Deze tekst is eerder verschenen in de PreventActua nr. 12 van 27 mei 2019, als "Opinie: Cognitieve vooroordelen en preventie".
Naar aanleiding van een incident aan het Brusselse Noordstation heeft Prevent me een opiniestuk gevraagd over de relativiteit van het menselijke denken en de impact ervan op preventie.
De aanleiding
Een hele heisa aan het Brusselse Noordstation recent. De buschauffeurs van De Lijn klagen al maanden over de onveilige en onhygiënische toestanden in het station. Maar de druppel die de emmer doet overlopen, is het zicht van politieagenten die met mondmaskers rondlopen. Geen reden tot ongerustheid, verklaart de arbeidsarts van De Lijn, en verzekeren ook externe experts, maar het mag niet baten: de buschauffeurs zullen dat station niet langer aandoen. Waarom zijn mensen zulke slechte inschatters van risico’s? En hoe beïnvloedt dat pogingen tot objectieve risicoanalyses?
Emotie boven ratio?
Ik wil zeker niet het onveiligheidsgevoel van de buschauffeurs minimaliseren. Ik kan absoluut geloven dat het niet evident werken is, en dat ze zich niet veilig voelen doordat er meerdere gevallen van agressie zijn opgetreden. Maar de vrees voor besmettelijke aandoeningen, de doorslaggevende factor in dit verhaal, is niet terecht.
Volgens de ngo Dokters van de Wereld is er geen sprake van een uitbraak van tuberculose, malaria of schurft onder de groep transmigranten in het treinstation Brussel-Noord. Uit de cijfers van de medische consultaties blijkt dat het aantal gevallen van tuberculose stabiel blijft, terwijl het aantal meldingen van schurft zelfs is gedaald.
Bovendien betekent het aantal gevallen van tbc, malaria of schurft bij transmigranten niet noodzakelijk een gezondheidsrisico voor de buschauffeurs. De migranten op doorreis hebben als groep een zwakkere gezondheid en leven onder moeilijkere omstandigheden, waardoor ze vatbaarder zijn voor infecties en besmettingen. En malaria is een tropische infectieziekte die de transmigranten hebben opgelopen in het land van herkomst, die enkel via de malariamug wordt overgedragen. Deze mug is niet aanwezig in België.
Dit alles is door de experten uitgelegd, en toch woekert de vrees voort. Hoe komt dat?
Is de mens wel zo rationeel?
De hoogleraar psychologie en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman heeft in zijn uitmuntende boek ‘Ons feilbare denken’ aangetoond dat we veel irrationeler zijn dan we denken. Hij legt uit dat we twee denksystemen hebben: een snelle, intuïtieve manier en een langzame, weloverwogen manier. Beide zijn uitermate praktisch, maar het gaat vaak fout omdat we – zonder dat we het doorhebben – de verkeerde manier van denken gebruiken.
Evolutionair is dit heel zinvol. Wanneer onze voorouders iets hoorden ruisen in het struikgewas, gingen ze hier niet weloverwogen beginnen nadenken. Neen, ze maakten zich met een rotvaart uit de buurt, en ze zagen achteraf wel of het een woeste sabeltandtijger was, dan wel een wit konijntje.
Het vernieuwende verborgencameraprogramma Trigger Happy (later Tragger Hippy en Hagger Trippy) maakte enkele jaren terug nog dankbaar gebruik van deze instinctieve reactie, door een aantal acteurs in schijnbare paniek door de straat te laten lopen. Nietsvermoedende wandelaars begonnen dan steevast in dezelfde richting mee te rennen.
Dus wanneer overwerkte buschauffeurs in een relatief onveilige buurt met een gestigmatiseerde bevolkingsgroep plots politieagenten met mondmaskers zien rondlopen, is het dan zo verrassend dat ze zich ernstig zorgen beginnen te maken over hun eigen gezondheid?
Beschikbaarheidsheuristiek
Het omgekeerde is ook waar, trouwens. Iedereen kent wel The smoke filled room study, waarbij nietsvermoedende proefpersonen tijdens een brandalarm braaf op hun stoel blijven zitten wanneer de anderen (ingehuurde acteurs) niet verroeren. Eind vorig jaar is dit fenomeen nog eens tentoongesteld in een aflevering van De Slimste Mens ter Wereld. Een aantal bezorgde blikken, maar zolang de presentator Erik Van Looy aan zijn spreekgestoelte blijft staan, wachten de deelnemers en het publiek gedwee af. Conformiteit weegt zwaarder door dan veiligheid.
Een ander belangrijk fenomeen is wat de beschikbaarheidsheuristiek wordt genoemd. Wanneer men een bepaald onderwerp meer kent (bijvoorbeeld asbest) of een bepaald risico in de aandacht komt (bijvoorbeeld door alarmistische berichten in de populaire pers), dan gaat men dit risico hoger inschatten.
Zo herinner ik me dat ik op een comité van een drukkerij met handen en voeten moest uitleggen dat het gefixeerde asbestkoord dat tweemaal per jaar tijdens het onderhoud van de machine geïnspecteerd werd, een gevoelig lager gezondheidsrisico gaf dan bijvoorbeeld de solventen die continu vrijkwamen. “Maar… maar het is asbest!”, zeiden ze dan.
Een ander voorbeeld? In de maanden (en jaren) na het uitbrengen van Steven Spielbergs film Jawshadden dagtoeristen meer schrik voor eventuele witte haaien bij het pootjebaden dan voor een auto-ongeluk op de weg naar of van de kust, ook al lag het risico voor dat laatste een factor van meer dan 10.000 hoger.
Breng een rationele boodschap op een overtuigende manier
Dit zijn slechts twee voorbeelden van cognitieve vooroordelen die de mensen hebben, en die de aanvaarding van een objectieve risicoanalyse niet eenvoudig maken. Het is met andere woorden niet voldoende om zich te baseren op objectieve feiten, men moet de boodschap ook overtuigend kunnen overbrengen. Zal ik bij deze een aantal richtlijnen meegeven die hierbij kunnen helpen.
Wees objectief
Een objectieve risicoanalyse blijft sowieso de basis. Men moet zich dus zoveel mogelijk op objectieve informatie baseren, vrij van emotionele vooroordelen. Welke zijn de effectieve risico’s? Wat kan men, indien nodig, doen om deze te beperken? Maak op basis hiervan een duidelijke risicoanalyse met concrete richtlijnen en, wanneer van toepassing, een actieplan.
Communiceer
Bespreek dit alles rechtstreeks met de betrokkenen. Sta open voor de bezorgdheden; minimaliseer deze niet maar geef duidelijke en gefundeerde antwoorden. In eerste instantie moeten de mensen kunnen begrijpen wat bedoeld wordt, en weten wat ze zelf kunnen doen. Een gevoel van controle is heel belangrijk.
Draag het uit
De richtlijnen moeten uitgedragen en opgevolgd worden door de directie en de directe hiërarchie. Wanneer er geen draagvlak is, zal er geen veiligheidscultuur zijn, en gaan mensen zich ofwel niet au sérieux genomen voelen, ofwel zelf onnodige veiligheids- en/of gezondheidsrisico’s nemen.
Volg het op
Herevalueer de risicoanalyse op regelmatige basis of bij nieuwe informatie, en stuur deze wanneer nodig bij. Hou ook telkens de betrokkenen op de hoogte.