Doorgaan naar hoofdcontent

Goede voornemens? Vijf richtlijnen om je doelen ook écht te bereiken

Met het nieuwe jaar komen ook de goede voornemens. En als je de voorspelling van Mark Twain wilt vermijden (“Now is the accepted time to make your regular annual good resolutions. Next week you can begin paving hell with them as usual”*), dan ga je die best zo concreet mogelijk maken.

Ik heb mijn vooropgestelde doelen voor 2016 ook effectief bereikt. In onderstaand artikel geef ik weer hoe.


Wat waren mijn doelen?

Eerst wil ik nog even het volgende meegeven. Niet alles kun je, of wil je, in een actielijst zetten. Sommige dingen zijn zo vanzelfsprekend, dat dit (hopelijk) niet nodig is. Zo staat mijn gezin centraal in mijn leven. Nu, ik heb dat wel als extra reminder in de hoofding van mijn dagelijkse actielijsten gezet, om al mijn besognes toch steeds in het juiste kader te blijven plaatsen…

Wat ik dus als concrete jaardoelen had vooropgesteld, zijn de volgende:

  1. Schrijven: 
    1. 85 uren
    2. 52 artikels
  2. Lezen:
    1. 120 boeken
    2. 40.000 pagina’s
  3. Bewegen:
    1. 3.660.000 stappen (10.000 stappen per dag)
    2. 183 dagen met meer dan 10.000 stappen (1 op 2 dagen)
  4. Gewicht:
    1. 10.000 punten (27 punten per dag)
    2. 183 dagen met minder dan 27 punten (1 op 2 dagen)
  5. Welzijn:
    1. 732 dingen waar ik dankbaar voor ben (2 per dag)

Jouw doelen hoeven uiteraard niet dezelfde te zijn; beschouw de bovenstaande enkel als mogelijke voorbeelden. Hieronder geef ik de principes weer voor het opstellen (en behalen!) van jouw doelen.

Stel concrete, haalbare doelen

Uiteraard is het halen van bijvoorbeeld 10.000 stappen per dag op zich geen einddoel. Het einddoel hier is “gezond zijn”. Maar dat is veel te vaag. Want wat is gezond zijn? Gezond eten, veel bewegen, voldoende slapen; dat is al beter afgelijnd. Maar nog niet genoeg. Stel op voorhand concreet vast wat je gaat doen, wanneer, en hoe. Wees ook realistisch. Het doel moet haalbaar zijn, anders raak je enkel gedemotiveerd. Dit alles heb ik niet uit mijn duim gezogen trouwens; het zijn de basisprincipes van SMART doelstellingen.

Koppel het aan meetbare acties

Ik heb ooit eens een BMI (body mass index) gehad van 31; lang geleden, toen ik nog student was en een frituur op 100 meter van mijn studentenkot. De laatste jaren heb ik mijn gewicht steevast kunnen stabiliseren op een BMI tussen 22 en 25. Dit vergt echter, zoals iedereen met een voorgeschiedenis van overgewicht ongetwijfeld kan getuigen, een continue inspanning en opvolging.
Een BMI onder de 25 is op zich heel concreet, en een objectieve gezondheidsindicator voor het einddoel “gezond zijn”. Maar het is op zich niet goed als actieplan, want het geeft niet aan wat je nu precies gaat doen om je doel te bereiken (of behouden). Meten is weten, en de enige effectieve manier om een gezond gewicht te behalen of behouden, is calorieën tellen (meer hierover in mijn artikel “Diëten en het What the hell-effect”).

Hou rekening met trends

Ik heb voor elk doel een grafiek, waarmee ik kan volgen hoeveel ik voor of achter sta, ook in vergelijking met het voorbijgaande jaar. Dat laatste, het nagaan van historische data, is zeer belangrijk. Het eerste jaar dat ik punten telde, met einddoel minder dan 10.000 punten op een jaar, zat ik het ganse jaar min of meer perfect op schema. Wat gebeurde echter? De laatste weken van december had ik verlof, en met alle familiefeestjes erbij kon ik me gewoonweg niet aan de 27 punten houden. Eindbilan: 10.048,5 punten. Ik weet wel dat ik mijn einddoel, gezond zijn door mijn gewicht op peil te houden, toen wel heb bereikt. Maar toch. Het ergert me nog steeds. Mijn vooropgesteld doel had ik nét niet gehaald, doordat ik onvoldoende rekening had gehouden met de eindejaarscalorieën. 

