Doorgaan naar hoofdcontent

Methyleenchloride

"Geen probleem, ik zal wel even een tekstje over methyleenchloride opstellen." Piece of cake, toch? Even Googelen, en ik vind wel voldoende informatie om te knippen en plakken.
En inderdaad, al snel had ik een hele boterham van informatie beschikbaar. Ook van Wikipedia, de online Encyclopedie die iedereen kan bewerken en aanvullen, had ik wat nuttige informatie kunnen bijeensprokkelen. Maar bij het nakijken van de tekst viel het me op dat, hoewel "de mutagene en teratogene eigenschappen bewezen zijn... leidt tot aangeboren afwijkingen als een vrouw tijdens haar zwangerschap is blootgesteld aan de verbinding", dit toch belangrijk gegeven niet als Risico-zin in de veiligheidsfiches van de stof vermeld stond. Raar toch? Er ontbreekt vaak een hoop (voor ons) nuttige informatie op de MSDS-fiches, maar de R- en S-zinnen zijn doorgaans toch volledig. Dus heb ik maar weer eens op PubMed (een online database met samenvattingen van medische onderzoeksartikelen) gezocht, en wat blijkt? Er zijn helemaal geen mutagene en teratogene eigenschappen bewezen! De Engelstalige versie van Wikipedia verwijst naar zulk een artikel, maar interpreteert het volledig verkeerd. En de Nederlandstalige Wikipedia heeft enkel die verkeerde interpretatie overgenomen. Je moet er niet meer naar zoeken - ik heb het ondertussen aangepast. Dat is dan weer de kracht van Wikipedia.
Ik heb uiteindelijk maar mijn hele tekst herbekeken en herwerkt - een hoop meer werk dan ik had verwacht, maar dat is alleszins beter dan verkeerde informatie geven. Ik zou nog in affronten vallen.
Enfin, dit bewijst maar weer dat het gevaarlijk is om informatie van op het internet klakkeloos als feilloze waarheid te beschouwen. Behalve als die van mij komt, natuurlijk. ;-)

---
Methyleenchloride of dichloormethaan (DCM; CH2Cl2, CAS-nummer 75-09-2) is een primair chloorhoudend oplosmiddel op basis van methylchloride. Het is een kleurloze, onontvlambare vloeistof. Het is erg vluchtig: het verdampt vanaf 40°C. De dampen zijn wel 3 keer zwaarder dan lucht.

Toepassingen
Methyleenchloride kent diverse toepassingen:
• ontvettingsmiddel in de metallurgie

• industriële reiniging van poetsdoeken
• farmaceutische industrie (oplosmiddel)
• extractiesolvent in de voedingsindustrie (cafeïnevrij maken van koffie en thee, aroma’s…)

• chemische industrie

• expansiemiddel in polyurethaanschuim

• verfafbijtmiddel (voor verf, vernis, lijm, hars…)

• rubberindustrie bij het gebruik van lijmproducten

• aërosol

Gevaren
Methyleenchloride is de minst giftige van de eenvoudige chloorkoolwaterstoffen. Dit betekent niet dat er geen gezondheidsrisico is.

1. Zenuwstelsel
Methyleenchloride is een solvent. Het kan bijgevolg het zenuwstelsel op dezelfde manier beïnvloeden als alcohol (ook een solvent).
Een acute verhoogde blootstelling kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid, coördinatiestoornissen, duizeligheid, vertraagde reflexen en andere effecten die ook bij dronkenschap optreden. Het drinken van alcohol verergert de symptomen en doet ze langer duren. Doorgaans zullen deze acute effecten enkele uren na stop blootstelling verdwijnen.
Herhaalde, chronische blootstelling aan methyleenchloride en andere oplosmiddelen kunnen blijvende schade toebrengen aan het zenuwstelsel. De symptomen omvatten vermoeidheid, slapeloosheid, slechte coördinatie, verstoord korte-termijngeheugen, en karakterveranderingen zoals depressie, angststoornissen, en prikkelbaarheid.
2. Huid
Methyleenchloride verdampt snel. Een kortdurende blootstelling aan de huid geeft enkel milde irritatie. Een langduriger contact met de huid, bvb. via natte schoenen, handschoenen of kleren, kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Herhaalde blootstelling kan dermatitis teweegbrengen, met droogheid, roodheid, vervellen en barsten van de huid.

