Langdurig zieken en re-integratie: Wat verandert er voor werknemers, werkgevers en preventieadviseurs?
Het regeerakkoord introduceert strengere maatregelen om langdurige arbeidsongeschiktheid aan te pakken. De Belgische regering legt hierbij de nadruk op gedeelde verantwoordelijkheid: werkgevers, artsen, ziekenfondsen en werknemers moeten actiever bijdragen aan re-integratie. Dit moet leiden tot een snellere terugkeer naar de arbeidsmarkt en een verlaging van de kosten voor het sociale zekerheidsstelsel. In dit artikel beschrijf ik de belangrijkste wijzigingen, met ook enkele persoonlijke bemerkingen.
Strengere sancties voor langdurig zieken
Personen die langdurig arbeidsongeschikt zijn, moeten actiever meewerken aan hun re-integratie. Werknemers die langer dan een jaar ziek zijn en nog steeds een arbeidsovereenkomst hebben, krijgen een verplichte beoordeling van hun arbeidspotentieel en een verplicht re-integratietraject. Wie onvoldoende meewerkt, bijvoorbeeld door een vragenlijst niet in te vullen of een afspraak met een Terug Naar Werk-coördinator te weigeren, krijgt een zwaardere sanctie. De uitkering wordt in dergelijke gevallen met 10% verminderd, tegenover 2,5% in de vorige regeling.
Strengere controle en stimulansen voor ziekenfondsen
Ziekenfondsen moeten een actievere rol spelen in de controle en re-integratie van langdurig zieken. Zij worden verplicht om iedere arbeidsongeschikte persoon te informeren over re-integratiemogelijkheden, tenzij de medische situatie dat onmogelijk maakt. Hun financiering zal sterker afhangen van hun succes bij het terugleiden van langdurig zieken naar de arbeidsmarkt.
Verhoogde verantwoordelijkheid en verplichtingen voor werkgevers
Werkgevers worden verplicht om de eerste twee maanden van de arbeidsongeschiktheid 30% van de ziekte-uitkering te betalen. Deze maatregel vervangt de eerdere sancties die de Vivaldi-regering oplegde aan bedrijven met een hoog percentage langdurig zieken. KMO’s worden vrijgesteld van deze verplichting.
Daarnaast moeten werkgevers na acht weken arbeidsongeschiktheid een inschatting laten maken van het arbeidspotentieel van de werknemer door de externe preventiedienst. Voor bedrijven met meer dan 20 werknemers geldt een sanctie als binnen zes maanden geen re-integratieproces wordt opgestart voor werknemers met arbeidspotentieel. Re-integratie moet in eerste instantie binnen de eigen onderneming worden onderzocht, voordat externe mobiliteit wordt overwogen.
Nieuwe rol voor behandelende artsen en versterkte bevoegdheid van arbeidsartsen
Behandelende artsen zullen nauwer samenwerken met arbeidsartsen en ziekenfondsen om de resterende arbeidscapaciteit van langdurig zieken in kaart te brengen. Dit gebeurt via een "geschiktheidsattest" of "fit note", waarin wordt aangegeven welke taken nog uitvoerbaar zijn.
De arbeidsarts zal via het TRIO-platform rechtstreekse informatie krijgen over de arbeidsongeschiktheid van werknemers, inclusief de aard van de gezondheidsproblematiek. Dit maakt vroegtijdige interventie mogelijk, zoals het snel opsporen van arbeidsgerelateerde aandoeningen en situatieve arbeidsongeschiktheid. Na één maand afwezigheid moet de arbeidsarts actie ondernemen, zoals het doorsturen van informatie of het uitnodigen voor een gesprek. De quick-scan met 15 vragen wordt daarbij onderzocht als mogelijk screeningsinstrument.
De arbeidsarts speelt dus een centrale rol, aangezien deze als enige arts de werkcontext volledig kan beoordelen. Terwijl een huisarts kan signaleren dat werkaanpassingen mogelijk zijn, ligt de eindverantwoordelijkheid voor het bepalen van aangepaste arbeid bij de arbeidsarts. Dit voorkomt verwarring en biedt een duidelijke, juridisch onderbouwde basis voor werkhervatting of aanpassingen aan de werkpost.
Versterkte rol van preventieadviseurs
De samenwerking tussen de regionale bemiddelingsdiensten en preventiediensten wordt versterkt, met een gezamenlijk arbeidsongeschiktheidsdossier om het re-integratieproces efficiënter te maken. De welzijnswet en de wet op de arbeidsreglementen worden aangepast om een actiever verzuimbeleid binnen bedrijven te verankeren, waarbij langdurig zieken systematisch worden opgevolgd.
Voor preventieadviseurs betekent deze hervorming een versterkte rol in het begeleiden van werkgevers bij re-integratiebeleid en het faciliteren van samenwerking tussen arbeidsartsen, HR-afdelingen en het sociaal overleg binnen de onderneming, zoals het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) of gelijkaardige overlegorganen.
Preventieadviseurs analyseren de risico's en belasting op de werkpost en stellen aanpassingen voor die werknemers aan het werk kunnen houden of hun re-integratie via aangepast of ander werk kunnen faciliteren. Daarnaast ondersteunen ze werkgevers bij het opstellen van verplichte re-integratieplannen en het tijdig signaleren van risico’s.
Verschuiving in taken van arbeidsartsen
De taken van arbeidsartsen verschuiven steeds meer naar de re-integratie van langdurig zieke medewerkers, wat past binnen de principes van tertiaire preventie. Dit is een logische evolutie, maar brengt ook uitdagingen met zich mee. Het structurele tekort aan arbeidsartsen vergroot de noodzaak om het periodiek gezondheidstoezicht grondig te herzien. Een herverdeling van taken, waarbij verpleegkundigen een grotere rol spelen en bevragingen meer worden ingezet, is essentieel om de primaire en secundaire preventie te blijven waarborgen. Zo kunnen werknemers aan het werk blijven en wordt uitval voorkomen, terwijl arbeidsartsen zich focussen op complexe dossiers.
Naar een duurzame aanpak: samenwerking en proactieve interventies
Een proactieve benadering en tijdige interventie dragen bij aan een efficiënter re-integratieproces en het vermijden van sancties. De nieuwe regelgeving vraagt om een geïntegreerde aanpak waarbij preventie, begeleiding en re-integratie hand in hand gaan. Dit biedt kansen om langdurig zieken sneller en duurzamer terug te brengen naar de werkvloer.
Preventieadviseurs, arbeidsartsen en werkgevers moeten de dialoog aangaan om werkplekken aan te passen en te voorkomen dat werknemers uitvallen. Door tijdig actie te ondernemen en samen te werken binnen de onderneming, kan een positieve impact worden gerealiseerd voor zowel werknemers als werkgevers.