Er is weinig waarmee je me meer op mijn paard kunt krijgen dan met pseudowetenschap. Wanneer ik gepikeerd reageer op argumenten voor een “meer holistische benadering” door alternatieven voor geneeskunde of de “positieve persoonlijke ervaringen” met onbewezen psychologische behandelingen, wordt me nogal eens verweten dat ik een “te nauwe wetenschappelijke benadering” heb op het leven. En het is juist het omgekeerde. Dit moet me toch (nog eens) even van het hart.
Als jonge arts stond ik bijvoorbeeld zeer open voor homeopathie. Ik had er al veel positiefs over gehoord, en het leek me dat het als underdog tegen de gevestigde farmaceutische industrie moest opboksen. Dus heb ik me verdiept in de materie, om zelf homeopathische behandelingen te kunnen aanbieden. Toen ik meer leerde over de techniek, het extreem verdunnen en schudden van waterige oplossingen, dacht ik “ach, ik snap ook niet hoe kwantumtheorie werkt, wie ben ik om dit mechanisme in twijfel te trekken?” Maar ik bestudeerde wel de wetenschappelijke onderzoeken hiernaar. Wat bleek? Homeopathie werkt niet beter dan een placebo. Natuurlijk, je gaat altijd individuele studies vinden die een positief effect objectiveren. Wanneer je een muntstuk van 1 euro tien keer gaat opgooien, ga die misschien ook zeven keer op “kop” landen, en zou je kunnen besluiten dat dit niet basis kansberekening is, maar dat het muntstuk meer op kop wilt landen. Maar wanneer je honderden gelijkaardige studies met muntstukken van 1 euro gaat bestuderen, zal je concluderen dat het in individuele studies soms meer op kop eindigt, en soms meer op munt, maar dat het gemiddeld gezien even vaak op een van beide zijden landt. Zo dus ook met homeopathie. Ook merkte ik dat de homeopathische industrie niet zozeer een underdog is, maar dat het aangestuurd wordt door zeer schrandere marketingtechnieken, die kwakzalverij in potjes weet te verkopen als een volwaardig alternatief voor écht werkende medicijnen.
Acupunctuur evenzeer. Tijdens mijn stage bij een huisarts zag ik deze eeuwenoude kunst beoefend worden, en was ik gefascineerd. Groot was mijn ontgoocheling toen bleek dat ook deze techniek, uitgeoefend door zeer consciëntieuze mensen, uitsluitend gebaseerd is op een placebo-effect. Groter dan bij homeopathische middeltjes, want met de naalden is de behandeling omhuld met veel meer ceremonie, maar placebo-effect nonetheless.
Osteopathie heb ik ook in overweging genomen. Ik heb me zelf ingeschreven voor een opleiding. Zeer vriendelijke mensen, en ik heb in één vierdaagse sessie meer inzicht gekregen in de menselijke anatomie dan in een heel jaar opleiding geneeskunde. Maar ook hier weer blijkt uit onderzoek dat het buiten de spierbehandelingen die kinesitherapeuten ook al toepassen, geen objectiveerbare meerwaarde biedt.
Ik ben een heel grote fan van psychologische testen, en ik heb al tientallen boeken verslonden over dit onderwerp. Vaak blijkt dat een interessante studie niet reproduceerbaar is. Het muntstuk dat zeven keer op kop was geland. Recent nog is gebleken dat twee derde van gepubliceerde psychologische onderzoeken niet reproduceerbaar zijn. Dus slechts één op de drie conclusies kunnen herhaald worden. Misschien heb je al gehoord van het volgende onderzoek? Proefpersonen die een potlood tussen de tanden hielden, en zo ongewild een glimlach nabootsten, vonden cartoons grappiger dan proefpersonen zonder dat potlood. Dus probeer zo vaak mogelijk te (glim)lachen, want dat op zich maakt je al vrolijker. Niet dus. De studie werd herhaald, en vond dit effect niet langer.
Ook de conclusies zijn niet altijd correct. Iedereen kent nog wel de marshmallowtest. Kinderen die een kwartier kunnen wachten op een tweede marshmallow zijn succesvoller in het leven, omdat ze meer interne controle hebben. Niet dus. Ja, ze zijn succesvoller in het leven, maar niet omdat ze meer interne controle hebben. De reacties van de vierjarigen zijn gebaseerd op hun omgeving; ik heb het hier uitgebreider over gehad in een vroeger blogartikel.
Dit principe pas ik ook toe op “échte” geneeskundige behandelingswijzen, trouwens. Toen ik bijvoorbeeld een tijd terug las dat behandelingen van de knie met glucosamine en hyaluronzuur ook een uitsluitend placebo-effect hebben, ben ik dit ook niet langer gaan aanbevelen aan werknemers met knielast. Een tijdje nog dacht ik “baat het niet, dan schaadt het niet”, want uiteindelijk heeft het niet echt nadelige gezondheidseffecten en een placebo-effect is op zich een objectief gegeven dat een plaats kan hebben in pijnbehandeling. Maar uiteindelijk vond ik dat een te paternalistische houding. Ik geef dus gewoon mijn eerlijk advies.
Vandaag de dag kan iedereen heel eenvoudig allerhande beweringen factchecken, zolang je maar weet waar de betrouwbare bronnen zijn en deze kunt onderscheiden van de kwakzalverijsites. Fasciatherapie is wetenschappelijk onderbouwd? Even googelen: nope. Insights Discovery en MBTI zijn gevalideerde en nuttige persoonlijkheidstesten? Wederom: geld zal er wel mee te verdienen zijn, maar wetenschappelijk onderbouwd zijn ze niet. Wanneer ik zulke conclusies lees op betrouwbare bronnen, dus sites die enkel wetenschappelijk gefundeerde conclusies weergeven en zonder door winstbejag of ongefundeerde opinies gemotiveerde beweringen doen, dan vertrouw ik dat advies eerder dan dat van individuele experten of ervaringsdeskundigen.
Ben ik hierdoor minder open-minded dan iemand die dit alles zonder meer voor waar aanneemt? Volgens mij is het tegendeel waar. Een open geest hebben betekent dat je ervoor open staat dat je favoriete behandelingswijze of psychologische test – niettegenstaande je eigen persoonlijke positieve ervaringen of die van mensen die je vertrouwt – eigenlijk niet werkt.