Doorgaan naar hoofdcontent

Burn-out is geen ziekte

Dit artikel is eerder verschenen als "Opinie: Burn-out is geen ziekte" in de PreventActua 14/2019 van 7 augustus 2019.

Het nieuws ging als een lopend vuurtje rond dat de Wereldgezondheidsorganisatie burn-out als een officiële ziekte zou opnemen in haar nieuwe versie van ziekteclassificatie. De organisatie publiceerde de volgende dag een rechtzetting: burn-out zal in de ICD-11 geregistreerd staan als werkfenomeen. Arbeidsarts Edelhart Kempeneers geeft zijn kijk op het al dan niet erkennen van burn-out als een ziekte.



Werkfenomeen
De Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO) zal burn-out in de ICD-11 (International Classification of Diseases) registreren als werkfenomeen (occupational phenomenon), en niet als ziekte zoals eerst even gedacht werdEen werkfenomeen is een syndroom als gevolg van chronische stress op de werkplek die niet met succes is gemanaged. Een burn-out leidt tot gevoelens van vermoeidheid, een negatieve houding ten opzichte van de job en een afname van de productiviteit.
Op zich niet zo veel nieuws dus. Ook in de huidige, tiende versie van de ICD staat burn-out al vermeld onder problems related to life management difficulty. De definitie wordt wel uitgebreid, en wordt specifiek gelinkt aan het werk. Maar een aparte, ‘echte’ ziekte wordt het niet. Dat zal ook niet voor direct zijn, mocht het toch nog gaan wijzigen. De huidige versie van de ICD dateert van 20 jaar geleden; de volgende zal pas vanaf 2022 van kracht zijn.
 
Gemengde gevoelens
De hele heisa rond het al dan niet erkennen van burn-out als ziekte is wel treffend voor de aandacht die dit fenomeen op heden krijgt. En ik heb gemengde gevoelens over dit onderwerp. Ter voorbereiding van dit opiniestuk ben ik een blogartikel van mezelf uit 2007 tegengekomen: ‘More is more’. Hierin verzuchtte ik al dat ik de werknemers haast niet meer durfde te vragen naar hun werkdruk, omdat dit werkte als olie op het vuur. “Hoelang gaat het nog houdbaar blijven?”, vroeg ik me af. Ik verwachtte dat het smeulend vuurtje zich zou uitbreiden tot een heuse bosbrand. Ondertussen heb ik een meer genuanceerde visie gekregen. Ik laat me er niet al te vaak over uit, want het onderwerp ligt nogal gevoelig, en ik wil mijn vingers er niet aan branden. Maar nu zal ik er toch nog eens de rode haan over laten kraaien.
Ik ben blij dat burn-out niet officieel als ziekte beschreven staat, en dat de WHO de moeite neemt om hierover de puntjes op de i te zetten. Want in de voorbije jaren zien we een haast exponentiële groei van het aantal meldingen en diagnoses van burn-out. De perceptie is dat dit een ziekte is die veroorzaakt wordt door het werk. Ik heb daar om verschillende redenen een probleem mee.
 
Aandacht = diagnose
De aandacht voedt het beestje. Hoe meer erover wordt gepraat, hoe meer het genormaliseerd wordt, en hoe vaker de diagnose gesteld wordt: “Voel je je vermoeid? Ben je gauw aangebrand? Vind je de collega’s de laatste tijd behoorlijk vervelend? Hé, misschien heb je wel een burn-out. Want er zijn al drie medewerkers ‘out’met een burn-out. Dus zou je jezelf ook niet best een tijdje gaan bezinnen?”
 
