Op 9 december van vorig jaar heb ik wat informatie over het ontwerp-Koninklijk-Besluit voor tarificatie van externe diensten op deze site geplaatst. De wettekst is ondertussen na wat lobbywerk van werkgevers- en werknemersorganisaties wat aangepast, en de gerapporteerde info dus gedeeltelijk achterhaald. Helaas mag ik nog niets over de details van het huidige ontwerp-KB zeggen, buiten datgene dat minister Monica De Coninck onlangs zelf in een persbericht heeft verklaard. Maar bon, bij gebrek aan beter, here goes...
Momenteel is de tarificatie gekoppeld aan de individuele arbeidsrisico's van de werknemer. Deze risico's bepalen of de werknemer een periodiek medisch onderzoek bij de arbeidsgeneesheer moet ondergaan.
De werkgever betaalt jaarlijks ongeveer 120 euro voor elke jaarlijks onderworpen werknemer, 120/3 Euro en 120/5 Euro voor elke respectievelijk 3- en 5-jaarlijks onderworpen werknemer, en 120/7 Euro voor alle niet-onderworpen werknemers.
In plaats van deze vier cijfers, gaat men naar één tarief voor alle werknemers in de onderneming. Er zijn wel verschillende tarieven, op basis van de grootte van de onderneming, en de sector. Het standaardtarief bedraagt 87 Euro. Ondernemingen met een lager risico (dit wordt bepaald aan de hand van de NACE-code), zullen 52 Euro per werknemer moeten neerleggen. Voor ondernemingen met 1-5 werknemers zijn lagere bedragen voorzien. Welke bedragen, dat vermeldt het persbericht niet, en mag ik dus ook nog niet zeggen. Hierop zul je nog even moeten wachten tot het KB effectief verschijnt.
Minister De Coninck heeft het specifiek over het groeiend probleem van burn-out. Hier heb ik het op 1 oktober van het vorige jaar nog over gehad. Hier kan men slechts één logische conclusie uit trekken: de minister leest mijn blog! Graag gedaan, Monica. (je had mijn naam wel even mogen vermelden in je persbericht, maar bon).
De nieuwe regeling schaft sommige periodieke medische onderzoeken af. Het periodiek onderzoek voor werken aan een beeldscherm gaat bijvoorbeeld sneuvelen (eindelijk!), en wordt vervangen door een risicoanalyse.
Het nieuwe en eenvoudige systeem laat soepelheid en maatwerk toe, zo zegt de minister in haar persbericht. En dat is effectief wel zo. Ik kan hierover niet in detail gaan, maar een onderneming zal inderdaad, veel meer dan nu, zelf kunnen bepalen op welke wijze de dienstverlening door haar externe dienst wordt ingevuld. Het wordt hierdoor wel wat koffiedik kijken wélke dienstverlening de ondernemingen precies zullen vragen. Gaan we meer psychologen moeten aanwerven, zal er meer vraag zijn naar ergonomen, of blijft de arbeidsgeneesheer uiteindelijk toch het knelpuntprofiel waarachter alle externe diensten zitten te vissen in de steeds kleiner wordende poel?
Enfin, de hervorming van de tarificatie zal pas in voege gaan op 1 januari 2016, in plaats van het eerder voorziene 1 januari 2015. Het geeft dus wat meer tijd om een nieuwe visie uit te werken, en een nieuw evenwicht te vinden. Het worden alleszins interessante tijden.