Doorgaan naar hoofdcontent

Er is al 7 jaar een verbod op de e-sigaret op school en op het werk!

"Verbied de e-sigaret op school" lees ik in de media. Maar eigenlijk is dat verbod al van kracht sinds de wet van 22/12/2009. Die stelt dat het gebruik van om het even welke e-sigaret verboden is op plaatsen waar ook geen gewone sigaretten mogen gerookt worden.
 
 

Wat zegt de wetgeving over roken in het algemeen?

Roken op de werkplek (KB 19 januari 2005)

Elke werknemer heeft sinds 1 januari 2006 het recht te beschikken over werkruimtes en sociale voorzieningen, vrij van tabaksrook. De werkgever heeft de plicht om een rookverbod in te stellen in die werkruimtes en sociale voorzieningen. Roken kan alleen in enkel daarvoor bestemde ruimtes, waar geen andere activiteiten plaatsvinden. Maar de werkgever is niet verplicht om dit te voorzien.
 

Roken in openbare plaatsen (KB 13 december 2005)

Roken is verboden in gesloten plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek. Dit omvat ook plaatsen waar kinderen of jongeren van schoolgaande leeftijd worden opgevangen, gehuisvest of verzorgd en waar onderwijs of beroepsopleidingen worden verstrekt.
 

Rookverbod op school (Decreet 06 juni 2008)

Dit decreet is van kracht gegaan op 1 september 2008. Ze verbiedt het roken in gesloten plaatsen, open plaatsen en tijdens extra-murosactiviteiten van onderwijsinstellingen en Centra voor Leerlingenbegeleiding.
 
In gesloten plaatsen is het roken steeds verboden. In open plaatsen is roken verboden op weekdagen tussen 6u30 ’s morgens en 18u30 ‘s avonds. Tijdens extra-murosactiviteiten is roken eveneens verboden tussen 6u30 ’s morgens en 18u30 ‘s avonds.
Dit rookverbod is toegevoegd aan de erkenningsvoorwaarden voor scholen. De toepassing wordt dus gecontroleerd door de inspectie.
 

Wat zegt de wetgeving over de e-sigaret?

Algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen (Wet 22 december 2009)

Deze wet is in werking getreden op 1 januari 2010, en verbiedt ook het gebruik van de e-sigaret, met of zonder nicotine.

Artikel 2 definieert onder roken niet alleen het roken van tabak of producten op basis van tabak, maar ook van soortgelijke producten. Artikel 13 voegt hieraan het verbod toe voor elk element dat tot roken kan aanzetten of dat laat geloven dat roken toegestaan is.

Dit wordt nog eens expliciet aangegeven op de website van het FOD WASO:
Een elektronische sigaret, zelfs indien ze geen tabak bevat, is zeer vergelijkbaar met een normale sigaret, en geeft damp af. Deze sigaret is gemaakt met het doel er uit te zien als een normale sigaret.
Een elektronische sigaret vormt onbetwistbaar een element dat kan aanzetten tot roken, en een introductie ervan op de werkvloer is dan ook verboden.
 
Volgens de geest van de wet moet elk element of voorwerp dat een persoon ertoe zou kunnen aanzetten te roken of doet denken aan tabaksrook, verboden worden, zelfs indien de elektronische sigaret enkel damp ontwikkelt en zelfs indien deze geen product bevat dat vergelijkbaar is met tabak.
 
 
Dit alles betekent dat een e-sigaret dampen verboden is in openbare gebouwen, op het werk, in scholen, in het openbaar vervoer, in restaurants, cafés, enzovoort. Dampen valt op al deze plaatsen onder de tabakswetgeving.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels