Nederland kan nog steeds vooruitgang boeken in het optimaliseren van de arbeidsomstandigheden. Primair door de uitvoering en evaluatie van risico-inventarisatie te versterken, onder andere door KMO’s beter te ondersteunen, preventieve maatregelen te bevorderen en werknemers meer inspraak te geven in het arbobeleid. De overheid moet de handhaving intensiveren. Dit is de boodschap die de Sociaal-Economische Raad (SER) uitdraagt in het eerste deel van het advies “Naar een werkend arbostelsel voor iedereen”. Er is (nog) geen dergelijk document in België, maar er zijn gelijkluidende echo’s. Het is dus nuttig om de adviezen van de SER onder de loep te nemen.
De SER fungeert als het voornaamste adviesorgaan voor de
regering en het parlement in Nederland, gericht op sociaal-economische kwesties.
In de SER zijn ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (ook wel
kroonleden genoemd) verenigd. In een nieuw advies van 76 pagina's, deelt de SER
haar visie over de werking van het arbostelsel en geeft ze beleidsaanbevelingen
voor veilig en gezond werken in de komende jaren. De aanleiding voor dit advies
is het verzoek van de voormalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
om te reageren op de kabinetsnota “Op weg naar de Arbovisie 2040!: De
hoofdlijnen” (ook bekend als de Hoofdlijnennota of HLN).
Aanbevelingen en Onderwerpen voor Toekomstig Arbobeleid
Volgens de SER is het zelfregulerende beleid en
stimuleringsprogramma's van de afgelopen jaren niet effectief genoeg geweest in
het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Er is een grotere focus nodig op
preventie en naleving van de arboregels. De SER stelt urgente zaken vast die
onmiddellijk aangepakt moeten worden, evenals complexere onderwerpen die
verdere overweging vereisen vanwege hun verbinding met bredere thema's zoals
sociale zekerheid, arbeidsmarktregulering en technologisering. In dit advies geeft
de SER concrete aanbevelingen voor de urgente onderwerpen die verband houden
met preventie en handhaving binnen het stelsel.
Afbeelding: Hoe het arbobeleid vorm dient te krijgen op
bedrijfsniveau (verantwoordelijkheden en onderlinge relaties). Bron: SER
Arbovisie 2040, deel 1, p. 54.
Prioriteiten korte termijn
De SER ziet concrete mogelijkheden om preventie en
handhaving te versterken.
Aanbeveling 1: Stel heldere preventiedoelen vast en
monitor deze
De SER beveelt aan om voor de periode 2023-2040 meetbare
preventiedoelen te formuleren op nationaal, sectoraal en bedrijfsniveau. De
voortgang moet worden gecontroleerd via geschikte indicatoren per risicotype.
De aandacht moet liggen bij de drie grootste oorzaken van uitval: psychosociale
arbeidsbelasting, fysieke belasting en gevaarlijke stoffen. Hierbij moet
rekening worden gehouden met verschillen binnen de beroepsbevolking en aandacht
zijn voor ongelijkheden binnen het arbobeleid. De SER adviseert om
psychosociale arbeidsbelasting en fysieke belasting verplicht op te nemen in
elke actieve arbocatalogus en risico-inventarisatie en -evaluatie. (seksueel)
Grensoverschrijdend gedrag moet een aparte categorie zijn binnen de
risico-inventarisatie en -evaluatie.
Gevaarlijke stoffen blijven een focuspunt. Toekomstig beleid
moet de naleving van relevante Arboregels bevorderen. Hierbij zijn grenswaarden
belangrijk, zowel privé (door bedrijven vastgesteld) als wettelijk. De SER
beveelt een nieuwe systematiek aan voor het bepalen van de haalbaarheid van
wettelijke grenswaarden. De beginwaarde moet een verbodswaarde zijn en er moet
meer betrokkenheid zijn van de Nederlandse Arbeidsinspectie bij het monitoren
van grenswaarden en haalbaarheidsstudies.
Aanbeveling 2: Stimuleer werknemersbetrokkenheid bij
arbobeleid
Op dit moment ontbreekt bij veel bedrijven een actieve rol
voor medezeggenschap van werknemers in veilig en gezond werken. De SER adviseert
daarom te investeren in medezeggenschap gericht op veilig en gezond werken. Elk
bedrijf dat verplicht is een ondernemingsraad te hebben, moet een commissie
instellen voor overleg over veilig en gezond werken. Bij bedrijven zonder
ondernemingsraad moet dit overleg op een andere manier worden georganiseerd.
Werknemers kunnen hierbij ondersteuning krijgen van een preventiemedewerker.
Om de werknemersparticipatie in het arbobeleid effectief te
controleren, stelt de SER voor om artikel 12 van de Arbowet handhaafbaar te
maken en in lijn te brengen met de Europese wetgeving. Ook moeten werkgevers
aan de Arbeidsinspectie schriftelijk bevestigen dat ze hebben overlegd met
relevante werknemers bij het opstellen van de RI&E (de
risico-inventarisatie en -evaluatie). Overheid en sociale partners moeten meer
inzetten op voorlichting en campagnes om het belang van medezeggenschap te
benadrukken en het kennisniveau over rechten en plichten in relatie tot veilig
en gezond werken te verhogen. Tenslotte pleit de SER voor meer aandacht voor
het betrekken van platformwerkers bij het arbobeleid van hun platform.
Aanbeveling 3: Verhoog het aantal bedrijven dat een
RI&E opstelt
Hoewel dit al verplicht is, hebben veel bedrijven, vooral
KMO’s, nog geen RI&E opgesteld. De SER adviseert het opstellen van een
RI&E op verschillende manieren te bevorderen:
- Ontwikkel en bied een
start-RI&E aan voor KMO’s, gespecificeerd naar sectoren en gericht op
prioritaire risico's. Hoewel het geen juridische status heeft, fungeert
het als een stap naar een volledige RI&E. Bedrijven kunnen beginnen
met deze start-RI&E, maar moeten deze vervolgens uitbreiden tot een
volledige RI&E om aan de wettelijke verplichting te voldoen.
- Laat bedrijven hun
volledige RI&E en basiscontract met de arbodienst digitaal melden bij
de Arbeidsinspectie. Zelfs wanneer een bedrijf geen gebruik maakt van een
branche-RI&E, moet het nog steeds hun RI&E melden bij de
Arbeidsinspectie.
- Zorg voor voldoende
gecertificeerde kerndeskundigen volgens het nieuwe certificatieschema. Monitoren
van de ontwikkeling rondom dit schema is belangrijk om te voorkomen dat er
een tekort aan gecertificeerde kerndeskundigen ontstaat.
- Implementeer toetsing
van branche-RI&E's (voor bedrijven tot 25 werknemers) in twee fasen.
Wanneer er overeenstemming is over de inhoud van de branche-RI&E,
wordt deze getoetst door gecertificeerde kerndeskundigen. Na een positieve
toetsing wordt de branche-RI&E gemeld bij het Steunpunt RI&E.
- Verwacht een actieve
adviserende houding van arbodiensten/kerndeskundigen bij het afsluiten van
een basiscontract met een bedrijf over de RI&E en het actieplan. Hier
ligt ook een rol bij certificering en de Arbeidsinspectie.
Aanbeveling 4: Verbeter de kennisinfrastructuur en
implementatie.
De SER merkt op dat de verspreiding van arbeidskennis
verbetering vereist. Zij pleiten voor meer kennisdeling, meer samenwerking en
betere rolverdeling. Werkgevers en werknemers moeten een grotere rol spelen in
de kennisinfrastructuur, en juiste deskundigheid is essentieel.
Aanbeveling 5: Zorg voor continue financiering voor
preventie op organisatieniveau.
Bedrijven investeren vaak onvoldoende in preventie. Om dit
te verhelpen, adviseert de SER bedrijven om preventieve maatregelen te
specificeren in hun basiscontract en een preventiebudget te reserveren. Het
betrekken van kerndeskundigen is hierbij cruciaal.
Aanbeveling 6: Handhaaf adequaat arbobeleid ondanks
het tekort aan bedrijfsartsen.
De SER adviseert bedrijven om hun arbobeleid op peil te
houden door verantwoorde taakdelegatie en betere samenwerking. Innovatieve
benaderingen kunnen helpen bij het omgaan met het tekort aan bedrijfsartsen.
Kerndeskundigen spelen een cruciale rol in preventiebeleid.
Aanbeveling 7: Stimuleer bronbeleid.
Er is meer aandacht nodig voor de ontwikkeling van nieuwe,
intrinsiek veilige en duurzame technologieën, materialen, producten of
processen. Onderzoek naar technologische ontwikkelingen kan nieuwe inzichten
bieden. Synergie met andere wettelijke kaders en langdurige beleids- en
financieringsperspectieven zijn essentieel.
Aanbeveling 8: Intensifieer overheidsbetrokkenheid en
handhaving.
De SER pleit voor meer betrokkenheid van de overheid om de
werking van het arbostelsel te verbeteren. Dit impliceert passende acties van
de Arbeidsinspectie bij ontoereikende naleving van de arbowetgeving, waaronder:
- Melding van
beroepsziekten bij de Arbeidsinspectie volgens ILO-verdrag 81.
- Verbetering van
specifieke kennis voor diagnose van beroepsziekten, verwijzend naar
modellen zoals Lexces.
- Sancties voor
bedrijfsartsen die nalaten beroepsziekten te melden aan het NCvB (het
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten).
- Onderzoeksplicht van de
Arbeidsinspectie bij meldingen van onveilige of ongezonde werksituaties.
- Verbetering van de
kwaliteit en bruikbaarheid van arbocatalogi.
De SER zal de voortgang en impact van haar voorstellen
actief monitoren en waar nodig extra voorstellen formuleren. Ze blijft
betrokken bij verdere beleidsontwikkeling en implementatie.
Lange termijn onderwerpen
De SER zal complexe en interdisciplinaire onderwerpen in
vervolgadviezen behandelen, waaronder:
- Structuur en
financiering van bedrijfsgezondheidszorg.
- Samenwerking tussen
arbocuratieve en reguliere zorg.
- Voors en tegens van
financiële stimulansen voor preventie.
- Invloed van
maatschappelijke en technologische trends op arbeidsomstandigheden.
- Afstemming van de
Arbowet op de huidige praktijk.
Hoewel er richtinggevende uitspraken worden gedaan over deze
onderwerpen, zullen ze in toekomstige adviezen verder worden uitgewerkt.
Een veilige en gezonde werkomgeving is van vitaal belang
voor bedrijven en organisaties, werkgevers, werknemers en de samenleving in
zijn geheel. Bedrijven en organisaties streven ernaar een aantrekkelijke,
veilige en gezonde werkplek te creëren waar mensen graag willen werken en hun
productiviteit kunnen behouden. Voor werknemers is het belangrijk om hun
werkzaamheden met energie en voldoening in een prettige omgeving uit te kunnen voeren.
Dit is tevens voordelig voor de samenleving in brede zin: een gezondere
bevolking resulteert in minder kosten en inspanningen gerelateerd aan zaken
zoals begeleiding bij ziekteverzuim, verzekeringskwesties en de behandeling van
arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Via deze reeks aanbevelingen benadrukt de SER het belang van
voortdurende aandacht en actie voor preventie en veiligheid op de werkplek. Ze
vormen een pad voor een efficiënter arbostelsel, een verbeterde
kennisinfrastructuur en beter preventiebeleid. Ze zijn gericht op het
stimuleren van investeringen in preventie, het aanpakken van het tekort aan
bedrijfsartsen, het bevorderen van innovatieve maatregelen en het verbeteren
van de betrokkenheid van de overheid. Tegelijkertijd benadrukt de SER het
belang van lange termijn thema's die verder onderzoek en actie vereisen. Met
deze geïntegreerde aanpak streeft de SER naar een duurzame verbetering van de
arbeidsomstandigheden, ten gunste van zowel werknemers als werkgevers.
Bronnen:
SER - Verbeter arbeidsomstandigheden en doe meer aan
arbopreventie https://www.ser.nl/nl/Publicaties/arbovisie-2040
SER Arbovisie 2040, deel 1 (pdf) https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2023/arbovisie-2040-deel-1.pdf