Doorgaan naar hoofdcontent

RoundUp: kankerverwekkend of niet?

Een tijdje terug heeft Prevent me gevraagd een opiniestuk te maken over de discussie rond de onkruidbestrijder RoundUp. Het artikel is verschenen op de website van Prevent op 8 maart, en in de PreventActua 06/2016. Met ook dank aan Stef Van Damme voor het onderwerp en Bram Schittecatte voor de mooie herwerkingen en toevoegingen.
 


Scheldpartij
De voorbije weken was er heel wat te doen over de gespannen verhouding tussen het International Agency for Research on Cancer (IARC) en de European Food Safety Authority (EFSA). Niet onlogisch. Het gebeurt immers niet alle dagen dat internationale instellingen, die moeten waken over de volksgezondheid, elkaar in de haren vliegen over een mogelijk verbod op een mogelijk kankerverwekkende onkruidverdelger.
De onenigheid tussen beide instellingen draait om RoundUp, ‘s werelds meest gebruikte onkruidverdelger, geproduceerd door de Amerikaanse agromultinational Monsanto. Het hoofdbestanddeel van RoundUp is de chemische stof glyfosaat.

De grond van de zaak
Het International Agency for Research on Cancer concludeerde op 20 maart 2015 dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is voor de mens.
Het IARC is het internationaal agentschap voor kankeronderzoek en maakt deel uit van de Wereldgezondheidsorganisatie. Doorgewinterde experts van het IARC ploegen door de beschikbare wetenschappelijke informatie over welbepaalde stoffen, productieprocessen, voedingsmiddelen, leefgewoontes en omgevingsfactoren. Deze klasseren ze in één van vijf categorieën, naargelang de zekerheid dat ze kankerverwekkend zijn. Glyfosaat kreeg indeling 2A: waarschijnlijk kankerverwekkend.
Glyfosaat werd in de Europese Unie goedgekeurd voor gebruik van 1 juli 2002 tot 31 december 2015. Aangezien restanten van het middel op en in voedingsmiddelen terechtkomen, vroeg Europa ook het advies van de European Food Safety Authority alvorens de erkenning te verlengen.

Waarschijnlijk kankerverwekkend? Onwaarschijnlijk
De EFSA is een instelling die risico-evaluaties uitvoert van de veiligheid van levensmiddelen voor humane en dierlijke consumptie. Ze stelt hierover onafhankelijke wetenschappelijke adviezen op.
In een rapport van 12 november 2015 achtte de EFSA het onwaarschijnlijk dat glyfosaat kankerverwekkend is. Die conclusie staat dus haaks op de eerdere bevindingen van het IARC. Deze tegenstrijdige berichten vormen ook de kiem van het huidige gekibbel.
Beide adviezen zijn echter niet zomaar vergelijkbaar. Er bestaan immers een aantal belangrijke verschillen in de aanpak en het doel van beide organisaties.

Appelen met peren vergelijken
Het IARC klasseert stoffen in categorieën, naargelang de zekerheid dat ze kankerverwekkend zijn. Ze doet geen uitspraken over de grootte van het risico. De EFSA houdt hier wel rekening mee.
Een stof kan in hoge dosis kankerverwekkend zijn, maar onschuldig bij normaal gebruik. Koffie (IARC groep 2B) is daar een voorbeeld van. Er bestaat mogelijk een verband met kanker, maar je hoeft je bakje troost ervoor niet te laten staan. Ook rood vlees behoort tot deze categorie.
En hier schuilt meteen ook een belangrijk verschil tussen beide onderzoeken. Het IARC heeft zowel glyfosaat (zuivere stof) als de onkruidbestrijdingsmiddelen die het glyfosaat bevatten onderzocht. De EFSA onderzocht enkel zuiver glyfosaat en kwam tot de conclusie dat de combinaties waarin glyfosaat aanwezig is misschien wel kankerverwekkend zijn, maar niet glyfosaat an sich.

Transparantie en reproduceerbaarheid
Ook vereist de EFSA bij haar evaluatie van een product dat de producent zelf een dossier indient. In dit geval heeft Monsanto drie onderzoeken gefinancierd, en deze kwamen alle tot de conclusie dat er geen verband is met kanker.
De EFSA heeft hiermee veel kritiek geoogst. Velen fronsen de wenkbrauwen bij het feit dat EFSA zich baseert op onderzoeken die door de industrie gefinancierd zijn.
Op zich hoeft dit echter geen bezwaar te zijn. De onderzoeken moeten dan wel uitgevoerd worden volgens de basisprincipes van wetenschappelijk onderzoek: ze moeten zorgvuldig beschreven worden, zodanig dat iedereen de onderzoeken opnieuw kan doen, en kijken of ze dezelfde resultaten bekomen.

