12 juni 2019. Dat was de laatste keer dat ik een druppel alcohol aangeraakt heb.
Ja kijk, nu klink ik als een ex-alcoholist. "Al 965 dagen nuchter. Bijna aan mijn muntje voor 1000 dagen!" Maar ik ben nooit een grote drinker geweest. Het is naar aanleiding van de "tournée minérale" dat ik er hier nu even over uitweid. Want de hele ceremonie vind ik nogal bijzonder. Alcohol drinken als sociale gewoonte zit zó ingebakken in onze cultuur, dat de ondertussen jaarlijkse traditie om een maand alcohol af te zweren met opzet pas in februari is gezet. Want januari, nochtans het moment dat alle goede voornemens gemaakt worden voor het nieuwe kalenderjaar, tja, dan moet je toch met wat bubbels kunnen klinken hè.
Maar ik heb dus ondertussen al bijna drie jaar geen alcohol meer aangeraakt. In de maanden voor die bewuste datum had ik ook maar sporadisch een glaasje gedronken; op een aantal nieuwjaarsrecepties en zo. Eigenlijk had ik me begin dat jaar al voorgenomen om gewoonweg te stoppen, maar op 12 juni was er een plechtige opening van een nieuw onderzoekscentrum, en dat werd gevierd met een kaas en wijnavond. Toen ik al aangaf dat ik het daar bij kaas zou houden, kreeg ik van verschillende hoeken geschokte reacties. "Maar het is een wijnproeverij!" Dus dronk ik uit beleefdheid een aantal glaasjes, en reed ik achteraf lichtjes tipsy naar huis. En ja, bij die proeverij had ik ook als een échte connaisseur enkel aan de wijn kunnen slurpen, even in de mond laten rondwalsen, en het vervolgens uitspuwen in een spitoon. Maar ik koos ervoor om dat niet te doen. Waarom niet? Nou, omdat ik dat fucking disgusting vind. Tot daar aan toe dat ik spoelwater terug uitspuw bij de tandarts, ik ga daar niet mee beginnen op een feestje. Maar bon, sedertdien heb ik dus iets meer gedronken. Ik vond het op zich nog een mooie afsluiter; beter stoppen na een wijnproeverij dan na een lauwe Heineken uit een plastic bekertje op een muziekfestival, denk ik zo.
Mijn beslissing blijft regelmatig consternatie wekken. Elk feestje, elke receptie, elke bijeenkomst waar een fles champagne wordt ontkurkt, komt gegarandeerd de vraag: "Hoe, drink jij niets?" Zelfs bij familie, waar ik ondertussen al een twintigtal keren hetzelfde verhaal heb gebracht: nee, ik drink geen alcohol.
Toch bizar eigenlijk, dat je een verklaring moet geven waarom je ervoor kiest om geen hard drugs te nemen (wat alcohol in feite dus wel degelijk is). Met cocaïne zie ik dat niet gebeuren. "Hoe, ook niet één lijntje?"
Ja, ik weet al hoe je gaat reageren: dat kun je niet vergelijken. Maar neem dan koffie bijvoorbeeld, wat toch ook deel uitmaakt van de culturele gewoonte. Daar blijft men niet over doordrammen.
"Koffie?"
"Nee, dank je."
"Iets anders, thee misschien?"
"Nee, thx."
"Okey dokey."
Kous af.
Maar voor alcohol? Daar heb je haast een doktersbriefje voor nodig.
"Cava?"
"Nee bedankt, water of fruitsap is goed."
"Hoe, geen cava?"
"Nope, thx."
"Een halfje dan?"
"Nee hoor."
"Het is goeie hoor!" (met soms vervolgens een uitgebreide uitleg over hoe het een speciaal jaar was, en een bijzondere regio - zeker als het over rode wijn gaat)
"Ja bedankt, maar ik ga toch passen. Ik drink geen alcohol."
"Hoe, drink jij niets? Nooit?!"
"Nee."
"Waarom niet?"
…
Ondertussen kent mijn echtgenote het riedeltje ook al zo vanbuiten, dat ze het in mijn plaats zegt. Dat ik alcohol niet zo goed verdraag; dat ik er de volgende dagen dan nog last van heb, en dat ik dus gewoonweg ermee gestopt ben. Soms komen er nog wat vervolgvragen, waarin ik dan wat verdere wetenschappelijke duiding geef over de minder goede metabolisering van alcohol die dan een tijdelijke vergiftiging geeft. En na enkele zinnen komt de berusting, en kan ik gaan sippen aan een glaasje fruitsap, of soms krijg ik net als de kinderen ook wat Kidibul, want dat ziet er dan toch ongeveer hetzelfde uit, dan lijk ik niet zo'n rare snuiter.
Nu, in deze stukjes geef ik soms wat meer prijs dan elders, en hier zal ik dat ook doen. Wanneer ik vroeger alcohol dronk, was het voornamelijk om wat "losser" te zijn; men vond me doorgaans leuker na enkele glaasjes. Ondertussen kan ik ook een gesprek onderhouden zonder het ontremmende effect van ethanol in de bloedstroom; ik maak me ook véél minder bezorgd over wat men van me vindt. En waarom ik volledig cold turkey gegaan ben? Niet omdat ik er doodziek van word, zoals ik soms beweer (omdat dit de gemakkelijkste uitleg is). En het is ook niet omdat het een schadelijke hard drug is; van één glaasje om de x weken ga ik nu ook weer niet doodgaan. Nee, de echte reden: ik vind het niet lekker. Ik heb het nooit lekker gevonden. Dan liever wat fruitsap, of ja, een lekker glaasje Kidibul.