Doorgaan naar hoofdcontent

Een kleine opkuis van het KB Gezondheidstoezicht

Onlangs is het KB Re-integratie opgenomen als artikels 73/1 tot en met 73/11 in het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. En nu heeft men ook de rest van het KB Gezondheidstoezicht* opgekuist (ik krijg het onding niet rechtstreeks gelinkt, maar het is op 06/02/2017 verschenen in het Belgisch Staatsblad, numac 2017200281). Voor jullie welzijn (want het lezen van deze wetteksten heeft een ernstig slaapverwekkend effect) geef ik hier de belangrijkste wijzigingen weer.



Een verzoek om gezondheidstoezicht kan nu ook gewoon via mail

Zie hiervoor artikel 11.
Wel ok, er staat niet specifiek dat de aanvraag nu ook via mail mag, maar er staat “op de meest aangewezen wijze”. En volgens insiders is de achterliggende reden van deze term om een verzoek via mail mogelijk te maken. Welcome to the 20th century! (nee, geen typo).
Dit komt ook tegemoet aan de enkele “ancien” arbeidsinspecteurs en arbeidsgeneesheren, die tot dusver steeds hebben geëist dat de werknemer zulk een formulier hadden “overhandigd gekregen van hun werkgever”, zoals het KB stipuleerde.
Het verzoek moet ook niet meer beantwoorden aan “het model dat gaat als bijlage I”, maar enkel de hier vermelde gegevens bevatten. Wederom een versoepeling die ik enkel kan toejuichen.


Een verzoek om gezondheidstoezicht hoeft niet langer voor spontane raadplegingen of bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting

Zie ook hier artikel 11.
Spontane raadplegingen en bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting konden al sinds midden 2014 rechtstreeks (en zelfs anoniem) aangevraagd worden door de werknemers. Strikt wettelijk gezien moesten ze tot dusver hier dus ook een verzoek om gezondheidstoezicht voor indienen, met gebruik van het model uit bijlage I. Niet langer nodig. Het KB somt op voor welke types onderzoeken het wél nog nodig is, en deze twee zitten er niet meer bij.
Ik vind het toch een beetje verwarrend, want het is nog steeds meestal de werkgever die aan de externe dienst uit naam van de werknemer een spontaan consult of voorafgaand bezoek aanvraagt.
Oh, en aanvragen van een re-integratietraject staan er dus ook niet bij in het lijstje van het KB. Er staat niet expliciet vermeld welk document of model je dan wél moet gebruiken, maar dat zal later nog wel komen. Co-prev heeft in tussentijd alleszins een voorsteldocument opgesteld. Dit wordt door alle externe diensten gebruikt, en zal waarschijnlijk ook gebruikt worden als model door het FOD WASO.


Spontane raadplegingen kunnen nu ook buiten de werkuren

Dat staat in artikel 12.
Waarom? Het is niet altijd even evident om tijdens de werkuren even ongezien weg te glippen voor een anoniem consult bij de bedrijfsarts. Maar het KB verplichtte dat alle onderzoeken (buiten deze in het kader van re-integratie) tijdens werkuren plaatsvonden. Met dit KB is dat probleem opgelost.
Ook “gewone” spontane consulten kunnen hierdoor vanaf nu buiten de werkuren. Maar als ik de formulering in het KB letterlijk interpreteer, zijn deze onderzoeken dan niet noodzakelijk bezoldigd als arbeidstijd! Ik vraag me af of dat wel de bedoeling was…


De bedrijfsarts heeft nu ALTIJD de toestemming van de werknemer nodig om de behandelend of adviserend arts te contacteren

Zie artikel 23.
En what the hell?! Vroeger mocht de bedrijfsarts nog “telkens hij het nuttig acht” de behandelend geneesheer contacteren om bijvoorbeeld risico’s te identificeren. Zoals bij een piloot, waar de bedrijfsarts toch wat twijfels heeft over diens mentale gezondheidstoestand. Nu kan dat dus niet meer zonder expliciete goedkeuring van de werknemer in kwestie. Okee, in zulk een geval kan de bedrijfsarts altijd een ongeschiktheid voor de veiligheidsfunctie uitschrijven. En dan is het aan de werknemer om zelf het bewijs te leveren dat er geen vuiltje aan de lucht is. Of moest hij in beroep gaan, dan kan dat enkel mits de geneesheer-inspecteur overleg kan plegen met diens behandelend arts. Dus misschien moet ik me hier niet te druk over maken. But still. Very annoying.
Oh, en de adviserend geneesheer kan dus ook enkel gecontacteerd worden mits expliciete goedkeuring van de werknemer. Vroeger werd dit helemaal niet vermeld, maar nu dus wel.
Misschien zou ik dit allemaal minder erg vinden, moesten de adviserend geneesheren niet al geruime tijd geleden een wettekst gekregen hebben die expliciet toelaat dat zij wanneer ze maar willen wél de behandelend arts kunnen contacteren, ongeacht of de werknemer hiervoor toestemming gegeven heeft. En wij moeten dus steeds eerst braaf vragen of dat wel mag. Allemaal heel politiek correct, maar erg efficiënt is het niet.


Een opkuis van enkele artikelen

En ten slotte wordt er dus nog wat gestofveegd in de wetteksten, om coherent te zijn met de nieuwe procedure van re-integratietrajecten.
Zo zijn er aanvullingen in artikels 14, 16, 26, 37, 72 en 82. Concreet betreft dit steeds iets à la “en dit geldt ook voor de nieuwe re-integratieonderzoeken”. Misschien toch nuttig om even te vermelden: artikel 37 gaat over de spontane raadpleging, en dit kan nu dus ook wanneer de werknemer vindt dat het re-integratieplan niet meer goed marcheert. Ik geef het maar mee.
Er is ook een nieuw artikel 47/1, gewoon om te zeggen dat bij beslissingen vanuit van de “nieuwe” re-integratie niet een Formulier voor de GezondheidsBeoordeling gebruikt mag worden (maar dus wel een Formulier voor de Re-integratieBeoordeling, zoals vermeld in artikel 73/2 §4).
En weg met de hele reutemeteut over de “oude” re-integratiebeoordeling in artikels 39-41.



Het wordt wel wat wanordelijk, met al die tussenartikels 47/1 en 73/1-11 etc. Nu, het FOD WASO vindt dat zelf ook, en is van plan om in de loop van dit jaar de hele Wet op het Welzijn te hernummeren. Probleem is wel, dat  ik dan al mijn verwijzingen naar deze artikels dan ook zal moeten aanpassen… 
 
* Geüpdatete KB - met dank aan Herwig Neefs.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels