Onlangs heb ik een youtubefilmpje van Unicef
gezien. Afhankelijk van of een zesjarig meisje er verzorgd of verwaarloosd
uitzag, werd ze heel anders benaderd. Confronterend? Wellicht. Een schrijnend beeld van onze xenofobe
maatschappij? Nou, zover zou ik niet gaan. Ik vind het wél een mooi voorbeeld van
het halo- en horn-effect.
In 1920 beschreef
de psycholoog Edward Thorndike het verschijnsel waarbij de aanwezigheid van een
bepaalde (positieve of negatieve) kwaliteit, bij de waarnemer de indruk geeft dat
andere gelijkaardige kwaliteiten ook aanwezig zijn. Zo werd in de jaren ’70 bij
verschillende studies gevonden dat fysiek aantrekkelijke personen intelligenter
worden geschat. Omgekeerd worden mensen met een fysieke afwijking minder
positief beoordeeld. Dit is een mentale short-cut, waardoor onze primitieve
breinen in staat zijn om op heel korte tijd een inschatting te maken van alle
mensen waarmee we interageren. Het blijkt achteraf heel moeilijk om die eerste
indrukken om te keren; ons oordeel is al gemaakt. Alle nieuwe informatie gaat
door deze perceptiebril gekleurd worden. De termen “halo” en “horn” zijn Engelse
termen, die respectievelijk “heiligenkrans” en “duivelshoorns” betekenen.
Ik heb deze termen
al heel vroeg meegekregen, van mijn vader. Die vertelde me dat dit effect ook
van toepassing is op teksten. Dat kan een curriculum vitae zijn, een offerte, maar
ook een mail of een sms. Men gaat de inhoud beoordelen op basis van de vorm. Is
de lay-out van je document goed verzorgd? Bevat je tekst geen typ- of
spelfouten? Dan gaat men de inhoud ook positiever inschatten. Ziet je tekst er daarentegen
slordig uit, met verschillende fonts en uitlijningen, met slordigheden zoals “slodrigheid”
of dt-fouten zoals “hij word”? Je maakt meteen een slechte indruk.
Dus sedert die
gouden raad van mijn vader, meer dan dertig jaar geleden, let ik er steevast op
om een verzorgde en correct getypte tekst op te maken… En erger ik me blauw aan
mensen die dat niet doen.