Doorgaan naar hoofdcontent

Naar een andere invulling van het gezondheidstoezicht?

Recent was ik op de Nationale Dagen voor Arbeidsgeneeskunde, en verschillende collega's hebben me aangesproken over mijn blog. Danny De Baere vermeldde me zelfs in zijn presentatie over Beswic. Dat vind ik uiteraard heel leuk; deze voorvallen hebben een plaats gekregen in mijn dankbaarheidsdagboek.

But anyway, ik kreeg een aantal keren de vraag hoe het nu zit met de veelbesproken, nakende aanpassing van de frequentie van de periodieke arbeidsgeneeskundige gezondheidstoezichten, en of ik hier niet over zou kunnen bloggen. Dus bij deze.


De visienota's

De vraag tot aanpassing van de frequenties van het gezondheidstoezicht is zeker niet nieuw. Het doel was altijd om te komen tot een doelgerichter gezondheidstoezicht, waarbij er meer tijd zou vrijkomen voor onder meer een actieve rol in het diagnosticeren en oplossen van werkgerelateerde problemen.

Dit werd in 2007 zo geformuleerd in de "werkgroep VWVA Jongeren", onder leiding van prof. Lode Godderis, en waar ik ook deel van uitmaakte. In tien punten stelden we een nieuwe toekomstvisie voor, met onder meer een anders ingericht gezondheidstoezicht.

In 2008 publiceerde Co-Prev de tekst “10 krachtlijnen voor de toekomst”. Hierin werd de noodzaak  om de organisatie van het gezondheidstoezicht te moderniseren geformuleerd; een nieuw consensusdocument is verschenen in januari 2017. Dit adviseert een periodieke gezondheidsbeoordeling, één jaar op twee uitgevoerd door een anamnese en klinisch onderzoek door de arbeidsarts, en in het tussenliggende jaar een gerichte en gestandaardiseerde bevraging, biomonitoring, of andere gerichte onderzoeken.

In 2009 heeft de FOD WASO via de BbvAg-APBMT een enquête laten uitvoeren bij arbeidsartsen zelf, met onderstaande consensus:
  • toegang voor de arbeidsarts voor iedereen
  • periodiciteit in functie van risico én individu (leeftijd, (on)gezondheid, ...)
  • meer taken aan verpleegkundigen
  • de rol in re-integratie van zieke werknemers versterken
  • het toenemend belang van algemene gezondheidspromotie
  • de arbeidsarts zou coördinerend moeten kunnen zijn
Er verscheen in 2012 een gemeenschappelijk standpunt van de vertegenwoordigers van de BbvAg-APBMT, VWVA, SSST en VVIB-AMTI over de toekomst van de arbeidsgeneeskunde in België. De belangrijkste conclusies waren: 
  • arbeidsgeneeskunde voor iedereen
  • meer aandacht en dus meer tijd voor probleemsituaties en zowel collectieve als individuele behoeften
    • betere opvolging voor werknemers met problemen
    • meer aandacht voor werkhervatting na ziekte en re-integratie (disability management)
  • globale forfaitaire financiering binnen de huidige begrotingsenveloppe
  • gezondheidspromotie in de werkomgeving
  • verhoogde inzet van verpleegkundigen voor allerlei opdrachten
  • goede opleiding en "evidence-based" werken

De huidige stand van zaken

In 2016 gaf de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk een negatief advies op een eerste ontwerp-Koninklijk Besluit (OKB) over de aanpassing van de frequentie en invulling van het periodieke gezondheidstoezicht; gevolgd door aanvullende adviezen in maart en juli 2017.

Momenteel is overleg over een nieuw OKB in een finale fase. Mogelijk volgt een consensus in de komende weken(!), met dan een nieuw advies van de Hoge Raad.

Indien goedgekeurd, zal het nieuwe KB een significante impact hebben op de werking van het gezondheidstoezicht door de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Het is zelfs mogelijk dat het al vanaf 1 januari 2019 in voege zal gaan.

Maar het is een heel gevoelig dossier en het kan zeker nog alle kanten uitgaan. Ik waag me er dus op dit moment niet aan om al concreet over de inhoud ervan te bloggen; daar wacht ik mee tot het definitief is. Ben je wat teleurgesteld? Ik ken alleszins een aantal mensen die bij het lezen van deze alinea een zucht van verlichting slaken ;-).

Update 14/12: na de meeting van de Hoge Raad nog geen akkoord; nieuwe vergadering op 25/01/2019.

Een iets "veiliger" onderwerp is het al in juli gepubliceerde advies van de Hoge Raad over de tarieven en de prestaties van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Zal ik het daar in afwachting over hebben in mijn volgend artikel...

Populaire posts van deze blog

Jicht en jus (d'orange)

Recent heb ik gelezen dat softdrinks een jichtopstoot kunnen veroorzaken! Drinken van twee gesuikerde softdrinks per dag zou de kans op een jichtopstoot met 85% doen stijgen. Het vruchtsuiker (fructose) is verantwoordelijk voor dit verhoogd risico, dieetdranken geven geen probleem. Ook andere producten die fructose bevatten (fruitsappen, appels en sinaasappels) geven een verhoogde kans op jicht!? Kijk, dat is dus nieuw voor mij. In alle overzichtslijstjes voor jichtlijders vind je net terug dat je fruit naar believen mag nuttigen. Snoepjes die fructose bevatten moet je dan weer vermijden. Ja, het wordt soms verwarrend. Jicht is een reumatische aandoening. Ze is al heel lang geleden beschreven.  De Griekse geneesheer Hippocrates had het er 25 eeuwen geleden al over. Men dacht wel altijd dat jicht een gevolg was van een overdaad aan alcohol en rijkelijke maaltijden. De jichtlijder kreeg alle schuld voor zijn ziekte in de schoenen geschoven. Maar het is een te hoog urinezuurgehal

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Benzeen en muconzuur

Beste bloglezers, ik ga het eens hebben over benzeen. Benzeen gaat al een tijdje mee in onze Westerse maatschappij. Het werd in de helft van de 19e eeuw al op industriële schaal geproduceerd. Benzeen heeft een platte ringstructuur, met elektronen die vrij kunnen bewegen in “wolken” boven en onder de ring. Hierdoor is het een heel stabiel molecule, en heel nuttig bij allerhande industriële toepassingen. Er zijn een hele reeks moleculen met gelijkaardige atoomringen, en die worden allemaal aromatische verbindingen genoemd. Ik ben er nu wel snel over heen gegaan, maar destijds hebben hele slimme mensen er een heel lange tijd over gedaan om deze ringstructuur te achterhalen. Friedrich August Kekulé zou uiteindelijk de structuur van benzeen ontdekt hebben naar aanleiding van een droom over een slang die in zijn eigen staart beet. Dromen zijn dus niet altijd bedrog. Om terug te komen op benzeen: helaas is het naast nuttig ook tamelijk ongezond. Benzeen heeft bij acute blootstellin