Doorgaan naar hoofdcontent

Re-integratiecasus - poetsvrouw met rotator-cuff syndroom

Ik krijg regelmatig re-integratiecasussen voorgeschoteld, vooral wanneer ze escaleren. Enkele van de meest recente heb ik kort beschreven in een artikel voor de Artsenkrant, dat zal waarschijnlijk eind mei of zo verschijnen.

Maar zal ik er ook eens over bloggen; één casus per artikel, dat helpt ook weer om mijn jaardoelstelling voor aantal artikelen te halen :-).


Een 50-jarige poetsvrouw bij een dienstenchequebedrijf is sinds ruim twee jaar op de ziekenkas, omwille van rotator cuff-syndroom. 

De "rotator cuff" is het gezamenlijke peesblad van de spierpezen rond de schouder. Die zorgt voor stabiliteit van het schoudergewricht, en laat je schouder toe rond 3 assen te bewegen: zijwaarts naar buiten, draaien naar binnen en draaien naar buiten.
Door ongeval of door overbelasting kunnen scheuren ontstaan in de pezen. Hierbij raakt ook vaak een pees ingeklemd onder het acromion. Bij een scheur van de cuff heb je pijn en krachtverlies.
Een kleine spierscheur geneest vanzelf. IJs op de schouder en gedoseerde rust is de enige benodigde behandeling. Een grote of volledige scheur echter geneest niet spontaan. Na een schouderingreep met hechting van de scheur volgt een lange revalidatieperiode onder begeleiding van een kinesitherapeut.

Dat laatste is gebeurd voor bovenstaande poetsvrouw.


De adviserend arts van de mutualiteit geeft nu aan dat ze niet langer meer dan 66% arbeidsongeschikt is voor de algemene arbeidsmarkt. 

Dit is een economisch gegeven dat gehanteerd wordt door de adviserend artsen, ter evaluatie van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Tijdens een eerste periode van zes maanden gaan ze het verdienvermogen berekenen op basis van het huidige beroep. Daarna houdt men ook rekening met alle beroepen die men ooit heeft uitgeoefend of nog zou kunnen uitoefenen volgens zijn of haar beroepsopleiding. Als het verdienvermogen hierdoor stijgt tot meer dan 33%, wordt de erkenning stopgezet.

Dat laatste is nu van toepassing voor bovenstaande poetsvrouw. In feite had dit dus al na 6 maanden kunnen gebeuren, maar het heeft dus meer dan twee jaar geduurd voordat deze knoop werd doorgehakt.


De dame ziet een werkhervatting als poetsvrouw echt niet zitten. Werk boven schouderhoogte doet nog steeds veel pijn, en waneer ze bij de mensen thuis moet gaan poetsen, is bijvoorbeeld het lappen van ramen (met dus ook werk boven schouderhoogte) een van deze taken.
Maar dat maakt doet de mutualiteit niet langer ter zake, gezien ze nu kijken naar de mogelijkheden van de algemene arbeidsmarkt.

Dus gaat de poetsvrouw met een attest van de behandelend arts naar de arbeidsarts. De behandelend arts heeft op dat attest aangegeven dat in zijn ogen mevrouw definitief ongeschikt is voor haar huidige functie als poetsvrouw.

De arbeidsarts doet een re-integratieonderzoek (hier dus op initiatief van de werknemer, via de behandelend arts), en evalueert de medische verslagen van de werkneemster, doet een klinisch onderzoek en bestudeert alle mogelijkheden in de onderneming.

Hij concludeert tot het advies "A" op het formulier voor de re-integratiebeoordeling. Dit betekent: tijdelijk ongeschikt, en aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming.

Strictu sensu is dit het meest correcte advies. Want een rotator cuff syndroom kan in principe via kinesitherapie volledig of alleszins voldoende genezen, ook al kan dat nog jaren duren. En in de onderneming zou het in principe mogelijk zijn om de werknemer aangepast (geen werk boven schouderhoogte zoals ramen lappen) of ander (poetsen op burelen) werk te geven.


Het gevolg kun je waarschijnlijk raden. De poetsvrouw is bijzonder onthutst, want ze ziet het niet gebeuren dat ze dergelijk aangepast werk gaat krijgen. En de werkgever is misnoegd, want aangepast werk zien ze niet als realistisch: men doet alle poetswerk bij de klanten, niet slechts een deel ervan, en ander werk evenmin: er zijn een aantal poetsvrouwen die enkel burelen doen, maar het aantal dergelijke functies is beperkt; en ze kunnen die werknemers niet zomaar overplaatsen, want het zijn er vaak die zelf medische beperkingen hebben, of ouder zijn.

