Doorgaan naar hoofdcontent

Diëten en het "What the hell" effect

Ben je al eens op dieet geweest? Dan herken je het volgende scenario wellicht.

Je bent de dag goed begonnen, met een gezond ontbijt. En je middagmaal bestaat uit zorgvuldig uitgemeten porties eiwitten, koolhydraten en vetten. Goed bezig! Komt een collega rond met zelfgebakken cupcakes, omdat ze verjaard is. Je kunt toch niet nee zeggen? Je dieet is hierdoor wel om zeep. Dus ja, geef maar een tweede cupcake. En daarna even langs bij de automaat voor een zakje chips. Morgen kun je écht van start gaan. Maar dan is er natuurlijk weer iets anders…


Dit fenomeen wordt door bloedserieuze professors in de psychologie benoemd als het “what the hell” effect. Je begaat een kleine zonde, en voordat je het weet is je zelfcontrole bedolven onder een zondvloed van uitschuivertjes. Want what the hell, het maakt nu toch niet meer uit.

Toen ik over dit verschijnsel las in “The Honest Truth About Dishonesty: How We Lie to Everyone - Especially Ourselves” van Dan Ariely, kon ik ook mijn eigen gedrag in herkennen. Elke dag tracht ik mijn calorie-intake te beperken tot 27 "punten". Dit is losjes geïnspireerd door het Weight Watchers systeem. Ik tel 1 punt per 50 kcal, en 0 punten voor groenten en fruit. Voor elke 1000 stappen die ik doe vanaf 6000 stappen, trek ik dan weer één punt af (trust me, it makes perfect sense). Maar soms heb ik een etentje of een andere sociale activiteit - of is het weekend. En dan blijk ik opeens tegen de vroege avond aan 30 punten te zitten. In dat geval, moet ik bekennen, zet ik al mijn remmen los, en grijp ik 's avonds ook naar de zak paprika chips (20 punten). Want what the hell, ik zit toch al over mijn limiet, dus nu maakt het ook niet meer uit.

Proefondervindelijk heb ik een aantal middelen gevonden om mezelf te beschermen tegen mijn eigen destructief gedrag.

Zo heb ik bijvoorbeeld een week- en een jaarplanning. Door op langere termijn te denken, kan ik mezelf motiveren om het kind niet met het badwater weg te gooien. Zo kan ik op sommige dagen afwijken van mijn doel (27 punten), maar door de volgende dagen dan wat meer moeite te doen (bvb. 15 punten), beperk ik toch de schade, en geraak ik gemiddeld gezien wél aan mijn doel (wekelijks minder dan 27 punten, en een jaardoel van minder dan 10.000 punten).

Door minder in absolute termen te denken, ga ik ook minder snel de moed opgeven. Eén snoepje doet mijn dieet niet teniet.

Nu, overmatig snacken kun je eigenlijk nog het best vermijden door preventie aan de bron: haal het spul gewoonweg niet in huis. Enfin, wanneer je dat lukt tenminste; zo mag ik zelf bijvoorbeeld niet winkelen wanneer ik vermoeid of hongerig ben. Want als ik dan langs de rekken met chips loop, denk ik wel eens: ach, what the hell.

Populaire posts van deze blog

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Bescherming voor Brusselse huishoudhulpen: Wat er verandert

Het Brussels Parlement heeft recentelijk besloten de rechten en arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen te versterken. Dit artikel beschrijft de kernpunten van deze ordonnantie en hoe deze de huishoudhulpen in Brussel beïnvloedt. Groeiende behoefte aan bescherming Brussel telt op dit moment 28.137 huishoudhulpen, waarvan 21.393 Brusselaars zijn. 95 procent van hen is vrouw, veelal van buitenlandse afkomst en met een lage opleiding. Zij verzorgen dagelijks de huishoudelijke taken van 116.162 gebruikers. Met zo'n omvangrijke groep is het duidelijk dat hun bescherming en welzijn van het grootste belang zijn, zo stelt Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) via zijn ordonnantie.   Opleiding en begeleiding Een kenmerk van de nieuwe regelgeving is de focus op opleiding. Elke nieuwe werknemer in de sector moet een initiële opleiding van 9 uur ondergaan, gevolgd door een jaarlijkse verplichte opleiding van 16 uur. Ter ondersteuning hiervan zullen bedrijven hun werkn

Organic Dust Toxic Syndrome (ODTS)

De term Organic Dust Toxic Syndrome werd voor het eerst in 1985 gebruikt. De aandoening, die is gekenmerkt door griepachtige verschijnselen, geeft doorgaans geen blijvende schade.   ODTS? Toxische inhalatiekoorts veroorzaakt door een plotse blootstelling aan hoge dosissen organisch stof werd al in de jaren 70 in de medische literatuur beschreven. Op een symposium in 1985 werd voor het eerst de term Organic Dust Toxic Syndrome (oftewel Toxisch Organisch Stof Syndroom) geopperd. De aandoening is gekenmerkt door griepachtige verschijnselen met soms ook klachten van de longen die één tot vijf dagen aanhouden, en geeft doorgaans geen blijvende schade. Oorzaak ODTS kan optreden in allerlei werksituaties en beroepen met blootstelling aan organisch stof (zie kader). ODTS wordt veroorzaakt door een plotse en hoge blootstelling aan stof van organische oorsprong dat grote hoeveelheden bacteriën en/of schimmels bevat. De bacteriën bevatten endotoxinen, en de schimmels mycotoxinen (mee