Ik wil vermijden dat mijn blog te sarcastisch van toon wordt, zoals in mijn vorig artikel al het geval was. Maar wanneer je met lede ogen moet toekijken hoe de financiering van preventie gebruikt wordt als pasmunt voor de brugpensioenen, dan doet je dat toch wel wat. Zeker wanneer de totaalimpact op de totale loonkost toch al zo klein is, en wanneer goed onderbouwde studies telkens aantonen dat preventie op lange termijn duidelijk kostenbesparend werkt.
Kijk, ik ben een van de eersten om te zeggen dat de preventiediensten nood hebben aan vernieuwing. Al haast 20 jaar zien we het aantal arbeidsgeneesheren slinken, waardoor de dienstverlening steeds verder achterwege blijft.
Daarom zag ik nog wel een elegantie in het nieuwe KB van 2014. Hierin zag ik een evolutie weg van het hersendodende bandwerk met tal van gezonde werknemers die weer voor een jaar geschikt voor de dienst werden gesteld, en meer naar gerichte en nuttige onderzoeken op basis van effectieve risico's.
Het Fonds voor de Beroepsziekten heeft onlangs met hun onderzoek naar neuskankers in de houtsector nog aangetoond dat je met screenings op basis van eenvoudige vragenlijsten een zinvolle eerstelijns identificatie kunt doen.
Ik zie voor de arbeidsgeneesheer van de toekomst dan ook een taak weggelegd in de begeleiding van zieke werknemers naar een succesvolle re-integratie, en in de preventie van burn-out en andere psychosociale aandoeningen ten gevolge van werkstress. Dit werd in de recente wetgeving ook effectief beschreven als ambitieuze nieuwe doelstellingen voor de externe preventiediensten in België.
Maar er wordt momenteel enkel op de korte termijn gekeken, naar de "fast buck". Nu de details toch al aan de personeelsleden van de verschillende externe diensten zijn uitgelegd, kan ik het hier ook wel meegeven.
In plaats van twee komen er vijf tarieven, met als hoofddoel een vermindering van 10% van de totale bijdragen. De bijdragen van de werknemers worden opgedeeld afhankelijk van hoe lang ze aanwezig zijn op een jaar. Als de nieuwe berekening minder zal kosten, gaat het op 1 januari 2016 al in voege; kost het meer, dan pas twee jaar daarna.
Met al dit knotwerk houdt men geen rekening met de toch precaire financiële balansen van de externe diensten, en de gevolgen voor de tewerkstelling van hun werknemers. Enfin, met een omzet die plots met 20% kan gaan zakken, zullen de diensten ook 20% minder dienstverlening kunnen geven. En dan kan men klagen dat we ons werk niet doen, met de vraag wat dan eigenlijk nog de meerwaarde is van een externe dienst. Dus waarom schaffen we de hele reutemeteut niet helemaal af?
Misschien - hopelijk - zal het allemaal zo'n vaart wel niet lopen. Maar ik vind het wel een gevaarlijk pad, dat men nu gekozen heeft om te bewandelen.