Een tussendoortje.
Wanneer iemand het heeft over zijn of haar werkdruk, en al het werk dat nog te doen valt, moet ik denken aan een verhaal dat ik als kind gelezen heb.
Het verhaal gaat over Thor, god van de donder. Hij heeft zin om op avontuur te gaan en overtuigt de god Loki om hem te vergezellen.
Op hun reis ontdekken ze de burcht van een stel reuzen, en die overtuigen de goden tijdens een banket tot een vriendelijke wedstrijd.
Thor schept op dat hij als de beste kan drinken, dat niemand met hem hierover kan wedijveren.
Okee, zegt de gastheer Utgarda-Loki, ik heb een hoorn waaruit mijn onderdanen drinken. Als deze hoorn in één teug wordt geledigd, dan is er goed gedronken. Sommigen hebben twee teugen nodig, niemand is perfect. En drie teugen... nou, laat ons daar maar over zwijgen.
De hoorn lijkt niet zo groot, dus Thor neemt zonder kijken een diepe teug. Maar bij het neerzetten van de hoorn lijkt die nog even vol als ervoor. Met het schaamrood op de wangen zet Thor de hoorn opnieuw aan zijn lippen, en drinkt zo lang en diep als hij kan. De hoorn is echter nog quasi even vol. De reuzen lachen bulderend. Is dat het beste wat de god aankan? Heel kwaad grijpt Thor een derde keer de hoorn, en dit maal drinkt en drinkt en drinkt hij, tot hij bijna barst. En bij het neerzetten ziet hij wel wat verschil, maar de hoorn is nog verre van leeg. Ik ga niet meer drinken, zegt Thor moedeloos.
Zo zijn er nog een aantal weddenschappen, en de goden verliezen ze allemaal.
Achteraf bekent Utgarda-Loki aan Thor dat hij vals heeft gespeeld. Zo was de hoorn verbonden met de zee. Thor heeft zoveel gedronken, dat hij het verschil tussen eb en vloed heeft veroorzaakt. Maar de zee krijgt hij uiteraard niet leeggedronken.
Dus daar denk ik aan, wanneer iemand het heeft over al het werk dat te doen valt. Zelfs de goden krijgen de zee niet leeggedronken. Verwacht dus ook niet dat je alle problemen opgelost krijgt; er zullen er altijd wel meer komen. Zo is het leven nu eenmaal. Dus drink met volle teugen, maar laat je niet verzuipen.
Wanneer iemand het heeft over zijn of haar werkdruk, en al het werk dat nog te doen valt, moet ik denken aan een verhaal dat ik als kind gelezen heb.
Het verhaal gaat over Thor, god van de donder. Hij heeft zin om op avontuur te gaan en overtuigt de god Loki om hem te vergezellen.
Op hun reis ontdekken ze de burcht van een stel reuzen, en die overtuigen de goden tijdens een banket tot een vriendelijke wedstrijd.
Thor schept op dat hij als de beste kan drinken, dat niemand met hem hierover kan wedijveren.
Okee, zegt de gastheer Utgarda-Loki, ik heb een hoorn waaruit mijn onderdanen drinken. Als deze hoorn in één teug wordt geledigd, dan is er goed gedronken. Sommigen hebben twee teugen nodig, niemand is perfect. En drie teugen... nou, laat ons daar maar over zwijgen.
De hoorn lijkt niet zo groot, dus Thor neemt zonder kijken een diepe teug. Maar bij het neerzetten van de hoorn lijkt die nog even vol als ervoor. Met het schaamrood op de wangen zet Thor de hoorn opnieuw aan zijn lippen, en drinkt zo lang en diep als hij kan. De hoorn is echter nog quasi even vol. De reuzen lachen bulderend. Is dat het beste wat de god aankan? Heel kwaad grijpt Thor een derde keer de hoorn, en dit maal drinkt en drinkt en drinkt hij, tot hij bijna barst. En bij het neerzetten ziet hij wel wat verschil, maar de hoorn is nog verre van leeg. Ik ga niet meer drinken, zegt Thor moedeloos.
Zo zijn er nog een aantal weddenschappen, en de goden verliezen ze allemaal.
Achteraf bekent Utgarda-Loki aan Thor dat hij vals heeft gespeeld. Zo was de hoorn verbonden met de zee. Thor heeft zoveel gedronken, dat hij het verschil tussen eb en vloed heeft veroorzaakt. Maar de zee krijgt hij uiteraard niet leeggedronken.
Dus daar denk ik aan, wanneer iemand het heeft over al het werk dat te doen valt. Zelfs de goden krijgen de zee niet leeggedronken. Verwacht dus ook niet dat je alle problemen opgelost krijgt; er zullen er altijd wel meer komen. Zo is het leven nu eenmaal. Dus drink met volle teugen, maar laat je niet verzuipen.