Dus moet de werkgever een motivatieverslag opstellen waarin ze dit omstandig beschrijven, en starten ze een ASR scenario 2 op, om de werknemer via de RVA op tijdelijke overmacht te zetten. Het gevolg van dit alles is dus enkel dat de werkgver wat administratieve last erbij heeft, en de werknemer blijft thuis, maar nu via een ander systeem.


Vanuit mijn functie als medisch directeur zou ik officieel uiteraard kunnen argumenteren dat bovenstaande inderdaad wettelijk volledig conform is. 
Maar mocht ik dit vanuit mijn onafhankelijke functie als preentieadviseur-arbeidsarts pragmatisch willen aanpakken? Dan zou ik misschien wel een een advies "D" durven opstellen = definitief ongeschikt, en geen aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming.

Ja, de aandoening kan inderdaad nog volledig genezen, maar let's face it, wat is de kans daarop, als het blijkbaar na twéé jaar revalidatie al niet lukt, bij een 50-jarige vrouw? Via medische overmacht kan de werkgever met onmiddellijke ingang het contract stopzetten en kan de dame met hulp van de VDAB herscholen naar ander werk.

En ja, ik zou ook een advies "C" kunnen opstellen = definitief ongeschikt, en aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming, want in principe is zulk een aanpassing inderdaad mogelijk, en mag ik geen rekening houden met de reële situatie. Maar wat winnen we hiermee? Het gevolg is hetzelfde = medische overmacht. Maar er is hierdoor wel extra administratief werk voor de werkgever, want die gaat dan een motivatieverslag moeten opstellen, en extra rompslomp en tijdsverlies voor de werknemer, want die moet niet alleen de zeven werkdagen wachten tijdens dewelke ze in beroep zou kunnen gaan tegen de beslissing van de arbeidsarts, maar ze moet ook nog eens wachten op het motivatieverslag van de werkgever. En als die het hier te druk voor heeft, wel, de werkgever heeft 12 maanden de tijd om een dergelijk verslag op te maken. 


Dus wat zou jij verkiezen, wettelijk volledig conform of de meest pragmatische aanpak?

Populaire posts van deze blog

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Moet je bij het vaccineren optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit?

Je haalt het vaccin uit de verpakking, duwt de lucht eruit*, je steekt de naald in de bovenarm. En dan? Trek je even op, om te kijken of je niet in een bloedvat zit? Fout!  De griepvaccinatiecampagne loopt op haar laatste benen, maar dit onderwerp blijft sowieso relevant. Over het griepvaccin in het algemeen heb ik recent nog geblogd ( veilig, effectief, versterkt afweer, beschermt anderen ), en de vraag of je de injectieplaats moet ontsmetten heb ik ook onlangs nog beantwoord ( nee ). Bij deze een nieuwe stelling, die blijkbaar niet alom gekend is: bij het plaatsen van een vaccin in de musculus deltoideus, moet je NIET even optrekken om te kijken of je niet in een bloedvat zit. Ik doe dat zelf ook nog vaak, hoor. Macht der gewoonte. Zelfs eerst de plek ontsmetten, ook al is dat dus niet nodig. Zo kan ik even goed wrijven, en voelen ze de prik niet. Trick of the trade. De naald erin, eventjes optrekken (damn, deed ik het weer), en dan langzaam inspuiten. Want dan heeft de

Bescherming voor Brusselse huishoudhulpen: Wat er verandert

Het Brussels Parlement heeft recentelijk besloten de rechten en arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen te versterken. Dit artikel beschrijft de kernpunten van deze ordonnantie en hoe deze de huishoudhulpen in Brussel beïnvloedt. Groeiende behoefte aan bescherming Brussel telt op dit moment 28.137 huishoudhulpen, waarvan 21.393 Brusselaars zijn. 95 procent van hen is vrouw, veelal van buitenlandse afkomst en met een lage opleiding. Zij verzorgen dagelijks de huishoudelijke taken van 116.162 gebruikers. Met zo'n omvangrijke groep is het duidelijk dat hun bescherming en welzijn van het grootste belang zijn, zo stelt Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) via zijn ordonnantie.   Opleiding en begeleiding Een kenmerk van de nieuwe regelgeving is de focus op opleiding. Elke nieuwe werknemer in de sector moet een initiële opleiding van 9 uur ondergaan, gevolgd door een jaarlijkse verplichte opleiding van 16 uur. Ter ondersteuning hiervan zullen bedrijven hun werkn