Doorgaan naar hoofdcontent

Uitkering bij deeltijdse werkhervatting

Ik had het al min of meer beloofd in mijn blogartikel "Hoe het zit met die nieuwe goedkeuringen voor progressieve werkhervatting voor twee jaar", bij deze wat uitleg over de aanpassing van de berekening van de ongeschiktheidsuitkeringen bij deeltijdse werkhervattingen.



Werknemers gaan sinds 1 april 2018 dus nog maar maximaal 2 jaar deeltijds mogen werken en deeltijds op de ziekenkas blijven. Dat is bepaald in het recente Koninklijk Besluit*. 
Maar aan de andere kant heeft datzelfde KB ook voorzien in een cumulatie van de arbeidsongeschiktheidsuitkering bij deeltijdse hervatting. 

Deze cumulatie was al beloofd bij de voorstelling van het KB Re-integratie in november 2016, en was vooropgesteld voor 1 januari 2017. De finishlijn is hierna nog een aantal keer verzet geweest, maar nu is het dus effectief een feit.

Wat houdt dit nu precies in?

Tot voor kort werd de uitkering die een werknemer ontvangt, verminderd met een bepaald percentage in functie van het inkomen dat wordt verworven uit de gedeeltelijke werkhervatting.
Dit is juristentaal voor (vrij vertaald) het volgende: Je hervat aan 20%? Dan verlies je ook 20% van je uitkering**.
Sounds fair, maar het werkt ook als een rem. Want het extra inkomen dat je bij een gedeeltelijke werkhervatting krijgt, kan echt klein zijn. Ga je hiervoor terug de file trotseren?

Sinds 1 april 2018 wordt de uitkering verminderd met een bepaald percentage dat afhankelijk is van de tewerkstellingsbreuk van de werknemer in kwestie.
Wederom, vrij vertaald: Je hervat aan 20%? Dan behoud je je volledige uitkering.
Iemand die halftijds het werk hervat, zal slechts een 30% van zijn of haar uitkering verliezen**.

Deze financiële incentive werkt uiteraard drempelverlagend voor langdurig zieke werknemers die via een re-integratietraject willen proberen om het werk deeltijds te hervatten. Ze hebben extra inkomen, en moest het toch niet lukken kunnen ze wel terugvallen op de mutualiteit. Voor zover de adviserend arts oordeelt dat die werknemer nog steeds meer dan 66% arbeidsongeschikt is, uiteraard.

Een directeur van een van de landsbonden heeft me destijds wel aangegeven dat hij toch zijn bedenkingen heeft bij dit systeem. "Je blijft voltijds uitbetaald worden door de mutualiteit, en kunt een dag per week nog een centje bijverdienen ook. Waarom zou je nog meer gaan werken?"
Vandaar ook de bijkomende maatregel van maximaal twee jaar deeltijds werk. 
Maar het zal alleszins belangrijk blijven om, naast de positieve effecten van deze maatregel, ook de ongetwijfeld komende misbruiken op het systeem nauwlettend in de gaten te houden...


* KB 04.02.2018 tot wijziging van het KB van 03.07.1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994, BS 09.02.2018.

** Zo ongeveer. Er zit een hele berekening achter die afhankelijk is van je basisloon, je gezinstoestand, je oorspronkelijke uurrooster, je horoscoop en weet ik wat nog meer.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels