Ik weet niet wat er gaande is de laatste weken - is het iets in het water, of het vallen van de bladeren - maar het regent aanvragen naar inzage van het arbeidsgeneeskundig dossier. Als geneesheer-directeur van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPBW) heb ik de twijfelachtige eer om elke aanvraag te bestuderen en te beantwoorden.
In principe heeft elke patiënt recht op inzage van diens medisch dossier, en zodoende kan ook elke werknemer zijn arbeidsgeneeskundig dossier raadplegen. In de praktijk gebeurt dit bij ons enkel wanneer de werknemer in kwestie overhoop ligt met diens werkgever, en overal informatie wilt verzamelen om te bewijzen dat hij of zij onheus behandeld werd.
Dat merk je ook aan de toon van de aanvraag. Zo ontving ik recent nog een behoorlijk dreigende brief van een werkneemster. Ze verwees erin naar de wetgeving, en gaf ons een duidelijke deadline waarbinnen we haar dossier moeten overmaken, or else... Ik heb haar in vormelijk Frans een antwoord gegeven, met extract van de desbetreffende wetgeving, waarin duidelijk staat dat we dit enkel kunnen en mogen overmaken mits tussenkomst van een arts.
Meer bepaald geldt de volgende wetgeving (*spoiler alert: de volgende paragrafen worden heel saai):
Wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002. Hoofdstuk III: Rechten van de patiënt. Artikel 9.
§ 1. De patiënt heeft ten opzichte van de beroepsbeoefenaar recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier.
Op verzoek van de patiënt voegt de beroepsbeoefenaar door de patiënt verstrekte documenten toe aan het hem betreffende patiëntendossier.
§ 2. De patiënt heeft recht op inzage in het hem betreffend patiëntendossier.
Aan het verzoek van de patiënt tot inzage in het hem betreffend patiëntendossier wordt onverwijld en ten laatste binnen 15 dagen na ontvangst ervan gevolg gegeven.
De persoonlijke notities van een beroepsbeoefenaar en gegevens die betrekking hebben op derden zijn van het recht op inzage uitgesloten.
Op zijn verzoek kan de patiënt zich laten bijstaan door of zijn inzagerecht uitoefenen via een door hem aangewezen vertrouwenspersoon. Indien deze laatste een beroepsbeoefenaar is, heeft hij ook inzage in de in het derde lid bedoelde persoonlijke notities. (In dit geval is het verzoek van de patiënt schriftelijk geformuleerd en worden het verzoek en de identiteit van de vertrouwenspersoon opgetekend in of toegevoegd aan het patiëntendossier.)
Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers van 28 mei 2003. Afdeling 8: Het gezondheidsdossier. Onderafdeling 5: Toegang. Artikel 91.
§ 1. Op verzoek van of met akkoord van de betrokken werknemer, mag de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de arts die deze werknemer behandelt contacteren en hem documenten uit het gezondheidsdossier dat de gegevens bevat bedoeld in artikel 81, § 1, a), b) en d) lenen of hem er een afschrift van bezorgen.
§ 2. De werknemer heeft het recht kennis te nemen van alle medische persoonsgegevens en van de blootstellingsgegevens uit zijn gezondheidsdossier. Het verzoek om kennisneming evenals de aanvragen tot verbetering of schrapping van objectieve medische persoonsgegevens die deel uitmaken van het dossier, gebeuren door tussenkomst van een arts die hiervoor door de werknemer wordt aangeduid.
§ 3. Onder voorbehoud van de bepalingen van § 1 en § 2, en van de artikelen 84 en 88, worden alle nodige maatregelen genomen opdat niemand kan kennis nemen van het gezondheidsdossier.
Nog niet opgegeven? Prachtig! Okee, wat houdt dit alles nu concreet in?
De behandelende arts van de werknemer vraagt aan de geneesheer-directeur van de EDPBW om het arbeidsgeneeskundig dossier te raadplegen, ofwel door
- de werknemer; deze kan het dossier bekijken, maar niet de persoonlijke notities, ofwel door
- de arts; kan het hele dossier bekijken, en/of een afschrift van het dossier, dan wel zonder de persoonlijke notities.