Doorgaan naar hoofdcontent

Rijgeschikte hartpatiënten

Het is al een tijd geleden dat ik het heb gehad over het rijgeschiktheidsattest voor groep 2 (bij vervoer van andere personen en vrachtwagenchauffeurs).

Recent heeft een collega met mij overlegd over het verlenen van een attest van rijgeschiktheid bij een hartpatiënt. Wel, eigenlijk was het eerder een verzuchting over de reactie van de betrokken werknemer, toen die hoorde dat hij naar een cardioloog moest gaan voordat hij zijn medische schifting kon ontvangen. En nu ik dan toch de moeite heb gedaan om de wetgeving hierover nog eens na te kijken, zal ik er ook nog wat over doordrammen op mijn blog.

De wetgeving over het hart en de bloedvaten wordt onderverdeeld in "aandoeningen van hart en bloedvaten", "ritme en geleiding", "bloeddruk" en "coronair stelsel en myocard". De hier beschreven casus had een tiental jaar geleden een hartinfarct gedaan, dus ik ga het nu enkel ook over het laatste deel hebben. Het zou te ver gaan om hier alle vier deelonderwerpen te beschrijven. Wat ik hiermee eigenlijk wil zeggen: het is verdomd saaie materie, en ik heb geen zin om ook al die teksten nog eens te gaan doorploegen. Ik ga het ook enkel hebben over de normen voor rijgeschiktheid van groep twee - om diezelfde reden.

Het coronair stelsel en myocard dus. Mooie omschrijving voor de hartspier en de bloedvaten ervan.
1. De kandidaat met angina pectoris die optreedt bij rust, bij de minste emotie of andere relevante uitlokkende factor, is niet rijgeschikt. De rijgeschiktheid kan opnieuw geëvalueerd worden na het verdwijnen van de klachten van angina pectoris. De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal een jaar. Een verslag van een cardioloog is vereist.
Duidelijk voor iedereen? Last van het hart = niet rijgeschikt. Is de pijn gedaan, dan ben je mét een verslag van een hartspecialist maximaal een jaar geschikt. Geen verslag = niet geschikt.
2. De kandidaat met belangrijke beschadiging van het myocard, duidelijk aangetoonde letsels van een vroeger myocardinfarct, duidelijk bewezen tekens van coronair lijden en hartfalen is niet rijgeschikt.
Als je een (zwaar) hartinfarct hebt doorgemaakt, ben je niet rijgeschikt. Het is je broodwinning? Brute pech.
3. Indien het evenwel gaat om één of meer beperkte infarcten, met behoud van een goede hartfunctie en zonder ritmestoornissen, kan de houder van een rijbewijs van groep 2 rijgeschikt worden verklaard. De rijgeschiktheidsverklaring kan afgeleverd worden minimaal drie maand na het optreden van het laatste infarct. De geldigheidsduur van de rijgeschiktheid bedraagt maximaal twee jaar. Een verslag van een cardioloog is vereist.
En hier is mijn collega in de clinch gegaan met de werknemer. Deze heeft namelijk een tiental jaar geleden een hartinfarct doorgemaakt. Niet zo erg, verzekert de man, hij moest zelfs niet meer naar de cardioloog gaan. Wat ik al vreemd vind voor een man van 66 jaar met zulk een medische voorgeschiedenis. "Je moet naar de cardioloog voor een verslag", zegt de arbeidsgeneesheer. Onaanvaardbaar voor de man. Die ongetwijfeld een thuisversie van een echocardiografieapparaat in zijn bezit heeft, waarmee hij beter dan behandelende dokters weet hoe het met zijn tikker gesteld is.
"What's the big deal," wordt dan smalend gesteld. Ik rij al veertig jaar, wat gaat een "toeker" van een arbeidsgeneesheer op basis van een beperkt klinisch onderzoek en een vragenlijst anders beweren? Maar bij het bepalen van de rijgeschiktheid, zeker voor groep twee, is het wel degelijk een "big deal". Als een vrachtwagenchauffeur tijdens een lange rit van zijn stokje gaat, en bij het resulterende ongeval een personenwagen compleet in de prak rijdt, is het wel de arbeidsgeneesheer die deze man rijgeschikt heeft verklaard. En natuurlijk kun je op basis van zo'n beperkt onderzoek niet bepalen of iemand al dan niet een hartinfarct gaat krijgen. Waarvoor dan ook het verslag van de cardioloog dient.

Dit doet me denken aan een andere casus, van een jaar of zo geleden. Een taxichauffeur komt bij een collega arbeidsgeneesheer op onderzoek voor het vernieuwen van zijn rijgeschiktheidsattest. Maar hij heeft x aantal operaties ondergaan aan zijn been, hij komt mankend het onderzoekslokaal binnen. "Je moet eerst naar het CARA", zegt mijn collega. Waarop de taxichauffeur in zijn Antwerpse koleire schiet. "Wat is me dat nu," tiert hij. "Geen van uw voorgangers heeft er ooit iets van gemaakt, en nu ga je mijn broodwinning afnemen?" Geduldig tracht mijn collega uit te leggen dat hij gewoon naar het CARA moest, en als zij een positief advies geven, is er geen probleem. De Sinjoor moet er echter niets van weten. Dus belt mijn collega naar mij, voor een bevestiging van haar advies. Wat ik natuurlijk geef. Want in de wetgeving staat (heb ik het toch nog zitten opzoeken): "... Vertoont de kandidaat een vermindering van de functionele vaardigheden ten gevolge van een aantasting van het musculoskeletaal systeem ... dient de kandidaat naar het CARA verwezen te worden."
Mijn collega is achteraf nog eens voor rotte vis uitgescholden door de werkgever van de man in kwestie. Hiermee was de kous nog niet af, maar laat ik het er nu maar op houden dat het niet altijd even gemakkelijk is om arbeidsgeneesheer te zijn.


Het CARA, Centrum voor rijgeschiktheid en voertuigaanpassingen, is een afdeling van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, vzw (BIVV).

CARA (rijgeschiktheid en voertuigaanpassingen)
Haachtsesteenweg 1405, 1130 Brussel
Tel. 02/244.15.52
Fax. 02/244.15.92 of 02/216.43.42
E-mail: cara@bivv.be
Nuttige informatie vind je ook op de website van het BIVV

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels