In een vorig blogartikel had ik het over het advies 215 van de Hoge Raad PBW, waarin ze onder meer een wijziging van de tariefregeling van de externe diensten vragen. Ze wensten dat de voorgestelde wijzigingen in werking zouden treden op 1 januari 2019, maar dat is uiteindelijk niet meer haalbaar gebleken. Enkel de goedkeuring van het verslag van de elektronische procedure stond voor 14 december j.l. op de agenda. Zoals ik al heb aangegeven, kan het Kabinet op basis van dat advies een ontwerp-KB opstellen, maar normaal gaat zulke tekst eerst voorgelegd worden aan de Hoge Raad voor publicatie. Een effectief nieuw KB dat in voege zal gaan, zal dus pas ten vroegste voor 01/01/2020 zijn.
Wat worden dan de nieuwe minimumtarieven in 2019?
Wat worden dan de nieuwe minimumtarieven in 2019?
Hierover is nog geen officiële communicatie verschenen (ik verwacht die in de loop van de komende weken), maar de minimumtarieven van de externe diensten zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, en worden elk jaar op 1 januari aangepast aan de spilindex. Gezien de spilindex in augustus 2018 overschreden is, zullen de tarieven van 2019 met 2% stijgen. Dus als ik dat uitreken, kom ik op onderstaande cijfers.
Het overzicht:
Tariefgroep | Werkgever met ≤ 5 werknemers | Werkgever met > 5 werknemers |
Tariefgroep 1 | 37,67 EUR | 44,04 EUR |
Tariefgroep 2 | 54,65 EUR | 64,20 EUR |
Tariefgroep 3 | 67,92 EUR | 80,12 EUR |
Tariefgroep 4 | 85,96 EUR | 101,35 EUR |
Tariefgroep 5 | 100,82 EUR | 118,86 EUR |
Preventie-eenheid | NVT | 159,18 EUR |
Preventie-eenheid buiten budget | NVT | 122,04 EUR |
Medisch onderzoek buiten budget | 82,27 EUR | 82,27 EUR |