Doorgaan naar hoofdcontent

Moet een werknemer zich kunnen verplaatsen voor een re-integratiebeoordeling?

We worden nogal eens met deze vraag geconfronteerd. Niet alleen bij Attentia, maar alle externe diensten. Moet een werknemer zich kunnen verplaatsen naar een van de medische circuits van een externe dienst of een lokaal van de werkgever voor het uitvoeren van een re-integratiebeoordeling? Of zal de arbeidsarts zich verplaatsen naar het huis van de werknemer?


Dergelijke vragen doen zich nogal eens voor bij langdurig zieke werknemers, waarbij de werkgever wilt polsen wat de kans op eventuele terugkeer is. Een terechte vraag, want op basis hiervan kan men bepalen of de functie definitief aan een nieuwe medewerker kan toegewezen worden, of dat men rekening dient te houden met een nieuwe reorganisatie van de taakbedelingen.

Nu, soms blijkt dan na het eerste telefonisch contact met de betrokken werknemer dat die dermate ziek is, dat hij/zij zich niet kan verplaatsen tot bij ons. Soms is hiermee de kous dan af; de werkgever geeft zelf aan dat we het dossier terug in de koelkast kunnen zetten. Maar in een aantal gevallen, om diverse redenen, wilt de werkgever toch verder gaan met het traject.

Bij onze dienst hebben we het nog niet voorgehad, maar een collega medisch directeur van een andere dienst heeft aangegeven dat ze een klant had, waarbij de werkgever de personeelslijst wou opkuisen, en eiste dat de arbeidsarts onder meer een werknemer die zich in vegetatieve toestand bevond, definitief ongeschikt zou verklaren. Idem voor een terminale werknemer. De FOD WASO heeft over dergelijke dossiers een eenduidig advies gesteld: er moet wel degelijk zicht zijn op een re-integratie naar de arbeidsmarkt, niet noodzakelijk bij dezelfde werkgever maar wel érgens. Hier heb ik nog uitgebreid over verhaald in mijn opiniestuk voor de Artsenkrant, "Zero kans op reactivatie".

Maar wat als er wel een (kleine) kans is op reactivatie, maar de werknemer geraakt niet tot bij ons?

Er is advies gevraagd aan de FOD Welzijn, en er is een consensus op Co-prev niveau: ja, een werknemer moet zich kunnen verplaatsen; we gaan niet doen aan huisbezoeken.

Ik kan me daar in principe wel in vinden. als de werknemer zich niet tot bij de werkgever of de externe dienst kan begeven, zal de kans klein zijn dat die ook een re-integratietraject zal kunnen opstarten. 

En toch, en toch. 

Ik heb al zelf enkele dossiers gehad, waarbij ik een traject heb opgestart en zelfs afgerond via een telefonisch overleg. Dat is zeker niet in alle gevallen mogelijk of wenselijk, maar in een aantal uitzonderingen wel. Zo heeft een werkgever voor zijn werknemer tijdens diens revalidatie na een auto-ongeval een traject voorzien met telewerk. En bij een andere werkgever kon op deze wijze al een traject opgestart en voorbereid worden, uiteindelijk heeft de werkgever bij een definitieve ongeschiktheid 12 maanden om een plan voor te bereiden.

Van huisbezoeken ben ik ook niet zo fan, alleen maar omdat het voor ons gruwelijk inefficiënt is, we hebben zo al een nijpend tekort aan arbeidsartsen. Maar als de werkgever ervoor wilt betalen, why not. Het doel is uiteindelijk om werknemers wanneer mogelijk te reactiveren. 

Ik kan me dus helemaal vinden in de algemene richtlijnen, al was het maar om te vermijden dat we voor de kar gespannen worden om personeelslijsten op te kuisen. Maar als er ook maar enigszins kans is op een effectieve reactivatie van een werknemer, dan ben ik er helemaal voor om eens een afwijking op de regel te voorzien.

Populaire posts van deze blog

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Moet je bij het vaccineren optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit?

Je haalt het vaccin uit de verpakking, duwt de lucht eruit*, je steekt de naald in de bovenarm. En dan? Trek je even op, om te kijken of je niet in een bloedvat zit? Fout!  De griepvaccinatiecampagne loopt op haar laatste benen, maar dit onderwerp blijft sowieso relevant. Over het griepvaccin in het algemeen heb ik recent nog geblogd ( veilig, effectief, versterkt afweer, beschermt anderen ), en de vraag of je de injectieplaats moet ontsmetten heb ik ook onlangs nog beantwoord ( nee ). Bij deze een nieuwe stelling, die blijkbaar niet alom gekend is: bij het plaatsen van een vaccin in de musculus deltoideus, moet je NIET even optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit. Ik doe dat zelf ook nog vaak, hoor. Macht der gewoonte. Zelfs eerst de plek ontsmetten, ook al is dat dus niet nodig. Zo kan ik even goed wrijven, en voelen ze de prik niet. Trick of the trade. De naald erin, eventjes optrekken (damn, deed ik het weer), en dan langzaam inspuiten. Want dan heeft de

Bescherming voor Brusselse huishoudhulpen: Wat er verandert

Het Brussels Parlement heeft recentelijk besloten de rechten en arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen te versterken. Dit artikel beschrijft de kernpunten van deze ordonnantie en hoe deze de huishoudhulpen in Brussel beïnvloedt. Groeiende behoefte aan bescherming Brussel telt op dit moment 28.137 huishoudhulpen, waarvan 21.393 Brusselaars zijn. 95 procent van hen is vrouw, veelal van buitenlandse afkomst en met een lage opleiding. Zij verzorgen dagelijks de huishoudelijke taken van 116.162 gebruikers. Met zo'n omvangrijke groep is het duidelijk dat hun bescherming en welzijn van het grootste belang zijn, zo stelt Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) via zijn ordonnantie.   Opleiding en begeleiding Een kenmerk van de nieuwe regelgeving is de focus op opleiding. Elke nieuwe werknemer in de sector moet een initiële opleiding van 9 uur ondergaan, gevolgd door een jaarlijkse verplichte opleiding van 16 uur. Ter ondersteuning hiervan zullen bedrijven hun werkn