Een draft van dit artikel had ik al een tijdje in mijn schuif liggen. Even afgewerkt.
Nikkel is alomtegenwoordig. Het zit in je voeding en in je drinkwater. Het is een belangrijk bestanddeel van roestvrij staal en het zit eveneens verwerkt in de Euromunten van 1 en 2 Euro.
In kleine hoeveelheden is nikkel van essentieel belang, maar wanneer de opgenomen hoeveelheid te groot is, kan het een gevaar zijn voor je gezondheid.
Gezondheidseffecten
Het bekendste nadelige gezondheidseffect van blootstelling aan nikkel zijn de allergische huiduitslag bij contact met juwelen, knopen en munten.
Een opname van te grote hoeveelheden nikkel kan evenwel ook de volgende gevolgen hebben:
- Een verhoogde kans op de ontwikkeling van longkanker, neuskanker, strottenhoofdkanker en prostaatkanker, voornamelijk bij inademing van nikkel
- Misselijkheid en duizeligheid treden op na de blootstelling aan nikkelgas
- Longembolie
- Uitvallen van de ademhaling
- Geboorteafwijkingen
- Astma en chronische bronchitis
- Hartstoornissen
Nikkeldampen irriteren het ademhalingsstelsel en kunnen longontsteking veroorzaken. Blootstelling aan nikkelverbindingen kan leiden tot de ontwikkeling van een vorm van dermatitis die bekend staat als "nikkeljeuk" in overgevoelige mensen. Zodra iemand gevoelig is voor nikkel zal dit niet veranderen.
Nikkel en verschillende nikkel verbindingen zijn door het National Toxicology Program (NTP) aangewezen als zeer waarschijnlijk carcinogeen. Het International Agency for Research on Cancer (IARC) heeft nikkel verbindingen in groep 1 geplaatst (er is voldoende bewijs dat nikkel humaan carcinogeen is) en nikkel in groep 2B (is mogelijk humaan carcinogeen). OSHA geeft aan dat nikkel niet carcinogeen is. De ACGIH bevestigt wel dat nikkel humaan carcinogeen is.
Voorkomen en gebruik
Voeding
Nikkel vind je in de meeste voedingsmiddelen terug. Producten met een hoog nikkelgehalte zijn cacao en chocolade, drop, noten, volkoren producten en peulvruchten, waaronder pinda's en sojabonen en -scheuten.
Nikkel komt ook in kleinere hoeveelheden voor in groente, met concentraties die afhankelijk zijn van het nikkelgehalte in de grond.
Nikkel kan ook uit metalen waterleidingen in het drinkwater terechtkomen.
Industrie
Nikkel wordt op industrieel vlak voornamelijk gebruikt bij de productie van roestvrij staal (inox).
Het is ook een bestanddeel van allerlei legeringen waaronder hastelloy, incoloy en inconel.
Hiernaast komt het voor in oplaadbare nikkel-cadmium of nikkel-metaalhydride batterijen, in de 1- en 2-Euromunten en als katalysator (het zogenaamde "Raneynikkel") voor de verharding en ontzwaveling van aardolie.
Grenswaarden
Metingen extern
Het WHO heeft een richtwaarde van 0,07 mg/l opgesteld voor nikkel in drinkwater. In de EU echter geldt een grenswaarde van 0,02 mg/l.
Voor een evaluatie van de externe beroepsblootstelling wordt er een onderscheid gemaakt tussen metallisch nikkel, oplosbare anorganische nikkelverbindingen en nikkelcarbonyl. De grenswaarden verschillen nogal, afhankelijk van aan wie je het vraagt:
- de ACGIH met hun Treshold Limit value (TLV) 8-uur tijdsgemiddelde (8-u TWA)
- de NIOSH met hun Recommended Exposure Limir (REL) 10-uur tijdsgemiddelde (10-u TWA), of
- de OSHA met hun Permissible Exposure Limit (PEL)
Samengevat:
- Metallisch nikkel: TLV 1,5 mg/m³, REL 0,015 mg/m³, PEL 1 mg/ml
- Oplosbare anorganische nikkelverbindingen: TLV 0,1 mg/m³, PEL 1 mg/m³
- Nikkelcarbonyl: TLV 0,05 ppm, REL 0,001 ppm, PEL 0,007 mg/m³
Metingen intern
Nikkel kun je makkelijk meten in de urine. Deze evaluatie van de interne concentraties geeft ook een betere weergave van de effectieve blootstelling.
De grenswaarde voor niet-beroepsmatig blootgestelde volwassenen bedraagt 2 µg/g creatinine.
Beroepsmatige grenswaarden zijn
- de Exposure equivalents for carcinogenic materials (EKA): 45 µg/l
- de Finse Occupational Exposure Limit (F-OEL): 76 µg/l
- de Maximal Permissible Value (MPV): 30 µg/g creatinine
Nog even voor alle duidelijkheid, want zelfs bij collega's preventieadviseurs geeft dit soms misverstanden. Wanneer we een screening doen van werknemers met beroepsmatig contact aan een bepaalde stof, dan is het niet erg dat de waarden die van niet-beroepsmatig blootgestelden overschrijden; dat is zelfs te verwachten. Een nulblootstelling is quasi nooit haalbaar. Maar zolang men onder de grenswaarden voor beroepsmatig blootgestelde werknemers blijft, is er op zich geen probleem.