Doorgaan naar hoofdcontent

Re-integratiecasus - onthaalbediende met depressie

Nog een speciale casus van een officieel re-integratietraject dat naar mij geëscaleerd is. Zoals bij de vorige casussen heb ik wel een aantal gegevens aangepast, om de anonimiteit van zowel de werkgever als de werknemer te garanderen.


Een onthaalbediende komt op consultatie bij een arbeidsarts. Ze is sinds bijna een jaar in ziekteverlof omwille van een depressie, en wordt nu op initiatief van de werkgever op consult gestuurd voor een re-integratietraject. Aan de klantenbeheerder die het consult heeft ingepland, heeft de werkgever al aangegeven dat een medische overmacht wenselijk is; een onmiddellijk ontslag om medische redenen dus.


De werknemer geeft tijdens het consult met de arbeidsarts dezelfde informatie als hierboven. Ze heeft ook een attest met de behandelende arts mee, dat een definitieve ongeschiktheid voor de huidige functie bevestigt. Ze is ook zelf vragende partij hiervoor, geeft ze aan, om "ervan af te zijn". Nu, een depressie kan moeilijk als reden gelden voor een definitieve ongeschiktheid. De arbeidsarts kan tijdens het consult de werkgever niet contacteren om dit terug te koppelen, of om te bespreken welke andere mogelijkheden er zijn, en stelt dus nog geen advies op.

Dat laatste is op zich geen probleem, want bij een re-integratietraject heeft de arbeidsarts 40 werkdagen vanaf de aanvraag om een advies op te stellen. De bedoeling hirvan is dat het de arbeidarts de tijd geeft om grondig te kunnen overleggen met de behandelende arts en de adviserend arts, en om te kijken welke mogelijkheden er bij de werkgever zijn.


Bij het overleg met de werkgever op de volgende werkdag blijkt dat de werknemer eerst een tijdje thuis was na de bevalling van haar tweede kind. Toen ze wou hervatten, droeg ze een hoofddoek. De werkgever heeft echter een beleid dat geen religieuze tekenen toelaat voor werknemers die in contact komen met het publiek, en ze hebben geen andere (back-office) functies beschikbaar waarvoor zij de geschikte opleiding heeft. Hierop is de werkneemster in een depressie verzeild geraakt. Nu heeft de adviserend arts van het ziekenfonds aangegeven dat ze binnenkort zal moeten hervatten. De werkgever heeft dan aan haar een medische overmacht voorgesteld, om uit de impasse te geraken.


Ik heb aan de collega arts aangegeven dat dit geen reden voor medische overmacht kan zijn. Het enige advies dat mij conform lijkt op basis van de medische gegevens, is een advies "A" (tijdelijk ongeschikt met aangepast of ander werk mogelijk in het bedrijf), en met vermelding in het advies tekstvak "geschikt voor werkhervatting".

Deze laatste kunstgreep is nodig omdat het huidige formulier voor de re-integratiebeoordeling enkel verklaringen van tijdelijke of definitieve ongeschiktheid toelaat, en geen tout court "geschikt zonder beperkingen".


Maar bij nader beschouwing, wat is het inherente verschil met het vorige dossier (de secretaresse met "burn-out")? Zou ik niet consistent moeten zijn, en ook hier een “D” adviseren om de werknemer te helpen opnieuw op te starten bij een andere werkgever, waar een hoofddoek wél kan? Of zou ik dan toch niet beter bij het vorig dossier een "A" hebben geadviseerd, want kijk maar op welke "slippery slope" we nu zitten?


Kijk, zoals ik al in een eerder artikel heb aangegeven, meer dan 99% van de re-integratietrajecten verlopen vlekkeloos. Met ofwel clear-cut adviezen A-E, ofwel progressieve hervattingen waarvoor zelfs geen officieel traject nodig is. Maar bij die resterende 1%, daar zitten toch wel een aantal dossiers bij waarvoor ik even in mijn haar moet krabben...

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Moderne lotusvoeten

Vandaag verscheen een artikel op VRT NWS , dat schoenen met hoge hakken (voorlopig) lijken te hebben afgedaan. Nu kan ik eindelijk een tekst die ik al sinds begin 2020 als "draft" heb staan, publiceren! Wanneer we lezen over de praktijk van het voetinbinden in het oude China, gruwelen we van zulke barbaarse martelpraktijken. Hoe heeft een schoonheidsideaal ooit in zulke mate kunnen ontsporen? Nochtans bezondigen wij ons aan gelijkaardige praktijken, alleen is het moeilijker om zulke dingen objectief te beoordelen, wanneer je zelf in die cultuur verweven zit. Voetinbinden Ik ga dit cultureel gegeven toch even kaderen. De praktijk van voetinbinden heeft zich in China ontwikkeld tijdens de Tang-dynastie (618-907 na Chr.). Het hield in dat men bij jonge meisjes de voeten omzwachtelde. De vier kleine tenen werden naar binnen geplooid en braken uiteindelijk vanzelf. De grote teen bleef recht. Het resultaat was een "lotusvoetje". Dit gold als een teken van wels