Een websurfer heeft me volgende vragen gesteld: “Wat doet onderhuidse schimmelinfectie juist? Tast ze de spieren aan? Wat doet ze met de organen? Wat zou het eindresultaat zijn als je niets onderneemt?”
Ik zal beginnen met korte antwoorden op bovenstaande vragen.
Wat doet onderhuidse schimmelinfectie juist?
Schimmels zijn eenvoudige organismen die parasiteren op de huid. Schimmelziekten of mycoses treden vaak op als de weerstand vermindert, bijvoorbeeld bij suikerziekte of het nemen van medicatie die het immuunstelsel onderdrukt.
Onderhuidse schimmelinfecties komen in West-Europa quasi niet voor, zij worden bijna enkel in de tropen teruggevonden.
Tast ze de spieren aan? Wat doet ze met de organen?
Doorgaans blijft de mycose beperkt tot de huid. Bij sommige tropische schimmelziekten kunnen de letsels zich echter wel uitbreiden tot in de mucosae, de spieren, de beenderen, de longen en soms geven ze aanleiding tot een systemische infectie.
Wat zou het eindresultaat zijn als je niets onderneemt?
De in West-Europa optredende mycoses zijn meestal niet ernstig, maar vaak wel besmettelijk, vaak onaangenaam en vooral hardnekkig en moeten bovendien langdurig worden behandeld om herhaling te vermijden. Diepe mycoses zijn wel ernstiger en moeilijker te behandelen dan de oppervlakkige schimmelziekten. Onbehandeld kunnen ze zich uitbreiden (waarschijnlijk via het lymfevatenstelsel) en over de ledematen soms pijnlijke huidletsels geven.
Om een volledig antwoord te geven, ga ik toch even uitweiden over schimmelziekten.
1. Onderverdeling
Schimmelziekten kunnen worden onderverdeeld op basis van verschillende criteria:
1.1. Oppervlakkig of diep
Een dermatomycose ontstaat door groei van schimmels (dermatofyten) of gisten in de oppervlakkige lagen van de huid. Indien de mycose zich uitbreidt tot onder het stratum corneum, is er sprake van een diepe mycose. Diepe of subcutane mycoses komen in West-Europa quasi niet voor, zij worden bijna enkel in de tropen teruggevonden. Diepe mycoses zijn gevaarlijker en moeilijker te behandelen dan de oppervlakkige schimmelziekten.
1.2. De lokalisatie
Al naar gelang de plaats van de infectie kan gesproken worden van bijvoorbeeld tinea pedis (schimmelziekte van de voeten), tinea corporis (schimmelziekte van de romp), tinea barbae (schimmelziekte van de baardstreek), dermatomycose (schimmelziekte van de huid), tri-chomycose (schimmelziekte van het haar), onychomycose (schimmelziekte van de nagels).
1.3. De veroorzaker
Legt men de nadruk op de veroorzaker van de ziekte, dan spreekt men van bijvoorbeeld trichofytie (veroorzaakt door Trychofyton -soorten), microsporie (veroorzaakt door Microsporon-soorten), candidasis (veroorzaakt door Candidasoorten).
1.3.1. Candidiasis of vaginale schimmelinfecties.
Meestal worden ze veroorzaakt door Candida albicans, een schimmel die normaal in het spijsverteringskanaal en de genitale slijmvliezen gedijt. Als de geschikte factoren aanwezig zijn, kan de Candida ziekteverwekkend werken op de huid, de nagels en de slijmvliezen.
1.3.2. Dermatofyten.
Bepaalde dermatofyten worden doorgegeven door de mens (kleren, besmette ondergrond), andere door dieren (katten, honden, paarden). Het zijn organismevreemde schimmels, die altijd ziekteverwekkend zijn. Er bestaan drie types: Trichofyton (op de huid, de nagels en het haar), Microsporum (op de huid en de hoofdhuid), Epidermofyton (op de kale huid).
Dermatofyten veroorzaken ook het alom gekende ringworm. Hierbij beperken de schimmelcellen zich tot het keratine in dode huidcellen. De belangrijkste verwekker van ringworm is de schimmel Trichophyton rubrum.
1.3.3. Pityrosporum.
Deze soort wordt veroorzaakt door Pitysporon Ovale ofte Malassezia furfur, een soort gist die van bij de geboorte op de huid leeft. Het is verantwoordelijk voor schilfertjes op de hoofdhuid, en veroorzaakt tevens pityriasis (of tinea) versicolor, een vrij vaak voorkomende – NIET besmettelijke – zomerschimmel.
2. Diagnose
De dokter zal de wondjes aandachtig onderzoeken om de specifieke karakteristieken te kunnen bepalen. Met kan echter alleen met zekerheid een diagnose stellen en een aangepaste behandeling opstellen door het nemen van een monster en door een cultuur te kweken van de schimmel op een welbepaalde voedingsbodem. Het monster wordt genomen uit de afscheidingen of het vocht van het slijmvlies of de huid en wordt in het laboratorium volgens twee processen onderzocht: een onderzoek rechtstreeks onder de microscoop en de cultuur op een speciale voedingsbodem.
3. Behandeling
Antifungoïde behandelingen (tegen schimmels) bestaan onder verschillende vormen (pommades, crèmes, lotions, poeders, vaginale zetpillen, lak, tabletten) en maken het aldus mogelijk om de behandeling aan de aard en de plaats van de mycose aan te passen.
Om de kans op volledige genezing van een mycose zo groot mogelijk te maken, is het essentieel dat de behandeling lang genoeg wordt volgehouden. De schimmel kan immers nog aanwezig zijn, zelfs als de tekenen niet meer zichtbaar zijn. Zo moet men de plaatselijke behandeling van de wondjes nog een tiental dagen na het verdwijnen ervan voortzetten, ofwel gedurende minstens twee à drie weken.
In geval van genitale mycose moet men twee plaatselijke antifungoïde kuren doen (met zetpillen) met een interval van vijftien dagen of een maand. In dit geval moet men de partner ook onderzoeken en eventueel behandelen.
Als het om nagelwalontsteking gaat (onychia of perionychia), moet de behandeling gedurende drie tot negen maanden worden volgehouden tot een nieuwe, gezonde nagel in de plaats is gekomen.
In de mate van het mogelijke moet men de factoren die mycoses veroorzaken (maceraties, vochtigheid, ongepast gebruik van ontsmettingsmiddelen of zeep met een hoge zuurgraad) vermijden. Het verdient ook aanbeveling om de inname van suiker en alcohol, die de vermenigvuldiging van gist stimuleren, te beperken.
Diepe dermatomycosen worden doorgaans behandeld met kaliumjodide, in druppelvorm (via de mond, niet op het letsel). Er is een (relatief nieuw) geneesmiddel op de markt, itraconazol (o.a. gekend onder de merknaam Sporanox). Over de effectiviteit van deze opties heb ik niet veel kunnen terugvinden. Nu, op een website staat te lezen dat griseofulvine eigenlijk het middel van eerste keus is. Ik denk echter niet dat dit middel in België nog te verkrijgen is. En op een andere site staat dat Fungizone (amfotericine B) bij diepe mycosen dient toegediend te worden. Dit is wel een redelijk toxisch middel. Dikwijls wordt een testdosis amfotericine B gegeven vooraleer het intraveneus infuus wordt gestart, waarbij dan de dosis wordt opgedreven in functie van de toxiciteit. Ik denk wel dat men bij diepe mycoses in een vroeg stadium eerst kaliumjodide en/of itraconazol zal toepassen.
Indien de aard en de verspreiding van de diepe mycose het toelaten, wordt soms ook geopteerd voor een chirurgische ingreep, voor lokale cryotherapie (bevriezen van de schimmelcellen) of hittetherapie.
Besluit
Ik kan nog veel verder uitweiden over de verschillende behandelingsmodaliteiten voor allerhande types van mycoses, of over de verscheidene soorten van diepe mycoses, maar dat zou wellicht wat te ver reiken voor deze blog. Liever verwijs ik daarvoor naar onderstaande webpagina’s, die ik ook als bronnen voor bovenstaande tekst heb gebruikt.
Bij vermoeden van een onderhuidse schimmelinfectie zou ik aanraden een dermatoloog te raadplegen. Op basis van een schimmelkweek kan deze bepalen welke behandeling dient ingesteld te worden. Hoe sneller deze ingesteld wordt, hoe beter de prognose.
