Tussen droom en daad staan weer maar eens wetten en praktische bezwaren. Het medisch attest voedselveiligheid is zulk een voorbeeld. Het is weldra niet meer nodig, maar dan toch weer wel. Ik schrijf het even van me af.
UPDATE 10/08: Zonet bericht vanuit Co-prev ontvangen dat het KB van 3 juli prioriteit krijgt boven de CAO, ook al is ze bekrachtigd door een KB. Een lagere norm mag slechts afwijken van een hogere als hij hiermee niet strijdig is. De CAO mag dus genegeerd worden!
Dit is ook op 21/08 door de FOD WASO bevestigd.
UPDATE 10/08: Zonet bericht vanuit Co-prev ontvangen dat het KB van 3 juli prioriteit krijgt boven de CAO, ook al is ze bekrachtigd door een KB. Een lagere norm mag slechts afwijken van een hogere als hij hiermee niet strijdig is. De CAO mag dus genegeerd worden!
Dit is ook op 21/08 door de FOD WASO bevestigd.
In den beginne: de tuberculine huidtesten
In een lang vervlogen verleden, dat ik me zelf nog maar al te goed herinner, moesten wij arbeidsartsen alle werknemers die in contact kwamen met onverpakte voedingsmiddelen elk jaar op gezondheidstoezicht zien, om hen een tuberculine huidtest te geven. Zo screenden we hen op de aanwezigheid van een actieve tuberculose.
Nu was al lang geweten dat tuberculose niet via de voeding werd verspreid, dus dat een dergelijke huidtest al was het onschuldig, ook niet echt een meerwaarde had. Okee, in het kader van een algemeen preventief gezondheidstoezicht dan misschien, maar waarom dan niet bij alle werknemers.
Maar we bleven de testen uitvoeren, want anders kregen werkgevers inspecteurs van het FAVV over de vloer; die attesten vroegen, conform de geldende wetgeving, mét uitgevoerde huidtesten.
Toen bleef ook nog het jaarlijks gezondheidstoezicht
In het voorbije decennium werd de huidtest gaandeweg toch steeds vaker achterwege gelaten, maar het jaarlijkse gezondheidstoezicht bleef wel verplicht. Behoorlijk verwarrend voor de werkgevers toen de wet op voedingsveiligheid gewijzigd werd, en de werknemers voor het FAVV slechts nog om de drie jaar een medisch attest nodig hadden, maar wij moesten uitleggen dat de Wet op het Welzijn nog steeds een jaarlijkse onderworpenheid oplegde.
Resteerde nog het driejaarlijks medisch attest
Daar is uiteindelijk wel verandering in gekomen met een KB waar ik in december 2013 over verhaalde. Vanaf 01/01/2016 is het gezondheidstoezicht voor werknemers met risico voeding afgeschaft. Het risico bleef bestaan, maar ze moesten niet langer op medisch onderzoek komen.
Een medisch attest voedselveiligheid bleef echter wel noodzakelijk. Zulk een attest mag ook door een huisarts afgeleverd worden, maar om praktische redenen was het voor de werkgevers gemakkelijker dat wij dit afleverden, dus bleven we de mensen wel om de drie jaar op onderzoek zien.
Nogal eens zelfs vaker, omdat de betrokken werknemers omwille van andere risico's aan een jaarlijks arbeidsgeneeskundig gezondheidstoezicht onderworpen waren.
Het FGB (formulier voor de gezondheidsbeoordeling) dat we hiermee afleverden, met vermelding dat ze conform de wetgeving rond voedselveiligheid ook contact met onverpakte voeding mochten hebben, gaf soms problemen. Want daar stond dan een geldigheidsduur op van 1 jaar. Probleem opgelost door typezin toe te voegen: "Het medisch attest voedselveiligheid is geldig voor 3 jaar."
En nu is het medisch attest eindelijk afgeschaft
Op 11 augustus aanstaande is een nieuw KB (van 3 juli, verschenen 1 augustus) van kracht dat de verplichting van het medisch attest afschaft. En dat werd tijd ook! Want laat ons eerlijk zijn: wat is de meerwaarde van een dergelijk attest? Doel is dat een arts evalueert of de werknemer contact mag hebben met onverpakte voeding; dus geen via de voeding overdraagbare aandoeningen heeft (zoals hepatitis A) en voldoende hygiënisch is (zoals propere vingernagels).
Geen besmettelijke aandoeningen? We doen om te beginnen geen bloedafname hepatitis A, dus hoe gaan we dit beoordelen? Ja, als iemand in een acute fase is, ziet die er uit als een Simpson-figurant. Maar wat als het in een beginfase is? Of beter nog, wat als die een half jaar in de toekomst een hepatitis A-infectie opdoet? Wel, hij heeft een attest voor drie jaar, dus die kristallen bol van de arts die dat attest heeft uitgeschreven, heeft het dan behoorlijk laten afweten.
Voldoende hygiënisch? Uit wat voor paternalistisch tijdperk stamt dit nog af? Den doktoor gaat eens goed achter uw ooren kijken, of gij uzelven wel behoorlijk heeft gepoetst ende gereinigd. Toen ik startte als arbeidsarts kreeg ik nog de richtlijn om ook naar de tanden te kijken, of ze die wel goed poetsten. I kid you not! Dit is toch niet serieus, is het de taak van een arts om dit te beoordelen? En bovendien is ook dit weer een momentopname. Misschien heeft de werknemer ter voorbereiding van het consult bij de arts zijn jaarlijks bad genomen, en stinkt hij een maand verder weer tegen de sterren op. Het is de taak van de hiërarchie om de hygiënische toestand van de werknemers in kwestie in het oog te houden; wat mij betreft is hiervoor geen medisch diploma vereist.
Nee, voorlopig is dat medisch attest NIET afgeschaft
Op 15 juli 2018 is er ook een KB verschenen over een CAO gesloten door de sociale partners uit het Paritair Comité voor de Voedingsnijverheid, waarin ze het voorlopig wél behouden EN ervan uitgaan dat het attest in principe wordt uitgereikt door de arbeidsarts, na een medisch onderzoek.
Zij preciseren namelijk dat het medisch onderzoek moet plaatsvinden tijdens de werkuren, dat de tijd die gespendeerd wordt aan het onderzoek betaald wordt als arbeidstijd, en dat de verplaatsingskosten voor rekening van de werkgever zijn. De werknemer kan dus niet verplicht worden om in zijn vrije tijd een attest te gaan halen bij zijn huisarts. Als het medisch onderzoek uitzonderlijk toch zou plaatsvinden buiten de werkuren, dan betaalt de werkgever daarvoor een vergoeding, die forfaitair geraamd wordt op 1 uur loon, bovenop de doksterkosten. Dus bovenop de kosten voor het doktersbezoek en bepaalde technische prestaties, zoals het uitvoeren van een bloedonderzoek of het plaatsen van een vaccin. Al die kosten zijn "kosten eigen aan de werkgever" en de terugbetaling ervan is dus niet aan onderworpen aan RSZ of belastingen.
Dus wederom een processie van Echternach: drie stappen naar voren, twee stappen terug. Ik hoop nog mee te maken dat we dit zinloze onderzoek volledig achter ons kunnen laten, en dat we de kosten die we hiermee uitsparen, investeren in preventieve vaccinaties tegen hepatitis A.