Doorgaan naar hoofdcontent

Hoe zit het nu met de maximumfactuur van de externe diensten?

Ongeacht het risico om een reputatie te krijgen als "enfant terrible", wordt het toch hoog tijd om het na de preventie-eenheden met vervaldatum eens te hebben over een ander beladen gegeven: de maximumfactuur.

Ok, eerst even kaderen.

Op 1 januari 2016 is een nieuwe tariefregeling in voege gegaan voor de externe diensten. In plaats van een facturatie op basis van de onderworpenheid van de werknemers aan het gezondheidstoezicht, zijn een aantal tariefgroepen bepaald. Afhankelijk van de NACE-code van de onderneming, betaalt die per werknemer één vast bedrag, onafhankelijk van diens functie of risico.

Eerst waren er vier tarieven (twee tariefgroepen op basis van de NACE-code, en voor de micro-ondernemingen telkens verminderde bedragen) maar na een akkoord van de “Groep van tien” in 2015 werden dat er tien. Ja, ze hebben er duidelijk hun stempel op gedrukt.

Voor wie geen zin heeft om het te gaan googelen: de “Groep van tien” bestaat uit elf leden (yeah, I know) met de belangrijkste onderhandelaars van de federale sociale partners. De sociale partners zijn de werkgeversverenigingen en de vakbondsorganisaties.

Nu, de nieuwe tariefgroepen is niet alles wat de Groep van tien toen is overeengekomen.

De werkgevers- en werknemersorganisaties hadden ook een onderling akkoord bereikt over een “maximumfactuur” voor externe diensten. Dit hield in dat het factuur van de externe dienst voor een werkgever in 2016 niet hoger zou mogen uitkomen dan in 2014, voor gelijkaardige prestaties.


Best wel logisch, in principe dan toch. Want voor een aantal klanten is de factuur écht wel heel veel gestegen. Nu,  in sommige gevallen waren die facturen vroeger in feite véél te laag, en werd dit door de externe diensten gecompenseerd met andere klanten waar een ruimere marge was. Een marge die in het nieuwe systeem zou wegvallen.

Maar whatever, het gegeven van een maximumfactuur staat nergens beschreven in het (ondertussen niet meer zo) nieuwe KB Externe Diensten. Daar staan enkel de wettelijke minimumtarieven die gelden per werknemer per tariefgroep, en de hieraan gekoppelde preventie-eenheden.

Dus werden op 14 december 2015 (voor de eerste keer!) vertegenwoordigers van de externe diensten uitgenodigd voor een overleg met de sociale partners en het FOD WASO. Hier werd overeengekomen dat de externe diensten in 2016 de wettelijke minimumtarieven moesten aanrekenen. En wanneer de bedrijven begin 2017 hun eindafrekening voor het jaar zouden krijgen, en zouden merken dat dit toch een stuk hoger zou liggen dan in 2014, voor nochtans gelijkaardige prestaties? Wel, daarvoor zouden de sociale partners in onderling akkoord met de externe diensten in 2016 een procedure uitwerken.

Ondertussen zijn we begin 2017, en een aantal bedrijven hebben gemerkt dat hun eindafrekening voor 2016 dus wel degelijk hoger ligt dan in 2014, voor gelijkaardige prestaties. (Tussen twee haakjes, een aantal bedrijven hebben ook gemerkt dat hun eindafrekening lager ligt, maar zij hebben daar niet echt een probleem mee… merkwaardig.) In ieder geval, welke procedure kunnen de ondernemingen met de hogere eindafrekening toepassen? Tja… daar wordt nog over nagedacht; een akkoord is nog niet bereikt.

Ik ben alleszins benieuwd welk akkoord zal worden bereikt, en wanneer. En zodra ik het weet, zal ik er eens over bloggen.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe artikels

Ik ben nog aan het overwegen hoe ik mijn publicaties op lange termijn ga aanpakken—of ik verder werk aan mijn blog, artikels zowel op LinkedIn als hier blijf delen, een onderscheid maak op basis van onderwerp, of een andere richting insla. Voorlopig kan je al mijn nieuwe artikels terugvinden op mijn LinkedInpagina via deze link: https://www.linkedin.com/in/edelhartkempeneers/recent-activity/articles/ .

Bereken je kans op een hartinfarct

Met behulp van een aantal parameters kun je de statistische kans inschatten of je binnen de tien jaar zal overlijden aan een hart- of vaatziekte.     De SCORE-tabel is niet nieuw. Het is een internationaal erkend werkmiddel dat op basis van het geslacht, de leeftijd, de systolische bloeddruk, het rookgedrag en de verhouding van totaal cholesterol op HDL-cholesterol in één overzichtelijk geheel de kans weergeeft dat je sterft aan een hartinfarct of een beroerte. De getallen worden onderverdeeld in drie categorieën: Groen: Laag risico, minder dan 5% kans om binnen de tien jaar de wormen te voeren Oranje: Matig risico, 5 à 9% kans om binnen de tien jaar de pijp aan Maarten te geven Rood: Hoog risico, 10% of meer kans om binnen de tien jaar aan de verkeerde kant van het gras te gaan liggen Het is en blijft uiteraard slechts een ruwe inschatting. Als je suikerziekte hebt, moet je al niet beginnen met de tabel. Ga dan maar uit van een ernstig verhoogd ris...

Werken bij warm weer

Een tijdje geleden heb ik een tekst opgesteld over werken bij warm weer, en op deze zwoele zomerdag is het wellicht hét moment om deze ook eens op mijn blog te plaatsen. Als je daar geen boodschap aan hebt, en liever weet hoe je de werkgever overhaalt om een korte werkbroek voor je aan te schaffen, verwijs ik naar een eerder blogartikel " kort van stof ". Weet je, de wetgeving over werken bij warm weer wordt chronisch geplaagd door een misverstand over de gebruikte begrippen. Het zit zo. De normen worden berekend op basis van de WBGT-index. WBGT staat voor "Wet Bulb Globe Temperature". Deze index drukt de gevoelswarmte uit. Met een vochtige globethermometer worden vier parameters bepaald. Naast de temperatuur worden ook de straling, luchtsnelheid en vochtigheidsgraad gemeten. Want een droge hitte met veel wind bvb. geeft veel minder hinder dan een drukkende, vochtige hitte met windstilte. De wetgeving zegt bvb. dat je bij een WBGT-index van 31,5 en zwaar werk (v...