Doorgaan naar hoofdcontent

Over triootjes en goede communicatie

Het voorbije jaar heb ik een vijftal triootjes gedaan, en ik moet zeggen, het is me goed bevallen. Het enige wat ik spijtig vind, is dat er niet meer zijn.



Ik heb het uiteraard over het project TRIO van Domus Medica. Ik zit voor de bedrijfsartsen vanuit de BBvAg (de Belgische Beroepsvereniging voor Arbeidsgeneesheren) in de stuurgroep, en ben al regelmatig naar een 'TRIO' gegaan. Hierbij gaan een of meerdere bedrijfsartsen en adviserend artsen naar een LOK-vergadering, en praten met de huisartsen gedurende een tweetal uur over de re-integratiemogelijkheden van patiënten op hun werk. Dit concept bestaat al enkele jaren in Wallonië, en is sinds september 2016 naar aanleiding van het nieuwe KB Re-integratie ook in Vlaanderen van start gegaan.

Eigenlijk gaat dit over dingen die we al jaren doen. Het KB Re-integratie is warm water, opnieuw uitgevonden. Aangepast of ander werk? Been there. Progressieve werkhervatting? Done that. Het is nu wel in een formeler jasje gestoken, met plannen en verslagen en tijdslimieten. Maar ook zonder al deze kafkaiaanse formaliteiten kunnen we het nog steeds op een pragmatische manier aanpakken. Hiervoor moeten we elkaar wel kennen, en via overleg zoeken naar oplossingen die de patiënten/werknemers/arbeidsongeschikten (het hangt er maar vanaf vanuit welk perspectief je het bekijkt) ten goede komen.

Een betere onderlinge communicatie bereiken we via de triootjes. Uit deze bijeenkomsten blijkt toch maar weer dat voornamelijk bedrijfsartsen de grote onbekenden zijn. De vragen en onderwerpen gaan dan vaak ook niet over de details van re-integratie, maar over de basics: Wie zijn wij? Wat doen wij? Hoe vindt men ons?

Deze laatste vraag wordt telkens met enige urgentie gesteld. Hoe kan de behandelend arts of zijn patiënt terugvinden wie diens bedrijfsarts überhaupt is? Wel, dit staat in het arbeidsreglement, en op het formulier van de gezondheidsbeoordeling dat de werknemer meekrijgt na een gezondheidstoezicht. Je kunt ook de regionale arbeidsinspectie vragen welke de externe of interne dienst preventie en bescherming is van een bepaalde werkgever. Ik weet het, heel omslachtig allemaal. De overheid werkt aan een online databank waarop je de bedrijfsarts en adviserend arts, mét contactgegevens, rechtstreeks zult kunnen terugvinden.

We kunnen ons op deze vergaderingen ook ontdoen van ons 'Doctor Evil' imago. We worden nogal eens gepercipieerd als een soort van controlearts, die steevast de kant van de werkgever kiest. Niet dus. We zijn evenzeer door het beroepsgeheim gebonden. Bovendien vereist de Wet op het Welzijn dat we als preventieadviseur een objectieve rol innemen, met het welzijn van de werknemer als beginpunt. Of de werkgever altijd ons advies opvolgt, is nog een andere kwestie.

Maar de belangrijkste conclusie? Wij kunnen helpen. Heb je een patiënt die door stress of rugklachten thuiszit? Misschien kunnen we mee helpen zoeken naar een aangepaste of andere functie. In overleg met de adviserend arts en de werkgever kunnen we kijken of een progressieve werkhervatting mogelijk is. Iedereen wint. Een vroege activering versnelt het genezingsproces.

Het is dus heel zinvol en belangrijk dat we meer van dergelijke overlegmomenten hebben. Onbekend maakt onbemind. Door elkaar beter te kennen en te begrijpen kunnen we samen oplossingen zoeken die ten goede komen van zowel het individu in het bijzonder als de maatschappij in haar geheel. Ik hoop dan ook dat er nog vele triootjes zullen komen!

Dit artikel is eerder verschenen op Artsenkrant.com

Populaire posts van deze blog

Nieuwe artikels

Ik ben nog aan het overwegen hoe ik mijn publicaties op lange termijn ga aanpakken—of ik verder werk aan mijn blog, artikels zowel op LinkedIn als hier blijf delen, een onderscheid maak op basis van onderwerp, of een andere richting insla. Voorlopig kan je al mijn nieuwe artikels terugvinden op mijn LinkedInpagina via deze link: https://www.linkedin.com/in/edelhartkempeneers/recent-activity/articles/ .

Bereken je kans op een hartinfarct

Met behulp van een aantal parameters kun je de statistische kans inschatten of je binnen de tien jaar zal overlijden aan een hart- of vaatziekte.     De SCORE-tabel is niet nieuw. Het is een internationaal erkend werkmiddel dat op basis van het geslacht, de leeftijd, de systolische bloeddruk, het rookgedrag en de verhouding van totaal cholesterol op HDL-cholesterol in één overzichtelijk geheel de kans weergeeft dat je sterft aan een hartinfarct of een beroerte. De getallen worden onderverdeeld in drie categorieën: Groen: Laag risico, minder dan 5% kans om binnen de tien jaar de wormen te voeren Oranje: Matig risico, 5 à 9% kans om binnen de tien jaar de pijp aan Maarten te geven Rood: Hoog risico, 10% of meer kans om binnen de tien jaar aan de verkeerde kant van het gras te gaan liggen Het is en blijft uiteraard slechts een ruwe inschatting. Als je suikerziekte hebt, moet je al niet beginnen met de tabel. Ga dan maar uit van een ernstig verhoogd ris...

Werken bij warm weer

Een tijdje geleden heb ik een tekst opgesteld over werken bij warm weer, en op deze zwoele zomerdag is het wellicht hét moment om deze ook eens op mijn blog te plaatsen. Als je daar geen boodschap aan hebt, en liever weet hoe je de werkgever overhaalt om een korte werkbroek voor je aan te schaffen, verwijs ik naar een eerder blogartikel " kort van stof ". Weet je, de wetgeving over werken bij warm weer wordt chronisch geplaagd door een misverstand over de gebruikte begrippen. Het zit zo. De normen worden berekend op basis van de WBGT-index. WBGT staat voor "Wet Bulb Globe Temperature". Deze index drukt de gevoelswarmte uit. Met een vochtige globethermometer worden vier parameters bepaald. Naast de temperatuur worden ook de straling, luchtsnelheid en vochtigheidsgraad gemeten. Want een droge hitte met veel wind bvb. geeft veel minder hinder dan een drukkende, vochtige hitte met windstilte. De wetgeving zegt bvb. dat je bij een WBGT-index van 31,5 en zwaar werk (v...