Deze tekst is eerder verschenen in de PreventFocus nr. 6 van 29 mei 2019.
In 2000 werden de mazelen nog uitgeroeid verklaard in de VS. Destijds was het doel van de Wereldgezondheidsorganisatie om de ziekte tegen 2015 ook wereldwijd uit te roeien. Intussen zijn de mazelen echter terug bezig aan een opmars in de westerse wereld. Hoe is het zover kunnen komen?
Wat is het?
Mazelen is een ernstige, zeer besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door het mazelenvirus. De incubatietijd is zeven à veertien dagen. Een patiënt is ongeveer vier dagen vóór het optreden van de klinische symptomen al besmettelijk; dit duurt tot vijf dagen na het optreden van de huiduitslag. De ziekte wordt overgedragen via de lucht, door hoesten, niezen of praten.
Gevolgen
Er bestaat geen behandeling tegen mazelen. Na een week verdwijnen de symptomen meestal weer spontaan. In tien tot twintig procent van de gevallen treden echter complicaties op, zoals middenoorontsteking of longontsteking, en heel zelden een hersenontsteking met blijvende hersenschade. Voor één à twee patiënten op duizend loopt een mazeleninfectie dodelijk af. Mazelen zijn echter heel eenvoudig te voorkomen door vaccinatie.
Evolutie in Europa
De cijfers in Europa zijn niet dramatisch wanneer we ze vergelijken met de situatie in de jaren tachtig van vorige eeuw. Toen waren er meer dan 850.000 gevallen per jaar, vergeleken met minder dan 85.000 vorig jaar (zie grafiek 1).
Grafiek 1: Evolutie van het aantal gevallen van mazelen in Europa |
Vaccinatie
Wereldwijd
Dit is een weerspiegeling van de wereldwijde vaccinatiecampagnes. In 2000 kreeg 73 procent van alle kinderen wereldwijd in het eerste levensjaar een mazelenvaccin toegediend. In 2015 was dat gestegen tot 85 procent. Door vaccinaties zijn in de periode 2000-2015 naar schatting 20,3 miljoen sterfgevallen door de mazelen voorkomen. Niettemin stierven er in 2015 wereldwijd nog steeds 134.200 mensen aan de ziekte. Het ging hierbij vooral om kinderen jonger dan vijf jaar.
België
In België is er ook een enorme vooruitgang gerealiseerd dankzij ons vaccinatiebeleid. Vaccinatie tegen mazelen maakt deel uit van het basisvaccinatieschema, met een eerste vaccin op de leeftijd van twaalf maanden en een herhalingsvaccin op tien jaar. 96,2 procent van de eenjarigen is gevaccineerd tegen mazelen, bof en rubella, wat heeft geleid tot een drastische reductie van het aantal gevallen, in 1995 nog geschat op meer dan 10.000.
Het herhalingsvaccin wordt echter pas de laatste tien jaar consequent geplaatst. Hierdoor zijn de 20- tot 40-jarigen minder goed beschermd tegen de mazelen. Een aantal van hen ontving als kind immers slechts één vaccin, en maakte de ziekte niet door. Ook zijn bepaalde bevolkingsgroepen in toenemende mate minder goed beschermd: nieuwe inwijkelingen en kinderen van anti-vaxxers. Dit leidt tot regelmatige opflakkeringen van de ziekte, zoals ook te zien is in grafiek 2.
Grafiek 2: Evolutie van het aantal gevallen van mazelen in België |
Uitbraken in België
In maart 2011 was er in Gent een uitbraak van de mazelen. Het begon in een kinderdagverblijf en sloeg over naar twee Steinerscholen. In totaal waren er dat jaar 607 gevallen van mazelen. Vanaf eind december 2016 werd ook Wallonië getroffen. In 2017 was er ook een uitbraak van mazelen in de gevangenis van Gent. Dit alles bracht het totaalaantal gevallen op 369. 2018 was relatief gezien een ‘beter’ jaar met 120 incidenties, maar in 2019 zit het aantal weer in de lift.
Hoewel de situatie de laatste 25 jaar aanzienlijk verbeterd is, zijn de cijfers nog steeds onaanvaardbaar. Elk geval kan immers vermeden worden!
Welke acties?
Kinderen moeten sowieso gevaccineerd worden. Dit niet enkel voor deze kinderen zelf, maar ook om andere kinderen die om medische redenen het vaccin niet verdragen (een verzwakte immuniteit of een allergische overgevoeligheid voor een van de bestanddelen), te beschermen via kudde-immuniteit: als iedereen in de omgeving beschermd is tegen mazelen en dus niet besmettelijk is, is de kans kleiner dat de kwetsbare deelgroep besmet raakt.
Ook personen geboren na 1970 die niet (volledig) gevaccineerd zijn tegen mazelen en de ziekte niet doormaakten, zouden best via een titerbepaling nakijken of ze voldoende beschermd zijn. Indien nodig moeten zij dan twee nieuwe dosissen met (minstens) vier weken tussentijd laten plaatsen. Enkel zwangere vrouwen mogen niet gevaccineerd worden; binnen de eerste maand na vaccinatie wordt men best niet zwanger. In principe zou de werkgever via de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk de titerbepaling en de herhalingsvaccins kunnen voorzien, analoog aan de griepvaccinaties. Niet verplicht, maar voor wie het wenst.