Het wieden van het onkruid
Ik heb echter meerdere problemen met het rapport van de EFSA.
Om te beginnen zijn de drie cruciale “Monsanto”-onderzoeken niet publiek toegankelijk, omwille van industrieel geheim. Dit is uiteraard onaanvaardbaar. Schermen met een bewijs, zonder dat bewijs ook op tafel te willen leggen? Dit druist in tegen alle wetenschappelijke grondbeginselen.
En wat moet er nu eigenlijk geheim gehouden worden? De onderzochte stof is gekend. Het octrooi op glyfosaat is al zestien jaar geleden verlopen. Waarom dan die geheimzinnigheid?
Ik heb ook moeite met het argument van de EFSA dat zij enkel de chemische stof glyfosaat hebben beoordeeld. Dat de onkruidbestrijdingsmiddelen misschien wel kankerverwekkend zijn, maar niet het basisbestanddeel glyfosaat an sich... Het is een redenering die nergens op slaat, want het zijn net de onkruidbestrijdingsmiddelen op de planten, die in het milieu en in onze voeding terechtkomen, en niet de zuivere stof. Waarom dan enkel conclusies trekken over die zuivere stof?

Welles – nietes
Maar het wordt nog erger. Bij diezelfde studies waaruit het IARC concludeert dat glyfosaat kankerverwekkend is, vindt de EFSA dat net het tegendeel bewezen wordt. Hun argumenten houden echter geen steek.
Het eerste argument van EFSA. Ja, er werd via een trendanalyse een statistisch significant verband gevonden tussen blootstelling aan glyfosaat en de ontwikkeling van kanker bij proefdieren. Maar, dit verband was niet significant wanneer voor elk individueel onderzoek een paarsgewijze vergelijking werd gebruikt. In mensentaal: “als we alle onderzoeken samen bekijken, vinden we een verband! Laat ons dan maar enkel conclusies trekken over de aparte onderzoeken”.
Het tweede argument. Ja, er werd kanker bij een aantal proefdieren vastgesteld. Maar, proefdieren krijgen sowieso ook wel eens kanker; en als je de mogelijke range van het aantal spontaan optredende kankers vergelijkt met de bevindingen in deze studies, is er geen significant verschil. Je zou verwachten dat zo'n conclusie genomen werd op basis van een vergelijking met een controlegroep, met hetzelfde type proefdieren, dezelfde voeding en gelijkaardige levensomstandigheden. Maar neen, EFSA baseert zich op een zo breed mogelijke groep van historische gegevens over proefdieren in het algemeen. Wie zei daar ook alweer iets over appelen en peren?
Argument drie: Ja, een verband met kanker werd gevonden. Maar, wij gaan dat resultaat negeren, want we vonden deze bevindingen onvoldoende consistent. En ook hier ontbreekt het bewijs. De EFSA licht niet toe waarom ze de bevindingen niet consistent vindt. De lezer moet dit maar slikken als zoete koek.
Als je al het verbale onkruid gaat wieden, dan blijft er niet veel meer over van het rapport van de EFSA.

Algemene round-up
Ik ben met een open geest begonnen met het bestuderen van deze kwestie. Ik heb de argumenten van beide kanten zonder een vooringenomen mening gelezen. Maar hoe meer ik erover te weten kom, hoe schandaliger ik deze situatie vind.
Glyfosaat wordt dermate veel gebruikt, en er worden zoveel mensen aan blootgesteld dat de mogelijke gezondheidsimpact enorm is. Voor een product dat op zo'n schaal gebruikt wordt, moeten we ons kunnen baseren op correct uitgevoerde onderzoeken en wetenschappelijk gefundeerde adviezen.
In de vorige eeuw werden de gekende nadelige gezondheidseffecten van bijvoorbeeld roken en asbest jarenlang achtergehouden, door industrieel gelobby in het kader van financieel winstbejag. Ik hoopte dat we die duistere tijden achter ons hadden gelaten.

Toekomst
Het laatste woord is in deze discussie nog niet gevallen. De Europese Commissie moest normaal gezien op 7 en 8 maart 2016 stemmen over de vernieuwing van de erkenning van glyfosaat met 15 jaar. De stemming werd echter uitgesteld. Verschillende lidstaten willen meer zicht krijgen op de mogelijke gezondheidsgevolgen van de stof.
In de aanloop van de stemming hebben federaal minister van Landbouw Willy Borsus (MR) en minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) al laten weten dat ze voorstander zijn van een verlenging van de licentie op Europees niveau.Frankrijk, Duitsland én Nederland daarentegen hebben laten weten dat ze waarschijnlijk tegen gaan stemmen.
De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zal in juni 2016 beslissen over het lot van glyfosaat in België.
Ook op het niveau van de deelstaten laait de discussie op. De Brusselse minister van Leefmilieu Céline Fremault (CDH) is alvast tegen. Zij wil het gebruik van glyfosaat in Brussel verbieden. Ook de Waalse minister van Leefmilieu Carlo Di Antonio (CDH) is voorstander van een verbod voor het gebruik van glyfosaat bij particulieren en gemeentediensten.
Ik ben alleszins zeer benieuwd naar de argumenten van de verschillende organen wanneer de definitieve beslissingen zullen genomen worden.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
 
 
Bronnen
 

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels