Als arbeidsgeneesheer voer ik een jaarlijkse rondgang uit in de aan mij toegewezen bedrijven. Een bedrijfsbezoek heet dat. Kijken of de mensen veilig hun werk kunnen uitvoeren, of er risico's zijn waarop ik moet letten tijdens de jaarlijkse onderzoeken, wijzen op gevaren en oplossingen aanreiken, enzovoorts enzoverder. Ik zou hier een gedetailleerd overzicht kunnen geven van de vijf pijlers van gezondheidsrisico's waar we naar kijken, maar ik heb geen zin. En het is eigenlijk toch saaie boel, dus prijs je gelukkig.
Nu, rondgangen in chemische fabrieken kunnen echt wel boeiend zijn. Je krijgt inzicht in de productieprocessen van het bedrijf, grote indrukwekkende machines met tal van buizen en tellers. Gemeentebesturen zijn ook leuk om te doen. Je bezoekt tal van gevarieerde locaties. Van garages tot kinderdagverblijven, zwembaden tot kerkhoven.
Maar o, o de administratieve werkplaatsen. Burelen met enkel administratieve bediendes. Je kijkt naar de ergonomische aspecten van de werkplaatsen. Je weet wel, staat je scherm recht voor je, niet te hoog, niet te laag. Heb je een goede bureaustoel. Niet te weinig licht van buiten. Etcetera. The usual. Maar vraag niet of ze klachten hebben. Want dat hebben ze. In overvloed. Het arbeidsklimaat is steevast de boosdoener. Het is te warm. Het is te koud. Er is teveel tocht. Er is te weinig zuurstof. Het ruikt muf. De lucht is te droog. Te vochtig. Heb je ooit een zombiefilm gezien, waarin een van de protagonisten ingesloten raakt en door schuifelende, strompelende zombies wordt overrompeld? Dan weet je wat ik bedoel. "Te droog! Droog!" "Koud!" "Kouuuud!"
"Ik zet het in het verslag!" bezweer ik hen dan. "Kijk, ik neem foto's van de airco!" en daarmee weer ik hen succesvol af. Maar het jaar erop moet ik wederom spitsroeden lopen, en nu helpt mijn fototoestel niet meer. "Wat heeft het voor zin dat je foto's neemt? Het haalt toch niets uit! Er wordt toch niets gedaan aan onze problemen." Vrouwen zijn het fanatiekst. "Mensen worden ziek! Doe er iets aan!" En dan worden er klimaatmetingen en comfortmetingen uitgevoerd, met het meten van de temperatuur en de luchtvochtigheid en de luchtstromingen en het CO2-gehalte. En er wordt niets abnormaals gevonden. Maar de klachten blijven aanwezig.
Ik heb eens de vergissing begaan om mijn verzuchtingen toe te vertrouwen aan een personeelsverantwoordelijke. "Overal waar mensen bureauwerk doen," zuchtte ik, "hoor ik klachten over het arbeidsklimaat. Ook hier. In eenzelfde ruimte heeft de helft het te koud en de andere helft te warm. Maar met de temperatuur is niets aan de hand." Waarop de personeelsverantwoordelijke verontwaardigd reageerde. "Maar het is hier wél te koud!"
Ze was één van hen! Eén van de kantoorzombies!
Vandaag las ik het volgende waargebeurde verhaal. Een onderhoudswerkman had altijd hommeles in een kantoor met dertig vrouwen. Hij kreeg de temperatuur nooit op een niveau dat aanvaardbaar was voor iedereen. Uiteindelijk heeft hij twintig nepthermostaten laten installeren. Alle vrouwen werd verteld dat elke thermostaat de temperatuur in de zone daarrond bepaalde. Het probleem was opgelost. Nu dat iedereen "controle" had over hun eigen thermostaat, was er geen hinder meer.
Briljant!
Nu, rondgangen in chemische fabrieken kunnen echt wel boeiend zijn. Je krijgt inzicht in de productieprocessen van het bedrijf, grote indrukwekkende machines met tal van buizen en tellers. Gemeentebesturen zijn ook leuk om te doen. Je bezoekt tal van gevarieerde locaties. Van garages tot kinderdagverblijven, zwembaden tot kerkhoven.
Maar o, o de administratieve werkplaatsen. Burelen met enkel administratieve bediendes. Je kijkt naar de ergonomische aspecten van de werkplaatsen. Je weet wel, staat je scherm recht voor je, niet te hoog, niet te laag. Heb je een goede bureaustoel. Niet te weinig licht van buiten. Etcetera. The usual. Maar vraag niet of ze klachten hebben. Want dat hebben ze. In overvloed. Het arbeidsklimaat is steevast de boosdoener. Het is te warm. Het is te koud. Er is teveel tocht. Er is te weinig zuurstof. Het ruikt muf. De lucht is te droog. Te vochtig. Heb je ooit een zombiefilm gezien, waarin een van de protagonisten ingesloten raakt en door schuifelende, strompelende zombies wordt overrompeld? Dan weet je wat ik bedoel. "Te droog! Droog!" "Koud!" "Kouuuud!"
"Ik zet het in het verslag!" bezweer ik hen dan. "Kijk, ik neem foto's van de airco!" en daarmee weer ik hen succesvol af. Maar het jaar erop moet ik wederom spitsroeden lopen, en nu helpt mijn fototoestel niet meer. "Wat heeft het voor zin dat je foto's neemt? Het haalt toch niets uit! Er wordt toch niets gedaan aan onze problemen." Vrouwen zijn het fanatiekst. "Mensen worden ziek! Doe er iets aan!" En dan worden er klimaatmetingen en comfortmetingen uitgevoerd, met het meten van de temperatuur en de luchtvochtigheid en de luchtstromingen en het CO2-gehalte. En er wordt niets abnormaals gevonden. Maar de klachten blijven aanwezig.
Ik heb eens de vergissing begaan om mijn verzuchtingen toe te vertrouwen aan een personeelsverantwoordelijke. "Overal waar mensen bureauwerk doen," zuchtte ik, "hoor ik klachten over het arbeidsklimaat. Ook hier. In eenzelfde ruimte heeft de helft het te koud en de andere helft te warm. Maar met de temperatuur is niets aan de hand." Waarop de personeelsverantwoordelijke verontwaardigd reageerde. "Maar het is hier wél te koud!"
Ze was één van hen! Eén van de kantoorzombies!
Vandaag las ik het volgende waargebeurde verhaal. Een onderhoudswerkman had altijd hommeles in een kantoor met dertig vrouwen. Hij kreeg de temperatuur nooit op een niveau dat aanvaardbaar was voor iedereen. Uiteindelijk heeft hij twintig nepthermostaten laten installeren. Alle vrouwen werd verteld dat elke thermostaat de temperatuur in de zone daarrond bepaalde. Het probleem was opgelost. Nu dat iedereen "controle" had over hun eigen thermostaat, was er geen hinder meer.
Briljant!