Een tussendoortje. En rijkelijk laat, maar ik ging tot voor kort zelf nog steeds uit van de tarieven van 2017. Dus bij deze.
De minimumtarieven voor een externe dienst zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, en worden elk jaar op 1 januari aangepast aan de spilindex.
De spilindex werd in mei 2017 overschreden. De tarieven van 2018 liggen dus 2% hoger.
Samengevat:
Parameter | Tarief |
Tariefgroep 1 | € 43,18 |
Tariefgroep 2 | € 62,94 |
Tariefgroep 3 | € 78,55 |
Tariefgroep 4 | € 99,36 |
Tariefgroep 5 | € 116,52 |
Preventie-eenheid binnen budget | € 156,06 |
Preventie-eenheid buiten budget | € 119,65 |
Medisch onderzoek buiten budget | € 80,66 |
Om nog even te duiden: stel, je hebt een bedrijf van 100 werknemers en je zit in tariefgroep 4. Je betaalt dan 9936 euro aan je externe dienst. Hiervoor krijg je een budget van 63,67 PE (preventie-eenheden).
Een PE is een uur tijdsbesteding van een preventieadviseur niveau 1 (zoals ergonomen, arbiedshygiënisten en pa psychosociale aspecten). Een arbeidsarts is duurder (wegingsfactor 125%, oftewel 182,58 euro per uur), een preventieadviseur niveau II of verpleegkundige is goedkoper (75%, oftewel 117,05 euro per uur).
Dit budget besteed je in eerste instantie aan de gezondheidstoezichten en psychosociale interventies.
Is je budget opgebruikt? Dan kun je bijkomende PE bestellen aan 119,65 euro per uur (met dezelfde wegingsfactoren als hierboven) of gezondheidstoezichten aan 80,66 euro per onderzoek.