Bronnen
e-gezondheid.befungalguide.cakiesbeter.nlitg.bemedmicro.wisc.edu (pdf!)
huidziekten.nlartsennet.nlhuidarts.comhuidinfo.nl
Ik zal beginnen met korte antwoorden op bovenstaande vragen.
Wat doet onderhuidse schimmelinfectie juist?
Schimmels zijn eenvoudige organismen die parasiteren op de huid. Schimmelziekten of mycoses treden vaak op als de weerstand vermindert, bijvoorbeeld bij suikerziekte of het nemen van medicatie die het immuunstelsel onderdrukt.
Onderhuidse schimmelinfecties komen in West-Europa quasi niet voor, zij worden bijna enkel in de tropen teruggevonden.
Tast ze de spieren aan? Wat doet ze met de organen?
Doorgaans blijft de mycose beperkt tot de huid. Bij sommige tropische schimmelziekten kunnen de letsels zich echter wel uitbreiden tot in de mucosae, de spieren, de beenderen, de longen en soms geven ze aanleiding tot een systemische infectie.
Wat zou het eindresultaat zijn als je niets onderneemt?
De in West-Europa optredende mycoses zijn meestal niet ernstig, maar vaak wel besmettelijk, vaak onaangenaam en vooral hardnekkig en moeten bovendien langdurig worden behandeld om herhaling te vermijden. Diepe mycoses zijn wel ernstiger en moeilijker te behandelen dan de oppervlakkige schimmelziekten. Onbehandeld kunnen ze zich uitbreiden (waarschijnlijk via het lymfevatenstelsel) en over de ledematen soms pijnlijke huidletsels geven.
Om een volledig antwoord te geven, ga ik toch even uitweiden over schimmelziekten.
1. Onderverdeling
Schimmelziekten kunnen worden onderverdeeld op basis van verschillende criteria:
1.1. Oppervlakkig of diep
Een dermatomycose ontstaat door groei van schimmels (dermatofyten) of gisten in de oppervlakkige lagen van de huid. Indien de mycose zich uitbreidt tot onder het stratum corneum, is er sprake van een diepe mycose. Diepe of subcutane mycoses komen in West-Europa quasi niet voor, zij worden bijna enkel in de tropen teruggevonden. Diepe mycoses zijn gevaarlijker en moeilijker te behandelen dan de oppervlakkige schimmelziekten.
1.2. De lokalisatie
Al naar gelang de plaats van de infectie kan gesproken worden van bijvoorbeeld tinea pedis (schimmelziekte van de voeten), tinea corporis (schimmelziekte van de romp), tinea barbae (schimmelziekte van de baardstreek), dermatomycose (schimmelziekte van de huid), tri-chomycose (schimmelziekte van het haar), onychomycose (schimmelziekte van de nagels).
1.3. De veroorzaker
Legt men de nadruk op de veroorzaker van de ziekte, dan spreekt men van bijvoorbeeld trichofytie (veroorzaakt door Trychofyton -soorten), microsporie (veroorzaakt door Microsporon-soorten), candidasis (veroorzaakt door Candidasoorten).
1.3.1. Candidiasis of vaginale schimmelinfecties.
Meestal worden ze veroorzaakt door Candida albicans, een schimmel die normaal in het spijsverteringskanaal en de genitale slijmvliezen gedijt. Als de geschikte factoren aanwezig zijn, kan de Candida ziekteverwekkend werken op de huid, de nagels en de slijmvliezen.
1.3.2. Dermatofyten.
Bepaalde dermatofyten worden doorgegeven door de mens (kleren, besmette ondergrond), andere door dieren (katten, honden, paarden). Het zijn organismevreemde schimmels, die altijd ziekteverwekkend zijn. Er bestaan drie types: Trichofyton (op de huid, de nagels en het haar), Microsporum (op de huid en de hoofdhuid), Epidermofyton (op de kale huid).
Dermatofyten veroorzaken ook het alom gekende ringworm. Hierbij beperken de schimmelcellen zich tot het keratine in dode huidcellen. De belangrijkste verwekker van ringworm is de schimmel Trichophyton rubrum.
1.3.3. Pityrosporum.
Deze soort wordt veroorzaakt door Pitysporon Ovale ofte Malassezia furfur, een soort gist die van bij de geboorte op de huid leeft. Het is verantwoordelijk voor schilfertjes op de hoofdhuid, en veroorzaakt tevens pityriasis (of tinea) versicolor, een vrij vaak voorkomende – NIET besmettelijke – zomerschimmel.
