Doorgaan naar hoofdcontent

Wanneer moet de werkgever bij medische overmacht nu precies outplacement aanbieden?

In navolging van de jobsdeal in het zomerakkoord van 2018 moeten werkgevers sinds 29 april 2019 outplacement aanbieden aan werknemers die om medische redenen ontslagen worden. Hierover heb ik al uitgebreid geschreven in een artikel voor de PreventActua, zie ook hier. Maar wanneer precies is het al dan niet van toepassing? Dat is nog steeds niet volledig duidelijk.


De wetgeving

In de Wet betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal staat beschreven dat de werkgever die zich beroept op medische overmacht als bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

FYI, dat artikel 34 zegt dat het gaat om een medische overmacht na een re-integratietraject: "De arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, waardoor het voor de werknemer definitief onmogelijk wordt om het overeengekomen werk te verrichten, kan slechts een einde maken aan de arbeidsovereenkomst wegens overmacht nadat het reĆÆntegratietraject van de werknemer die het overeengekomen werk definitief niet kan uitoefenen, vastgesteld krachtens de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, is beĆ«indigd."

Wanneer moet dan outplacement aangeboden worden?

Wanneer de werkgever zich beroept op medische overmacht na een re-integratietraject, ongeacht wie het heeft opgestart: de werkgever, de werknemer of de adviserend arts van de mutualiteit. 
En dan dus zowel 
  • bij een beslissing "D" (definitief ongeschikt en geen aangepast of ander werk mogelijk bij de huidige werkgever);
  • als bij een beslissing "C" (definitief ongeschikt, maar wel aangepast of ander werk mogelijk bij de huidige werkgever) + een motivatieverslag waarin de werkgever aangeeft dat en motiveert waarom hij dergelijk aangepast of ander werk niet kan aanbieden.


De bijkomende nuance

In een officieel schrijven van de FOD WASO van mei 2019 bevestigen ze bovenstaande, maar geven ze ook aan dat het niet het geval is "wanneer het de werknemer zelf is die zich beroept op medische overmacht om een einde te stellen aan de arbeidsovereenkomst", Ć³f "wanneer beide partijen gezamenlijk het einde van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht vaststellen".

Met die bijkomende voorwaarden lijkt me de outplacementregeling dan enkel nog van toepassing te zijn bij een beslissing "C" op het FRB + medische overmacht met motivatieverslag van de werkgever Ć©n de werknemer tekent niet voor akkoord.

Want
  • Bovenstaande scenario + tekenen voor akkoord = vaststellen ontslag om medische overmacht in gezamenlijk akkoord
  • Beslissing "D" op het FRB + werknemer gaat niet in beroep tegen deze beslissing = ook impliciet akkoord met vaststellen ontslag om medische redenen

Zo zouden er niet veel overblijven die effectief in aanmerking komen voor deze regeling.

Mijn advies

We hebben bovenstaande vraag voorgelegd aan de FOD WASO. Er is nog geen antwoord, maar ik zou de werkgevers aanraden om de outplacement ter waarde van 1800 euro voor alle zekerheid sowieso aan te bieden, om eventuele problemen achteraf te vermijden.

En zodra ik uitsluitsel heb, geef ik een update van dit artikel.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in BelgiĆ«, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels