat ik voor alle werknemers met gestegen levertesten een brief had opgesteld voor hen en voor hun huisarts. In de brief voor de huisarts zelfs een grafiekje, erg streberig hoor. Maar bon, ik voelde me zo gevleid dat ik dacht, nu doe ik voor iedereen hetzelfde. Ik stelde een tekst op (staat hieronder), en bij nader inzien kortte ik die nog wat in. Ik had namelijk vermeld dat je gestegen waarden ziet bij onder meer galblaascarcinoom en nog meer van dat lekkers. Als je dan wat licht gestegen levertesten hebt, komt zulke informatie wellicht eerder ongelegen - zeker wanneer je nagaat dat het onterecht is om bij licht gestegen levertesten a