2. Diagnose
De dokter zal de wondjes aandachtig onderzoeken om de specifieke karakteristieken te kunnen bepalen. Met kan echter alleen met zekerheid een diagnose stellen en een aangepaste behandeling opstellen door het nemen van een monster en door een cultuur te kweken van de schimmel op een welbepaalde voedingsbodem. Het monster wordt genomen uit de afscheidingen of het vocht van het slijmvlies of de huid en wordt in het laboratorium volgens twee processen onderzocht: een onderzoek rechtstreeks onder de microscoop en de cultuur op een speciale voedingsbodem.
3. Behandeling
Antifungoïde behandelingen (tegen schimmels) bestaan onder verschillende vormen (pommades, crèmes, lotions, poeders, vaginale zetpillen, lak, tabletten) en maken het aldus mogelijk om de behandeling aan de aard en de plaats van de mycose aan te passen.
Om de kans op volledige genezing van een mycose zo groot mogelijk te maken, is het essentieel dat de behandeling lang genoeg wordt volgehouden. De schimmel kan immers nog aanwezig zijn, zelfs als de tekenen niet meer zichtbaar zijn. Zo moet men de plaatselijke behandeling van de wondjes nog een tiental dagen na het verdwijnen ervan voortzetten, ofwel gedurende minstens twee à drie weken.
In geval van genitale mycose moet men twee plaatselijke antifungoïde kuren doen (met zetpillen) met een interval van vijftien dagen of een maand. In dit geval moet men de partner ook onderzoeken en eventueel behandelen.
Als het om nagelwalontsteking gaat (onychia of perionychia), moet de behandeling gedurende drie tot negen maanden worden volgehouden tot een nieuwe, gezonde nagel in de plaats is gekomen.
In de mate van het mogelijke moet men de factoren die mycoses veroorzaken (maceraties, vochtigheid, ongepast gebruik van ontsmettingsmiddelen of zeep met een hoge zuurgraad) vermijden. Het verdient ook aanbeveling om de inname van suiker en alcohol, die de vermenigvuldiging van gist stimuleren, te beperken.
Diepe dermatomycosen worden doorgaans behandeld met kaliumjodide, in druppelvorm (via de mond, niet op het letsel). Er is een (relatief nieuw) geneesmiddel op de markt, itraconazol (o.a. gekend onder de merknaam Sporanox). Over de effectiviteit van deze opties heb ik niet veel kunnen terugvinden. Nu, op een website staat te lezen dat griseofulvine eigenlijk het middel van eerste keus is. Ik denk echter niet dat dit middel in België nog te verkrijgen is. En op een andere site staat dat Fungizone (amfotericine B) bij diepe mycosen dient toegediend te worden. Dit is wel een redelijk toxisch middel. Dikwijls wordt een testdosis amfotericine B gegeven vooraleer het intraveneus infuus wordt gestart, waarbij dan de dosis wordt opgedreven in functie van de toxiciteit. Ik denk wel dat men bij diepe mycoses in een vroeg stadium eerst kaliumjodide en/of itraconazol zal toepassen.
Indien de aard en de verspreiding van de diepe mycose het toelaten, wordt soms ook geopteerd voor een chirurgische ingreep, voor lokale cryotherapie (bevriezen van de schimmelcellen) of hittetherapie.
Besluit
Ik kan nog veel verder uitweiden over de verschillende behandelingsmodaliteiten voor allerhande types van mycoses, of over de verscheidene soorten van diepe mycoses, maar dat zou wellicht wat te ver reiken voor deze blog. Liever verwijs ik daarvoor naar onderstaande webpagina’s, die ik ook als bronnen voor bovenstaande tekst heb gebruikt.
Bij vermoeden van een onderhuidse schimmelinfectie zou ik aanraden een dermatoloog te raadplegen. Op basis van een schimmelkweek kan deze bepalen welke behandeling dient ingesteld te worden. Hoe sneller deze ingesteld wordt, hoe beter de prognose.
Bronnen
e-gezondheid.befungalguide.cakiesbeter.nlitg.bemedmicro.wisc.edu (pdf!)
huidziekten.nlartsennet.nlhuidarts.comhuidinfo.nl