Wees flexibel

Desnoods kun je je doel gaandeweg bijwerken. Zo voorzie ik in mijn opvolglijst maandelijks een herevaluatie van mijn doelen. Wat is de stand van zaken; raak ik hopeloos achter? Kan ik een tandje bijsteken of moet ik mijn doel herzien?
Of omgekeerd, is het doel te weinig uitdagend en kan ik het vooropgesteld doel hoger stellen? Want zoals al gebleken is wanneer arbeidsprocessen SMART gemaakt worden: door iets te meten en bij te houden, word je er ook beter in. Dit heb ik bijvoorbeeld gemerkt bij het bijhouden van mijn stappen (zie mijn preventiekronkel “3.000.000 stappen”).

Meen het ook echt

Ja inderdaad, je moet een klein beetje obsessief-compulsief zijn om dit systeem toe te passen. Elke dag meten, elke dag opvolgen; en bijsturen waar nodig.
Maar je krijgt er dan ook veel voor terug: je gaat je doelen écht bereiken. Het gevoel van controle dat dit geeft, is op zich ook veel waard.
Je gaat bovendien je eigen grenzen verleggen. Sinds mijn studententijd las ik amper een 10-tal boeken per jaar. Sinds 2008 hou ik mijn leeslijst bij met een einddoel in zicht, en heb ik mijn gemiddelde kunnen vertienvoudigen. Maar hierover meer in een volgend artikel.


*Of als ik écht sjiek wil doen, deze uitspraak van Antoine de Saint-Exupéry: "Tout objectif sans plan n'est qu'un souhait."

Populaire posts van deze blog

Jicht en jus (d'orange)

Recent heb ik gelezen dat softdrinks een jichtopstoot kunnen veroorzaken! Drinken van twee gesuikerde softdrinks per dag zou de kans op een jichtopstoot met 85% doen stijgen. Het vruchtsuiker (fructose) is verantwoordelijk voor dit verhoogd risico, dieetdranken geven geen probleem. Ook andere producten die fructose bevatten (fruitsappen, appels en sinaasappels) geven een verhoogde kans op jicht!? Kijk, dat is dus nieuw voor mij. In alle overzichtslijstjes voor jichtlijders vind je net terug dat je fruit naar believen mag nuttigen. Snoepjes die fructose bevatten moet je dan weer vermijden. Ja, het wordt soms verwarrend. Jicht is een reumatische aandoening. Ze is al heel lang geleden beschreven.  De Griekse geneesheer Hippocrates had het er 25 eeuwen geleden al over. Men dacht wel altijd dat jicht een gevolg was van een overdaad aan alcohol en rijkelijke maaltijden. De jichtlijder kreeg alle schuld voor zijn ziekte in de schoenen geschoven. Maar het is een te hoog urinezuurgehal

Is maté oké?

Maté is een infusie van yerba maté bladeren in heet water. Het lijkt nog het meeste op thee, en wordt in de Zuid-Amerikaanse landen ook in plaats hiervan en in plaats van koffie gedronken. Eeuwenoud symbool van gezondheid en vriendschap, is deze drank er hét sociale bindmiddel. Maté is ook in de lage landen verkrijgbaar, in kruidenwinkels maar ook in grootwarenhuizen. En het heeft een afzetmarkt. Niet alleen bij inwijkelingen uit Zuid-Amerika. Maté wordt, naast groene thee, namelijk ook aanbevolen als hulpmiddel bij afvallen. Op een relatief bekende website staat maté geklasseerd onder "planten zonder risico", "... U kunt ook rechtstreeks thee van maté of groene thee nemen: gemakkelijk te vinden en veelvuldig gebruikt ..." Tal van dieetwebsites raden ook maté aan, omwille van tal van redenen: naast bijkomend gewichtsverlies, heeft het een beschermend effect op het hart. Het doet de slechte cholesterol dalen en beschermt tegen beschadigingen van het DNA. Het h

Benzeen en muconzuur

Beste bloglezers, ik ga het eens hebben over benzeen. Benzeen gaat al een tijdje mee in onze Westerse maatschappij. Het werd in de helft van de 19e eeuw al op industriële schaal geproduceerd. Benzeen heeft een platte ringstructuur, met elektronen die vrij kunnen bewegen in “wolken” boven en onder de ring. Hierdoor is het een heel stabiel molecule, en heel nuttig bij allerhande industriële toepassingen. Er zijn een hele reeks moleculen met gelijkaardige atoomringen, en die worden allemaal aromatische verbindingen genoemd. Ik ben er nu wel snel over heen gegaan, maar destijds hebben hele slimme mensen er een heel lange tijd over gedaan om deze ringstructuur te achterhalen. Friedrich August Kekulé zou uiteindelijk de structuur van benzeen ontdekt hebben naar aanleiding van een droom over een slang die in zijn eigen staart beet. Dromen zijn dus niet altijd bedrog. Om terug te komen op benzeen: helaas is het naast nuttig ook tamelijk ongezond. Benzeen heeft bij acute blootstellin