SARS-CoV-2 virus testen. Iedereen wilt ze. Maar niemand krijgt ze vast. Of toch? Hoe zit het met die snelle zelftesten? En kunnen ze het nu niet in het bloed gaan detecteren? Ik geef een overzicht van de huidige stand van zaken (05/04/2020).
1 Er zijn van bij de aanvang van deze coronacrisis de “klassieke” neusuitstrijkjes (PCR analyse op een nasofaryngeaele swab): die kan men uitvoeren vanaf de besmetting tot aan de genezing. Maar omwille van een tekort aan materiaal en testcapaciteit zijn deze nu voorbehouden voor zorgpersoneel in ziekenhuizen of erg zieke mensen. Ze hebben sinds vorige vrijdag de capaciteit wel kunnen verhogen van 3 Ã 4000 naar 10.000 testen per dag. Maar daar zal in eerste instantie zorgpersoneel in woonzorgcentra mee getest worden.
2 Sinds enkele weken is er ook een snelle antigentest (ook in de neus): meer specifiek gaat het over de COVID-19 antigen Respi-Strip van de firma Coris Bioconcept. Deze kan binnen een tijdsspanne van 15 minuten de aanwezigheid van virale antigenen detecteren. Maar ook al geeft het bedrijf aan dat de test 100% betrouwbaar is, de waarheid is meer genuanceerd. Zij hebben het over de specificiteit. Dat betekent dat bij iemand die niet besmet is, de test ook nooit een positief resultaat zal geven (= 100% specificiteit). Het heeft echter een behoorlijk lage sensitiviteit, van 60%. Dat betekent dat bij testen op tien besmette mensen deze test vier keer een negatief resultaat aanbrengt. Het heeft wel een uitstekende positief predictieve waarde. Dit betekent dat bij een positief testresultaat dit ook effectief betekent dat de patiënt ziek is. Omwille hiervan is deze test zinvol als eerste screening (“wie is zeker besmet”), met hierna een neusuitstrijkje bij de vermoede gevallen die toch een negatief resultaat geven. Maar als apart screeningsmiddel voor bedrijven is het niet bruikbaar, gezien men dus zo 4 op de 10 besmettelijke mensen toch zou laten werken.
3 De serologische testen (via bloedonderzoek): na minstens 7 dagen besmetting gaan bij deze mensen antilichamen circuleren in het bloed; IgM in de acute fase en IgG bij immuniteit. Zulke testen worden bvb. ook gebruikt na een prikongeval of om te checken of iemand voldoende beschermd is na een vaccinatiereeks. Deze test is echter nog in validatiefase; men moet eerst zeker zijn dat de test voldoende betrouwbaar is. Zodra dit het geval is, zal dit een zeer nuttig instrument zijn om op grote schaal in kaart te brengen wie besmet is geweest met SARS-CoV-2 en dus (toch minstens voor meerdere maanden) de ziekte COVID-19 niet meer kan doormaken.
4 Er zijn al een tijdje commercieel beschikbare zelftesten (via bloedonderzoek): deze zijn net zoals de nog te valideren serologische testen (zie 3) ook gebaseerd op een detectie van IgM en IgG tegen het SARS-CoV-2 virus. Ze zijn echter erg onbetrouwbaar, met een sterk variërende specificiteit en sensitiviteit. Omwille hiervan heeft het FAGG (het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten) recent zelfs besloten om in het belang van de volksgezondheid deze snelle diagnosetests gedurende 6 maanden te verbieden via Koninklijk besluit, zie ook in hun nieuwsbericht.
Het evolueert snel. Hopelijk zijn de serologische testen snel gevalideerd en kunnen ze ook snel opgeschaald worden. Dit zal toelaten om te detecteren wie met een gerust hart het werk opnieuw kan opnemen.