Ik hààt bloedafnames! Of laat ik het anders stellen: ik haat het uitvoeren van bloedafnames bij 16- en 17-jarige vrouwelijke stagiaires, die bij het horen van "bloedafname" al bijna een vagale reactie doen, en beginnen te huilen zodra ik nog maar in de buurt kom met de naald. Het feit dat ze net ervoor een (ietwat) pijnlijke intradermotest hebben gekregen bij de verpleger maakt het me ook niet gemakkelijker. De paniek laait op, de kin begint te trillen. Het haalt me echt uit mijn concentratie. En bij tienermeisjes is het dan nog niet altijd even evident om een bloedvat te vinden. Als ik er niet direct in zit, waag ik me er niet aan om te gaan "zoeken" naar het bloedvat (je weet wel, voelen waar het precies zit t.o.v. de naald en dan eventjes bijsteken), want ze zitten al half in tranen te vragen of hun marteling nog niet afgelopen is.
Wanneer ik bloedafnames uitvoer bij, om maar een voorbeeld te geven, rioleringswerkers, voor het bepalen van de Hepatitis A titer, mis ik nooit een bloedvat. "Ja, de dokter zegt dat ik moeilijke bloedvaten heb" - maakt niet uit, ik heb altijd prijs. Het scheelt wellicht dat ik slechts één buisje moet afnemen.
Maar stagiairs. Ik begin zelf al te zweten. En zo had ik vandaag de ene angstige tiener na de andere. "Is het echt nodig?" "Nee he!" "Gaat dat pijn doen?" "Ik wil dat niet!"
Je zou van minder hoofdpijn krijgen.