Op 24 april 2014 verscheen een Koninklijk Besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk. Dit KB hield onder meer aanpassingen in van het risico beeldschermwerk, en deze wijzigingen zijn ingegaan op 1 januari 2016.
Ik ontvang toch behoorlijk wat vragen hierover. Dus zal ik er hier maar even over uitweiden.
1. Geen periodieke onderzoeken meer!
De beeldschermwerkers, de personeelsverantwoordelijken én de preventieadviseurs-arbeidsgeneesheren slaken een gezamenlijke zucht van verlichting. Eindelijk zijn we af van dit hersendodend bandwerk, waarvan alle betrokken partijen al jaren de meerwaarde in vraag stelden.
Het KB van 24 april 2014 heeft nu effectief het standaard periodieke gezondheidstoezicht voor deze werknemers afgeschaft. Deze aanpassing is van toepassing sinds 1 januari 2016.
Artikel 7, 1° van het Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur was namelijk: Blah blah ten minste om de vijf jaar periodieke gezondheidsbeoordeling blah blah vijftig jaar en ouder blah om de drie jaar blah.
Dit is nu: blah*.
* Op deze blah kom ik terug in punt 4.
2. En ook géén aanwervings- of werkhervattingsonderzoeken meer
De voorafgaande gezondheidsbeoordeling (beschreven in artikels 26-29 van het KB Gezondheidstoezicht op de werknemers van 28 mei 2003) en het onderzoek bij werkhervatting na een afwezigheid van minstens vier weken (artikels 35-36 van, hetzelfde KB) zijn van toepassing voor werknemers die onderworpen zijn aan een periodiek gezondheidstoezicht.
Gezien het periodiek onderzoek voor beeldschermwerkers is afgeschaft, zijn de voorafgaande gezondheidsbeoordeling en het onderzoek bij werkhervatting hetzelfde lot beschoren. Dus weg met blah blah voorafgaande gezondheidsbeoordeling blah blah dat vroeger beschreven stond in artikel 7, 1° van het KB beeldschermapparatuur.
3. Maar nu wel om de vijf jaar een werkpostanalyse
De gezondheidsbeoordelingen mogen dan wel zijn afgeschaft, het risico op zich blijft wel bestaan. Zo ook de verplichting tot een analyse van de beeldschermwerkposten. Deze verplichting stond altijd al vermeld in artikel 4, §1: Onverminderd blah zijn de werkgevers ertoe gehouden: 1° een analyse van de beeldschermwerkposten te verrichten blah blah blah. Maar nu wordt veel meer de nadruk op gelegd op deze analyse.
Ten eerste moet de werkpostanalyse minstens om de vijf jaar worden herhaald. Bovendien moet ze geschieden zowel op het niveau van elke groep van werkposten en op het niveau van het individu. En tenslotte wordt voorgesteld dat men de analyse nog eens aanvult met een bevraging van de werknemers of met iets anders*. De meeste externe diensten hebben in dit kader een online vragenlijst gecreëerd, welke de werkgever kan (maar niet moet!) gebruiken.
* Een ander instrument dat peilt naar de werkomstandigheden en/of eventuele gezondheidsproblemen gerelateerd aan het werken met een beeldscherm. Deze omschrijving laat alle mogelijkheden wagenwijd open, so I’m thinking: tarot cards!
4. En okee dan, ook nog een onderzoek, als het écht moet
Om de arme beeldschermwerker niet ineens in de kou te laten staan, staat er in het nieuwe artikel 7, 1° dat: indien uit de bevraging of het ander instrument bedoeld in artikel 4, § 2 (de tarotkaarten dus) blijkt dat er mogelijke gezondheidsproblemen zijn, de betrokken werknemer door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer wordt onderworpen aan een aangepaste gezondheidsbeoordeling.
Uiteraard kan elke werknemer bij werkgerelateerde problemen sowieso op spontane raadpleging bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, als het moet zelfs zonder dat de werkgever het weet.
En ook de werkgever kan nog steeds al zijn werknemers naar de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer sturen, via een onderzoek op vraag van de werkgever.
5. Tenslotte: brute pech (voor de werkgever), want de procedure beeldschermbril blijft behouden
Het stukje over de beeldschermbril is niet gewijzigd. Helaas, helaas! Want dit is toch o zo vaak een twistpunt. De beeldschermwerker komt namelijk enkel in aanmerking voor een beeldschermbril wanneer zijn of haar huidige bril niet voldoet!
Dus ja, ze moeten eerst een (relatief nieuwe) bril hebben met correctie voor ver en kortbij, die niet goed genoeg corrigeert, vooraleer ze een beeldschermbril kunnen aanschaffen. Een catch-22 met tal van misverstanden! Men beseft niet dat het een zeer speciaal correctiemiddel betreft, enkel bedoeld voor gebruik aan het bureau; en niét een door de werkgever betaalde, multifocale bril.
Ik geef voor de volledigheid het hele artikel 7, 2° mee, zelfs de blahs: Als de resultaten van het oftalmologisch onderzoek het vereisen en indien een normaal correctiemiddel de uitoefening van werk op een beeldscherm niet mogelijk maakt, moet de werknemer beschikken over een speciaal correctiemiddel dat uitsluitend met het betrokken werk verband houdt. De kosten van dit speciale middel vallen ten laste van de werkgever.
Dus voilà . Ik hoop dat ik hiermee een beter zicht heb kunnen geven op de nieuwe wetgeving over beeldschermwerk.
En moesten er toch iets teveel blahs staan in bovenstaande extracten, of moest je last hebben van persisterende slapeloosheid, dan kun je de volledige wetteksten raadplegen op de website van het FOD. Of de hierboven vermelde KB's:
- Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (24/04/2014)
- Titel I, Hoofdstuk IV: Maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers [KB 28/5/2003; PDF, 384 KB]
- Titel VI, Hoofdstuk II: Specifieke bepalingen, Afdeling I: Beeldschermen [KB 27/08/1993; PDF, 33 KB]