Een tussendoortje.
Recent heeft een collega me de volgende casus voorgelegd. Bij een werkgever keurt men progressieve werkhervatting: starten aan halve prestaties en progressief opbouwen (bvb. na een maand ¾) goed.
Een werkneemster hervatte halftijds met aangepast werk. Dit werd aanvaard door de medisch adviseur. Maar die heeft nu het voorstel om naar ¾ te gaan afgewezen, en heeft aangegeven dat dan het recht op uitkering vervalt.
Zonder al te veel commentaar (I'm not in the mood), zal ik mijn antwoord hieronder weergeven.
Personen die een invaliditeitsuitkering hebben, kunnen progressief hervatten, in stappen van bvb. 10%. Dit zijn werknemers met een langdurige of chronische ziekte en werknemers die een handicap verworven hebben.
Maar bij deeltijdse werkhervattingen na (gewoon) ziekteverlof, zijn er slechts drie formules die steevast worden goedgekeurd: halve dagen werken, 2,5 dag per week werken, of over 2 weken 3 dagen werken de eerste week, en 2 dagen de volgende week.
De betreffende adviserende geneesheren kiezen ervoor om "Arbeidsongeschiktheid van ten minste 50% (medisch) behouden" te interpreteren als "halftijds werken".
Dit is niet correct.
De omzendbrief van het RIZIV vermeldt expliciet dat de toelating niet noodzakelijk een halftijdse activiteit moet betreffen. Hoofdstuk III deel D: "Die eis van de vermindering van het vermogen van ten minste 50 %, zoals bedoeld in artikel 100, §2 van de gecoördineerde wet, heeft evenmin betrekking op het werkvolume dat door de adviserend geneesheer kan worden toegestaan (de toelating moet niet noodzakelijk een halftijdse activiteit betreffen)."
Sinds vorig jaar is de procedure voor deeltijdse werkhervatting nog versoepeld, trouwens.
De arbeidsongeschikte werknemer die aangepast werk wil hervatten, moet geen voorafgaandelijke toestemming meer verkrijgen van zijn adviserend geneesheer. De werknemer moet uiterlijk de laatste dag voor de werkhervatting zijn adviserend geneesheer inlichten en de toestemming vragen.