Ziekte = fatalisme
Mocht burn-out nu ook officieel als ziekte worden beschouwd, dan zou dat pas echt de klap op de vuurpijl zijn. Want als je een ziekte hebt, tja, dan moet je zeker gaan uitzieken, niet? Het klinkt contra-intuïtief, maar het geeft een zeker comfort als je burn-out beschouwt als een ziekte die je overkomt. Een slachtofferrol die het je toelaat om los te laten, op te geven. 
En ja uiteraard, draagkracht is niet eindeloos. Maar wanneer je je niet goed in je vel voelt, dan is in ziekteverlof gaan niet het beste dat je kunt doen. Je raakt meer geïsoleerd, je krijgt eerder meer negatieve gevoelens over het werk, en de drempel om terug te komen wordt groter.
Wij artsen hebben destijds een gelijkaardige fout gemaakt bij patiënten met locomotorische klachten: “Rugpijn? Blijf in je bed liggen! Laat de pijn je acties bepalen.” Fout! Het slechtste advies dat we konden geven. Spieren verzwakken en de pijn wordt centraal in de belevenis. Patiënten genezen veel sneller wanneer ze zo snel mogelijk weer actief zijn. Hetzelfde met symptomen van burn-out.
 
Een oplosbaar fenomeen
Het is veel effectiever om het probleem te onderkennen als een werkfenomeen: dat je chronische gevoelens van stress op je werk hebt, die niet met succes worden aangepakt. Dit is iets waaraan je iets kunt doen. Het is geen ziekte die je overkomt, maar een probleem dat je zélf kunt aanpakken.
De werkgever heeft hier uiteraard een rol in te spelen, een verantwoordelijkheid op te nemen. Een giftige werksfeer, mismanagement door micromanagers, administratieve beuzelarij; het heeft allemaal een impact op je mentaal welbevinden. Maar het is de werknemer zélf die eigenlijk de hoofdrol speelt in deze tragikomedie. Want al deze stress, al dat lijden, zit in ons hoofd. We kiezen zelf hoe we ermee omgaan. We creëren onze eigen hel. 
 

Conclusie
Burn-out is geen ziekte. Zet dat uit je hoofd. Het is een maatschappelijk fenomeen, een algemeen onwelbevinden door chronische stress die je ervaart op je werk, en waaraan te verhelpen valt. Een vuurproef, die je met de juiste aanpak kunt doorstaan!

Populaire posts van deze blog

Jicht en jus (d'orange)

Recent heb ik gelezen dat softdrinks een jichtopstoot kunnen veroorzaken! Drinken van twee gesuikerde softdrinks per dag zou de kans op een jichtopstoot met 85% doen stijgen. Het vruchtsuiker (fructose) is verantwoordelijk voor dit verhoogd risico, dieetdranken geven geen probleem. Ook andere producten die fructose bevatten (fruitsappen, appels en sinaasappels) geven een verhoogde kans op jicht!? Kijk, dat is dus nieuw voor mij. In alle overzichtslijstjes voor jichtlijders vind je net terug dat je fruit naar believen mag nuttigen. Snoepjes die fructose bevatten moet je dan weer vermijden. Ja, het wordt soms verwarrend. Jicht is een reumatische aandoening. Ze is al heel lang geleden beschreven.  De Griekse geneesheer Hippocrates had het er 25 eeuwen geleden al over. Men dacht wel altijd dat jicht een gevolg was van een overdaad aan alcohol en rijkelijke maaltijden. De jichtlijder kreeg alle schuld voor zijn ziekte in de schoenen geschoven. Maar het is een te hoog urinezuurgehal

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Benzeen en muconzuur

Beste bloglezers, ik ga het eens hebben over benzeen. Benzeen gaat al een tijdje mee in onze Westerse maatschappij. Het werd in de helft van de 19e eeuw al op industriële schaal geproduceerd. Benzeen heeft een platte ringstructuur, met elektronen die vrij kunnen bewegen in “wolken” boven en onder de ring. Hierdoor is het een heel stabiel molecule, en heel nuttig bij allerhande industriële toepassingen. Er zijn een hele reeks moleculen met gelijkaardige atoomringen, en die worden allemaal aromatische verbindingen genoemd. Ik ben er nu wel snel over heen gegaan, maar destijds hebben hele slimme mensen er een heel lange tijd over gedaan om deze ringstructuur te achterhalen. Friedrich August Kekulé zou uiteindelijk de structuur van benzeen ontdekt hebben naar aanleiding van een droom over een slang die in zijn eigen staart beet. Dromen zijn dus niet altijd bedrog. Om terug te komen op benzeen: helaas is het naast nuttig ook tamelijk ongezond. Benzeen heeft bij acute blootstellin