Doorgaan naar hoofdcontent

Zullen vakantiejobs nog mogen?

Het SARS-CoV-2-virus wordt geklasseerd in biologische agentia groep 3. Afhankelijk van wanneer dit officieel gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad, zal dit ook impact hebben op de vakantiejobs deze zomer. Want biologische agentia groep 3 en 4 behoren tot de verboden werkzaamheden voor jongeren.



Momenteel staan de coronavirussen al vermeld in het KB Biologische agentia, onder risicogroep 2. Er was al een advies van de Belgian Biosafety Server (BBS) en de dienst Welzijn op het Werk van de FOD WASO om het SARS-CoV-2 virus te classificeren onder risicogroep 3, ik heb daar op 20 april nog een artikel over gemaakt voor Kluwer.

De Europese Commissie heeft nu een nieuwe richtlijn opgesteld die 24 juni van kracht wordt. Hierin wordt het SARS-CoV-2-virus geclassificeerd onder de risicogroep 3. De lidstaten hebben tot 24 november om hun eigen wetgeving aan te passen. 


Jobstudenten of studenten-werknemers worden volgens de welzijnswetgeving ook beschouwd als jongeren (categorie e). Zij mogen niet blootgesteld worden aan (onder meer) biologische agentia groep 3 en 4. 

Er zijn uitzonderingen mogelijk op deze verboden activiteiten. Hiervoor moet dan wel voldaan zijn aan vijf voorwaarden:
  • De jobstudent is minstens 18 jaar oud
  • De studierichting stemt overeen met de werkzaamheden die eigenlijk verboden zijn
  • De werkgever treft de nodige preventiemaatregelen
  • De activiteiten vinden plaats in het bijzijn van een ervaren werknemer
  • Het advies van het comité en de preventieadviseur wordt gevraagd

Wat houdt dit alles nu concreet in? 

Je kunt argumenteren dat dit risico eigenlijk enkel van toepassing is bij werknemers die vanuit hun functie een verhoogd risico op contact met het SARS-CoV-2-virus hebben. Bijvoorbeeld ziekenhuismedewerkers, of werknemers in woonzorgcentra. 

Of in het verlengde ervan, brandweerlieden of ambulanciers - zeker nu Fedris ook hen erkent voor aanvragen van beroepsziekte hiervoor. 

Fedris voorziet een nieuwe uitbreiding, naar ook werknemers in essentiële sectoren die actief zijn gebleven in de periode van 16 maart tot 17 mei. 

Dus dan zouden ook werknemers in grootwarenhuizen dit risico toegewezen moeten krijgen - maar misschien ook niet, want je kunt argumenteren (zoals Fedris doet met haar datumbepaling) dat na 17 mei het risico "niet meer zo hoog" is, en dus niet meer van toepassing. 
Maar dat is een zeer indicatieve interpretatie, ik zou niet de advocaat willen zijn die dat juridisch moet verdedigen.


Als het risico wél van toepassing is/blijft voor jobstudenten die contact met het publiek hebben, dan zouden bijvoorbeeld horeca-uitbaters of grootwarenhuizen dus geen jobstudenten meer mogen aanstellen. 

Behàlve jobstudenten die toevallig ook studenten geneeskunde of verpleegkunde zijn.
Want die volgen een studierichting die overeenstemt met de werkzaamheden die eigenlijk verboden zijn.

Ja, het zal een interessante discussie worden.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels