Doorgaan naar hoofdcontent

Muconzuurmetingen

Kijk, om nog eens te laten weten dat ik leef (naast op Linked In, Twitter en Goodreads - en de blog van mijn dochter uiteraard), bij deze nog eens een tekstje. Het is eigenlijk een extract uit een mailcommunicatie die ik binnen AristA deed, maar misschien dat het iemand nog eens van pas kan komen. Oh, en voor meer info over benzeen en muconzuur als monitoring, zie dit artikel.

Een tijdje terug had een collega de volgende vraag: "Ik kreeg een resultaat van muconzuur binnen van 0.7 mg/g creatinine. Ik weet dat 1 ppm overeenkomt met 1 à 2 mg/g creat muconzuur.
Maar: Dit resultaat is bekomen na een éénmalige piekblootstelling daags voordien. Mogelijks zat ik op het moment van het urinestaal dan al voorbij het moment van maximale concentratie?

Vandaar mijn vraag: heb jij gegevens over de evolutie in tijd van muconzuur na blootstelling?
Omdat ze aanraden het te meten op het einde van de werkdag en op het einde van de werkweek, veronderstel ik dat de hoogste concentratie bekomen wordt de dag van blootstelling zelf? En dan zou 0.7 de dag erna wel eens een hoge waarde kunnen zijn?"

Hierop antwoordde ik het volgende: Muconzuur heeft een halfwaardetijd van 5 uur. De effectieve blootstelling zal dus inderdaad een stuk hoger geweest zijn. Ik schat in dat op de dag van de blootstelling een waarde van 3-5 mg/g creatinine mogelijk geweest is.
Aan de andere kant: als het enkel een eenmalige piekblootstelling betreft, is er geen noemenswaardig negatief gezondheidseffect op (middel)lange termijn, en zijn geen verdere acties nodig – behalve als de piekblootstelling zich regelmatig kan herhalen.


Ik kreeg het volgende terug: "Nu blijkt dat de 0.7 mg/g creatinine bekomen is op een staal dat 30u na blootstelling is afgenomen, dat is 6 keer de halfwaardetijd!
Is dit nog een realistische waarde? Moeten we ons dan toch niet veel verder gaan toespitsen op de piekblootstellingen?"

Waarop ik nog eens de moeite nam om te checken wat ik meestal uit de losse pols beweer, en ik gaf het volgende antwoord:

30u ja, maar er is ook een duurtijd na de blootstelling aan BTEX (nvda: dit is een acroniem voor benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen) vooraleer het metaboliet muconzuur gevormd is in het lichaam en uitgescheiden wordt via de urine. Zie bvb. de blauwe lijn in de onderstaande grafiek.



Dit superponeert zich op de curve van halfwaardetijd, zoals we zien bij een radioactief isotoop bvb.


Je gaat dus een complexere curve krijgen, met eerst een stijging en daarna een daling die minder scherp is dan een curve met een radioactieve halfwaardetijd van 5u bvb.

Onderstaande curve is van een compleet ander product, maar het geeft een idee van de curve. De stippellijn benadert nog het meeste de verwachte curve voor muconzuur (maar het gaat nog meer afgevlakt zijn, gezien de tragere vorming in het lichaam).


  
De originele waarde muconzuur gaat dus niet 0,7x26  ofte 45 mg/g creatinine zijn, maar eerder iets in de grootteorde van 3-5 mg/g creatinine. Een nauwkeuriger bepaling is mogelijk, maar die formules gaan mijn petje te boven :-).

In ieder geval, als dit regelmatig kan voorvallen, zijn bijkomende preventieve acties wel nodig.

Populaire posts van deze blog

Mis geen twee keer

Weet je nog dat ik een paar jaar geleden blogde over mijn doelstellingen? Nou, ik heb een kleine bekentenis te doen. Ik was een beetje uitgepraat over mijn doelen en ik had er ook een tijdje moeite mee. Na een acute periode van covid (na twee dagen was ik weer aan het werk) heb ik verrassend lang moeite gehad om mijn dagelijkse tienduizend stappen te halen. Ik was gewoon uitgeput, mijn conditie was plotsklaps verslechterd. Het duurde even voordat ik weer in vorm was. Uiteindelijk haalde ik mijn doelstelling van gemiddeld 10.000 stappen per dag net niet in 2022 💀. Aanvankelijk was dat dus omdat ik gewoonweg niet meer kon (ik zal het maar niet hebben over het aantal ibuprofens dat ik maandenlang heb genomen om de dag door te komen), maar na vier maanden of zo was dat wel verbeterd. En vanaf dan waren het eerder mijn nieuwe gewoontes waardoor ik er niet meer aan toe kwam om de extra effort te doen. Het nieuwe jaar heb ik ook niet goed ingezet; de eerste week was er één dag waarop ik de t

Cyanide

En nog eens een strikt arbeidsgeneeskundig blogartikel. Een van de aan mij toegewezen bedrijven heeft informatie gevraagd over cyanides. Redelijk gespecialiseerde informatie wellicht, maar relevant voor bedrijven die met blauwzuur werken. En om collega's arbeidsgeneesheren en preventieadviseurs het opzoekwerk te besparen, maak ik de tekst ook maar publiek. --- CYANIDE 1. Fysische en chemische eigenschappen HCN Heerlijk verfrissend... eh, ruik ik amandelen? HCN is een kleurloze vloeistof of kleurloos gas met de karakteristieke geur van bittere amandelen. HCN gas en vloeistof zijn mengbaar met water en oplosbaar in ethanol en ether. Het kook- en smeltpunt van HCN zijn respectievelijk 25,70°C en -13,24°C. HCN wordt gebruikt als ontsmettings- of desinfectiemiddel, of in chemische syntheses. NaCN en KCN De zouten NaCN en KCN zijn witte, kristallijne vaste stoffen met een lichte amandelgeur. Het smeltpunt van NaCN is 560°C en van KCN 620-635°C. KCN is goed oplosbaar i

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h