3. Ogen, neus, keel
Methyleenchloride kan irriterend werken. Contact van methyleenchloride met de ogen is zeer pijnlijk, maar geeft zeer zelden blijvend letsel.

4. Hart

Een acute vergiftiging met methyleenchloride kan tot anginalijkende aandoeningen leiden of zelfs tot een hartinfarct bij mensen met een kransslagadervernauwing.

5. Lever en nieren
Methyleenchloride geeft bij blootstellingen onder de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling waarschijnlijk geen schade van de lever en nieren. Er zullen eerder neurologische symptomen optreden.

6. Kanker
De stof is volgens het IARC (International Agency on Research of Cancer) ingedeeld in klasse 2B van de kankerverwekkende scheikundige stoffen. Het is dus een stof waarvan de carcinogeniteit bij de mens onvoldoende kan aangetoond worden, maar waar voldoende aanwijzingen bestaan dat ze kankerverwekkend zijn bij dieren. Bij dieren is de relatie aangetoond tussen blootstelling en kanker in longen, lever en alvleesklier.

7. Zwangerschap
Methyleenchloride lijkt niet schadelijker te zijn voor de ontwikkelende foetus dan voor de volwassen mens. Dierproeven bij zwangere dieren hebben geen geboorteafwijkingen of andere ontwikkelingsstoornissen aangetoond. Zoals de meeste organische oplosmiddelen, kan methyleenchloride de foetus bereiken via de placenta. Het kan aan de zuigeling worden overgedragen via de moedermelk. Zwangere en borstvoedende vrouwen zullen bijgevolg best blootstelling aan methyleenchloride vermijden.

8. Koolstofmonoxide
Methyleenchloride wordt gemetaboliseerd tot koolstofmonoxide (CO). Dit geeft neurologische symptomen, gelijkaardig aan deze hierboven beschreven. Het roken van sigaretten zorgt ook voor een verhoogd CO-gehalte in het bloed. Methyleenchloride zal bijgevolg bij rokers sneller neurologische symptomen veroorzaken. CO is ook belastend voor het hart. Mensen met angina door cardiovasculaire aandoeningen zijn zeer gevoelig voor CO. Zelfs bij blootstelling onder de norm kan methyleenchloride bij hen de anginaklachten verergeren.
Mensen met hart- of longaandoeningen, rokers, mensen met overgewicht, zwangere vrouwen en mensen met andere blootstelling aan CO zullen best hun blootstelling aan methyleenchloride in de mate van het mogelijke beperken.

9. Inademing van dichloormethaan
Hoewel de stof via de spijsvertering en de opperhuid kan worden opgenomen, is vooral het inademen van de dampen een veel voorkomend gevaar in arbeidskringen.
De voor methyleenchloride kenmerkende ethergeur is slechts vanaf 150 à 300 ppm waarneembaar. Die geurdrempel ligt ruim boven de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling.
Methyleenchloride is sterk bedwelmend vanaf 500 ppm. Bij het begin van de 20ste eeuw werd dit middel overigens gebruikt als algemeen verdovingsmiddel, net zoals trichloorethyleen en chloroform. De giftige eigenschappen spelen een kleinere rol dan de narcotische en neurologische kenmerken in vele dodelijke gevallen met methyleenchloride. De narcose leidt immers tot bewustzijnsverlies en een shock met hart- en ademhalingsstilstand.
Enkele keren geconcentreerde dampen inademen volstaat om zeer snel in een narcose te raken. Het wordt hierdoor onmogelijk een verdere blootstelling te ontvluchten. Bij een intensieve inademing (> 10.000 ppm), treden er plots problemen in het bewustzijn en in het hart op. Daarna volgen zeer snel een acuut longoedeem en een coma. Dit heeft een fatale afloop wanneer er niet binnen een paar minuten hulp wordt geboden.

Arbeidshygiënische richtlijnen en maatregelen
R- en S-zinnen
Dichloormethaan heeft de volgende R- en S-zinnen:
• R 40(A): Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten
• S 2: Buiten bereik van kinderen bewaren
• S 23.2: Damp niet inademen
• S 24/25: Aanraking met de huid en de ogen vermijden
• S 36/37: Draag geschikte beschermende kledij en handschoenen
Blootstellingsgrenzen
De GWBB (grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling) bedraagt 100 ppm, volgens de richtlijnen van de ACGIH (American Conference of Governmental Industrial Hygienists) van 2002.
De TLV-TWA (treshold limit value – time weighted average) bedraagt 50 ppm.
De VME (valeurs limites de moyenne d'exposition) bedraagt 50 ppm, de VLE (valeurs limites d’exposition) 100 ppm.
De MAC (maximale aanvaarde concentratie) bedraagt 100 ppm, de MAK (Maximale arbeidsplaatsconcentratie) eveneens.

Monitoring van de blootstelling
Omgevingsconcentratiemetingen kunnen worden uitgevoerd met meetbuisjes:
- Korte duur meetbuisjes – Auer: QN (5085-804) of Dichloormethaan-50(5085-823)
- Korte duur meetbuisjes – Dräger: Methyleenchloride 100/a (67 24601)
- Lange duur meetbuisjes – Dräger: Methylenchlorid 50/a-L (67 28881)
De daadwerkelijke blootstelling van de werknemers kan met biomonitoring worden bepaald. De hoeveelheid methyleenchloride in het bloed en in de uitgeademde lucht zijn goede middelen om de recente blootstelling te evalueren. De hoeveelheid CO in het bloed is ook een goede optie. Methyleenchloridde verdwijnt echter snel uit het lichaam. Deze testen zijn bijgevolg enkel van nut wanneer ze binnen een aantal uren na de blootstelling worden uitgevoerd (doorgaans aan het einde van een werkpost). Roken en fysieke inspanning kunnen de resultaten beïnvloeden.

Medische onderzoeken
Werknemers die blootgesteld zijn aan methyleenchloride moeten onderworpen worden aan een jaarlijks periodiek onderzoek, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan de mogelijke nadelige gezondheidseffecten door blootstelling aan deze stof.
Moederschapsbescherming
Methyleenchloride de foetus bereiken via de placenta. Het kan aan de zuigeling worden overgedragen via de moedermelk. Zwangere en borstvoedende vrouwen worden omwille hiervan doorgaans verwijderd uit het blootstellingsrisico door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, in kader van de wetgeving op de Moederschapsbescherming.

Preventie
De blootstelling aan methyleenchloridedampen moet zoveel mogelijk vermeden worden. Wanneer er geen alternatief product mogelijk is, bestaat de beste oplossing eruit om het arbeidsprocédé uit te voeren in een gesloten circuit of met behulp van een geautomatiseerde installatie.
Indien blootstelling niet helemaal kan worden uitgesloten, moet het niveau van de concentratiedampen onder de blootstellingsgrens gehouden worden door middel van een algemene verluchting en een lokale afzuiging langszij (met inspectieluik bvb.). Beide installaties (verluchting en afzuiging) moeten niet alleen daadwerkelijk gebruikt en onderhouden worden, maar moeten ook aangepast zijn. Een controle door een geteste detector, met alarm bij de overschrijding van de blootstellingsgrens vult dit systeem aan.
Werknemers die ondanks alles toch in contact komen met methyleenchloridedampen moeten geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) dragen. Alleen een kap met luchtaanvoer en de aanwezigheid van een tweede persoon, die desnoods hulp kan verlenen, kunnen de veiligheid en gezondheid van - zelfs tijdelijk - blootgestelde werkers beschermen bij hoge concentraties van dit oplosmiddel.
Informeren om te voorkomen
De risico’s verbonden aan methyleenchloride in de afbijtsector van verf en vernis zijn lang niet algemeen gekend. De werknemers correct en volledig informeren is dus zeker ook een aangewezen preventievereiste.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels