Onlangs heb ik in een onderneming de procedure rond prikongevallen onder de loep genomen. Er was op zich niets mis mee, maar er ontbrak toch een heel belangrijk aspect: de controle van de serostatus van de bron. Ik vond het zo merkwaardig dat dit in de procedure ontbrak, dat ik gegoogeld heb naar voorbeelden, en ook hier ontbrak dit onderdeel nogal eens. Dus schrijf ik er hier eens even over.
Heb je bloedcontact gehad, dan geven de procedures wel steevast aan dat je het slachtoffer moet controleren op hepatitis B, hepatitis C en HIV. De precieze schema's variëren nogal eens, en ik ga er hier niet in detail op ingaan. Maar sowieso duurt het bij een effectieve besmetting nog weken voordat het lichaam voldoende antistoffen heeft aangemaakt die detecteerbaar zijn bij een bloedtest.
Veel zinvoller is het om (waar mogelijk) de bron op deze infectieziekten te controleren. Meestal weet je wel wie dat is (de meeste prikongevallen gebeuren bij het recappen van de naald die je zonet op iemand hebt gebotvierd), en als die geen hepatitis B, C of HIV heeft, gaat die je niet met een van deze infectieziekten kunnen besmetten.
Voor zulk een controle bij de bron ga je uiteraard wel de goedkeuring nodig hebben van die persoon (wat, jij bent zo stom om een naald te recappen maar ik moet mijn bloed laten aftappen?), dus best voorzie je in de procedure een standaarddocument dat je die persoon kunt laten tekenen.
Maar het is zelfs niet eens altijd nodig om zelfs bij de bron een bloedafname uit te voeren. Dat heb ik in een andere onderneming recent nog uitgelegd. Er was daar namelijk wat ongerustheid opgetreden, omdat de arbeidsarts (ik dus) na een prikongeval buiten wondontsmetting geen verdere acties heb geadviseerd. Maar ik heb me tot ieders tevredenheid kunnen verantwoorden.
Ik heb bij deze casus telefonisch overlegd met het slachtoffer (de overenthousiaste prikker dus). Hij had net een vaccin geplaatst in de schoudergordelspier van de potentiële bron van bovenstaande levensgevaarlijke infectieziekten - zal ik hem patient zero noemen.
Het slachtoffer had zich hierna per ongeluk in de duim geprikt. Dit had vermeden kunnen worden, moest hij het spuitje rechtstreeks in de container hebben gedeponeerd in plaats van het dopje er terug op te willen plaatsen. Waarom blijft men dit toch doen? Het is nergens voor nodig. maar dat terzijde.
Sowieso is het besmettingsrisico bij een vaccinatie kleiner dan bij een bloedafname, omdat je niet in een bloedvat prikt maar in een spier, en er dus minder lichaamsvocht is waarin de vector kan meereizen naar een nieuwe gastheer.
Een controle op hepatitis B was ook niet nodig, want het slachtoffer was al beschermd hiertegen, eerder al geobjectiveerd via een titerbepaling. Eenmaal dat de titer positief is, blijft men levenslang immuun.
Resteren nog hepatitis C en HIV (het AIDS-virus). Ik wilde dit bevragen bij patient zero, maar dat bleek niet evident te zijn. Uiteindelijk heeft diens mama ons kunnen verzekeren dat haar zevenjarig zoontje, hier geboren en getogen, geen van beide aandoeningen had. Nooit ziek, nooit een bloedtransfusie gehad, en had bij haar weten ook geen onveilige seksuele activiteiten. Okee, ik zal eerlijk zijn, dat laatste heb ik niet expliciet nagevraagd.
Op basis van de gesprekken heb ik alleszins beslist dat in dit geval een bloedafname niet nodig was, noch bij het slachtoffer, noch bij de bron.