Doorgaan naar hoofdcontent

Gaming disorder en nog van dat leuks

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zal gameverslaving opnemen in de ICD-11. Deze elfde editie van de International Classification of Diseases is momenteel nog in draftversie, maar ze zal in de loop van dit jaar gefinaliseerd worden.


Gaming disorder krijgt de code 6C71, met als subgroepen 6C71.0 Gaming disorder, predominantly online6C71.1 Gaming disorder, predominantly offline en 6C71.Z Gaming disorder, unspecified. Daarmee zit het samen met 6C70 Gambling disorder in de Disorders due to addictive behaviours.

Gameverslaving wordt dus officieel een ziekte.

De DSM-5 heeft dit in 2013 al benoemd. De vijfde versie van het Handboek voor de Classificatie van Psychische Stoornissen van de American Psychiatric Association omschrijft het niet echt als een officiële aandoening, maar als een conditie die verder onderzoek verdient.

De DSM-5 beschrijft de conditie als het herhaaldelijk gebruik van op internet gebaseerde games, vaak met andere spelers, die tot aanzienlijke functioneringsproblemen leiden. In een jaar moeten aan vijf van de volgende criteria zijn voldaan:

  • Preoccupatie of obsessie met games
  • Ontwenningsverschijnselen bij het niet spelen van games
  • Tolerantie-opbouw: zichzelf almaar meer tijd gunnen om te gamen
  • Mislukte pogingen om het gamen af te bouwen of te stoppen
  • Geen interesse in andere activiteiten, zoals hobby's
  • Blijvend overmatig gebruik ondanks besef van gevaar voor de gezondheid
  • Liegen over gamegebruik
  • Gebruikt als manier om te ontsnappen: als uitlaatklep voor angsten en frustraties
  • Verlies of verwaarlozing van relaties


Ik kan op zich wel begrijpen dat men het wilt officialiseren. Regelmatig lees je wel eens over de een of andere Aziatische jongere die na 50 uren non-stop gamen dood neervalt. (Ik hoop dat hij dan tenminste het spel gewonnen heeft).

Maar waar trek je de grens? Beschouw je het dan ook als een aandoening wanneer een voor het overige best gemotiveerde student maandenlang elke avond tot laat in de nacht Dune II: The Battle for Arrakis speelt totdat hij de quasi onmogelijke missie van huis Atreides op de planeet Arrakis tot een succesvol en heroïsch einde heeft gebracht? Een puur hypothetisch voorbeeld uiteraard. Wat ik maar wil zeggen: de grens is vaag tussen een hobby en een obsessie.

Waarom zou je dan ook niet dezelfde logica toepassen op andere populaire en tijdverslindende activiteiten zoals bijvoorbeeld tv-kijken, of op café gaan? En dan heb ik het nog niet eens over al die verslaafden aan sportevenementen. Maar daar zijn eerder de partners de slachtoffers...

Dus, laat ons het eens toepassen op TV-kijken:
  • Preoccupatie of obsessie met tv-programma's: Heb je die laatste aflevering van Star Trek: Discovery al gezien? Ja? Laat ons alle details nog eens overlopen!
  • Ontwenningsverschijnselen bij het niet kijken van tv-programma's: Wat bedoel je, moet ik een hele week wachten op een nieuwe aflevering van The Good Place? *schuimbekken*
  • Tolerantie-opbouw: zichzelf almaar meer tijd gunnen om tv te kijken: Nog één aflevering van Stranger Things bingewatchen en dan stop ik ermee, echt.
  • Mislukte pogingen om het tv kijken af te bouwen of te stoppen: Nu is het genoeg, ik zeg Netflix definitief op.
  • Geen interesse in andere activiteiten, zoals hobby's: Gaan wandelen? Maar het gaat misschien regenen, zie je dat wolkje daar? Over regen gesproken: er komt een nieuwe serie "Rain" op Netflix, misschien moeten we daar eens naar kijken?
  • Blijvend overmatig gebruik ondanks besef van gevaar voor de gezondheid: Ik heb een hele interessante documentaire gezien over het gevaar van teveel TV kijken...
  • Liegen over TV-gebruik: Waar heb je het over? Ik heb maar één aflevering van House of Cards bekeken vorige week.
  • Gebruikt als manier om te ontsnappen: als uitlaatklep voor angsten en frustraties: Wat een stressvolle werkdag! Even kijken naar de elfjes en eenhoorns in Mia & Me.
  • Verlies of verwaarlozing van relaties: Een familiefeest? Maar de nieuwe Sherlock is op tv!
Klinkt dit (overigens volledig hypothetisch) voorbeeld je bekend in je oren? Gefeliciteerd, dan heb je een full-fledged TV disorder*!

*Copyright pending

Populaire posts van deze blog

Jicht en jus (d'orange)

Recent heb ik gelezen dat softdrinks een jichtopstoot kunnen veroorzaken! Drinken van twee gesuikerde softdrinks per dag zou de kans op een jichtopstoot met 85% doen stijgen. Het vruchtsuiker (fructose) is verantwoordelijk voor dit verhoogd risico, dieetdranken geven geen probleem. Ook andere producten die fructose bevatten (fruitsappen, appels en sinaasappels) geven een verhoogde kans op jicht!? Kijk, dat is dus nieuw voor mij. In alle overzichtslijstjes voor jichtlijders vind je net terug dat je fruit naar believen mag nuttigen. Snoepjes die fructose bevatten moet je dan weer vermijden. Ja, het wordt soms verwarrend. Jicht is een reumatische aandoening. Ze is al heel lang geleden beschreven.  De Griekse geneesheer Hippocrates had het er 25 eeuwen geleden al over. Men dacht wel altijd dat jicht een gevolg was van een overdaad aan alcohol en rijkelijke maaltijden. De jichtlijder kreeg alle schuld voor zijn ziekte in de schoenen geschoven. Maar het is een te hoog urinezuurgehal

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Benzeen en muconzuur

Beste bloglezers, ik ga het eens hebben over benzeen. Benzeen gaat al een tijdje mee in onze Westerse maatschappij. Het werd in de helft van de 19e eeuw al op industriële schaal geproduceerd. Benzeen heeft een platte ringstructuur, met elektronen die vrij kunnen bewegen in “wolken” boven en onder de ring. Hierdoor is het een heel stabiel molecule, en heel nuttig bij allerhande industriële toepassingen. Er zijn een hele reeks moleculen met gelijkaardige atoomringen, en die worden allemaal aromatische verbindingen genoemd. Ik ben er nu wel snel over heen gegaan, maar destijds hebben hele slimme mensen er een heel lange tijd over gedaan om deze ringstructuur te achterhalen. Friedrich August Kekulé zou uiteindelijk de structuur van benzeen ontdekt hebben naar aanleiding van een droom over een slang die in zijn eigen staart beet. Dromen zijn dus niet altijd bedrog. Om terug te komen op benzeen: helaas is het naast nuttig ook tamelijk ongezond. Benzeen heeft bij acute blootstellin