Op 9 september j.l. is een nieuw wetsvoorstel ingediend in de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers, met de vraag om wijzigingen aan te brengen aan het KB Re-integratie. Ik ga er even dieper op in.
De aanhouder wint, zullen ze hebben gedacht. Want het huidige wetsvoorstel nr. 275 is een bijna letterlijk herhalen van een eerder wetsvoorstel nr. 3204, ingediend op 27 juni 2018. De term arbeidsgeneesheer is wel aangepast naar arbeidsarts, en in de aantallen langdurig ongeschikten zijn nu de cijfers van 2018 vervat in plaats van die van 2017. Maar inhoudelijk heb ik geen echte wijzigingen gevonden.
De cijfers
Ik moet het even kwijt. "77% van de re-integraties leiden tot ontslag om medische redenen"? Ik erger me blauw aan dit fake news. Ja, 77% als je enkel de officiële trajecten in beschouwing neemt. Maar zoals ik eerder al onder meer in een artikel voor de Artsenkrant heb aangetoond: als je à lle re-integraties beschouwt, dan wordt ontslag om medische redenen slechts in een luttele 3 procent toegepast. En bovendien, soms kà n de werknemer gewoonweg niet meer aan de slag in de huidige onderneming, maar kan die wel gereactiveerd worden in een ander bedrijf via herscholing door de VDAB.
Maar bon, verder naar de voorstellen. Ik ga enkel diegene met de grootste impact geven, mocht het wetsvoorstel ook daadwerkelijk doorgevoerd worden.
Abstractie
Het staat al beschreven als richtlijn op de website van de FOD WASO: "... de preventieadviseur-arbeidsarts [moet] abstractie maken van de concrete mogelijkheden die binnen de onderneming al dan niet bestaan om aangepast of ander werk aan te bieden. Het concrete aanbod op vlak van aangepast of ander werk kan immers pas worden bekeken in de volgende fase van het re-integratietraject waarbij de werkgever ook betrokken is... De preventieadviseur-arbeidsarts heeft immers geen zicht op de mogelijkheden die de werkgever heeft om de arbeid aan te passen aan de mens of de mogelijke wijzigingen die zich kunnen voordoen binnen de onderneming (nieuwe functies, pensionering en ontslag, loopbaanonderbrekingen e.d.m.), en mag zich op dit punt ook niet door de werkgever laten beïnvloeden in een bepaalde richting."
Het KB geeft echter de mogelijkheid voor de arbeidsarts om zelf de inschatting te maken of er al dan niet tijdelijk of definitief aangepast werk mogelijk is. Bij de adviezen B en D geeft de arts al aan dat de werkgever niet moet zoeken, dat er toch geen aangepast of ander werk mogelijk is in de onderneming, tijdelijk (B) of definitief (D).
Dus vraagt het wetsvoorstel dat de arbeidsarts altijd de werkpost ter plaatse moet bezoeken en gesprekken moet voeren met onder meer de direct leidinggevende. En dat de arts een omstandig verslag opstelt met de taken, de omkadering, begeleiding en redelijke aanpassingen.
Op zich vind ik dat best wel een goed principe. Maar ik houd mijn hart vast voor de praktische toepassing van dit alles. Wat een tijdsbesteding! Wat een paperassenwerk! De werkgevers die open staan voor re-integratie, doen dat nu al zonder al deze extra administratieve belasting. En de werkgevers die er geen oren naar hebben, gaan zeer snel leren op welke wijze ze zich alsnog kunnen gaan indekken via gedetailleerde motivatieverslagen, zonder ook maar een blik te werken op de uitgebreide verslagen waar de arbeidsartsen zoveel tijd en energie in hebben gestoken.
Maar misschien zie ik het wat te somber in?
Show me the money
Sinds enkele maanden dient de werkgever die medische overmacht inroept al outplacement aan die ex-werknemer aan te bieden, zoals ik al in een artikel voor PreventActua uit de doeken heb gedaan. Hier zou een forfaitaire vergoeding aan toegevoegd worden die overeenstemt met 3 maanden loon bij beslissing D, of 4 maanden loon + outplacement bij beslissing C.
Ook zouden ze werkgevers met minstens 20 werknemers willen beboeten, wanneer ze in verhouding meer zieke werknemers hebben: "Indien in jaar X de verhouding tussen het aantal door de ziekteverzekering vergoede afwezigheidsdagen ingevolge psychische (waaronder burn-out) en/of muscoskeletale aandoeningen enerzijds en het totaal aantal bij de RSZ aangegeven arbeidsdagen anderzijds substantieel hoger ligt dat het gemiddelde van diezelfde verhouding in ondernemingen die behoren tot dezelfde bedrijfstak en het gemiddelde van alle ondernemingen uit de privésector, zal daartoe het percentage van de werkgeversbijdrage voor de tak ZIV-uitkeringen voor het derde kwartaal van het jaar X+1 worden verdubbeld."
Op zich nog niet zo een gek idee; in Nederland draagt de werkgever al de volledige kost van à l haar zieke werknemers gedurende twee of drie jaar. Jazeker, niet 2 à 3 maand, maar 2 à 3 jaar! Nu, de hierboven voorgestelde berekeningen maken het wel heel complex.
Eerlijk gezegd, ik zie dat alles nog niet zo direct gebeuren in ons Belgenland. Want om Willem Elsschot te parafraseren: tussen droom en wetten staan belangen in de weg, en praktische bezwaren.