Doorgaan naar hoofdcontent

Vijf jaar geschift

Mijn blog begint wat eenzijdig te worden: de laatste drie artikelen gingen alle over rijgeschiktheid. Maar onlangs kreeg ik via het werk bericht dat er (nog) een wetswijziging voor rijgeschiktheid groep 2 gaat ingevoerd worden. Dus, nu we toch bezig zijn, volgt hier dan ook het vierde artikel over rijgeschiktheid voor groep 2.

De maximale duur voor rijgeschiktheid voor groep 2 bedraagt vijf jaar. Om medische redenen kan dit in de duur beperkt worden. Iemand met een pacemaker bijvoorbeeld moet elk jaar zijn medische schifting vernieuwen, telkens met een positief attest van de cardioloog (dat de batterijtjes nog niet plat zijn, haha). Maar er is ook een beperking in de duur, gebaseerd op leeftijd. Ben je ouder dan 50 jaar, dan moet je om de drie jaar je weer, uhm, geschift laten verklaren. Ah, denk je dan misschien, dan ga ik best de dag vóór mijn vijftigste verjaardag mijn rijgeschiktheidsattest laten verlengen? Wel, neen. Vanaf 50 is de maximale duur drie jaar, dus dan tellen we tot de dag vóór je 53 jaar wordt. Ben je 49, dan gaat je geldigheidsduur ergens tussen de drie en vier jaar zijn, afhankelijk van hoe ver je van je verjaardag af ligt. Simpel toch?

Waarom wordt dat onderscheid eigenlijk gemaakt? Wel, er wordt van de arbeidsgeneesheer verwacht dat die gaat beoordelen of je in de volgende jaren gezond genoeg gaat blijven om te rijden met een vrachtwagen, of klanten te vervoeren, of dergelijke meer. Ben je jonger dan 50, dan zal dat in de volgende vijf jaar wel in orde blijven. Ouder dan 50? Oei. Dan begin je langs alle kanten af te takelen. Je houdbaarheidsduur gaat dan op en al drie jaar bedragen. Daarna moeten we toch eens opnieuw gaan kijken of je nog wel behoorlijk geconserveerd bent gebleven.

Dit wordt wel moeilijker te verkopen in onze Westerse maatschappij, waar de gemiddelde levensduur van de man 75 jaar bedraagt, en die van vrouwen zelfs 81,5. Deze levensverwachting neemt bovendien steeds verder toe, en ook de gemiddelde levenskwaliteit. Dus waarom dan die arbitraire grens? De chauffeurs die hun schifting komen halen, gaan er steeds vaker van uit dat het gewoonweg een verdoken vorm van belastingen is. En tja, misschien is het dat ook.

Maar er komt vereenvoudiging in de situatie (ik weet wel niet of Vincent Van Quickenborne er iets mee te maken heeft gehad). Vanaf 10 september 2008 treedt het Koninklijk Besluit van 4 mei 2007 in werking. Iedereen kent dit natuurlijk van buiten, maar ik ga er toch heel kort de inhoud van weergeven.
Eerst het goede nieuws: de maximale geldigheidsduur voor rijgeschiktheid groep 2 wordt voor iedereen vijf jaar, ongeacht de leeftijd!
En nu het slechte nieuws: bestuurders van voertuigen van categorie C en D (respectievelijk vrachtwagenbestuurders en busbestuurders) moeten slagen in bijkomende examens en om de vijf jaar een nascholing volgen. Voor busbestuurders gaat dit wel pas in vanaf 10 september 2009.

Dus die hele vereenvoudiging is er eigenlijk enkel maar omdat het anders echt een soep zou worden. Om de vijf jaar nascholing, en vanaf vijftig om de drie jaar een medische keuring. Dan liever alles gelijk. En deze omzetting naar vijf jaar voor jong en oud geldt ook voor categorie B (rijden met personenwagen), ook weer omdat het anders niet te doen zou zijn.

Voor de bus- en vrachtwagenchauffeurs gaat deze wetswijziging wel enkel slecht nieuws lijken. Okee, vanaf vijftig moet je slechts om de vijf jaar je schifting verlengen (behalve dan als je een medische aandoening hebt, maar dat gaan we nu even vergeten). Maar je moet wel examens afleggen en nascholing volgen. Hoeveel gaat dat eigenlijk weer kosten? En dan nog de tijd en energie die je daarin moet steken.

Maar uiteindelijk is het de bedoeling dat de wegen zo veilig mogelijk gehouden worden. Dus is het allemaal wel voor het grotere goed.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels