In de recentste Annals of Internal Medicine is een massale overkoepelende studie verschenen naar de gezondheidseffecten van vitamine- en mineraalsupplementen. De belangrijkste conclusies geef ik hieronder weer.
De industrie rond voedingssupplementen is big business. Ik heb zelf ook een aantal supplementen in de geneesmiddelenkast zitten, in de ijdele hoop om mijn beperkte tijd op deze aardkloot met een aantal maanden of jaren te kunnen verlengen. Maar heeft het enige zin?
Als je de onderzoeken wilt geloven, wel. Met de regelmaat van de klok verschijnen er studies die een nieuw superfood of supermolecule vinden; resveratrol staat bijvoorbeeld de laatste dagen weer in de kijker, als wondermiddel voor Marsastronauten.
Maar dergelijke onderzoeken zeggen niet alles. Statistische significantie is niet heiligmakend. Gooi een Belgische euromunt op 21 juli 20 keer in de lucht, en je hebt een goeie kans dat ze 16 keer op "kop" landt. Om met een grotere zekerheid te kunnen zeggen of de munt op de Belgische nationale feestdag meer geneigd is om op kop te landen en het gezicht van koning Filip te tonen, is het nodig om het onderzoek te herhalen met een groter aantal testen, en met variaties op het thema. De munt opgooien op 22 juli bijvoorbeeld, of een Nederlandse euromunt opgooien - vertoont koning Willem-Alexander dezelfde voorkeur voor de Belgische feestdag?
Een overkoepelende studie zoals die in de Annals of Internal Medicine heeft dit gedaan; het heeft 227 klinische proeven geanalyseerd, een gecombineerd totaal van 992.129 proefpersonen onder de loep genomen, en 105 meta-analyses gedaan (analyses van de onderzoeken) op 16 van de vaakst gebruikte vitamine- en mineralensupplementen.
Wat blijkt?
Bijna alle beoordeelde supplementen, inclusief multivitaminen, selenium, vitamine A, vitamine B6 en vitamine D, vertonen geen verband met een verhoogd of verlaagd risico op overlijden of hartaandoeningen.
Slechts drie specifieke interventies vertonen een effect met enige statistische significantie.
Minder zout
Dit is een "gouwe ouwe". Hoelang wordt er al niet gezegd dat we onze zoutinname moeten beperken? Wel, in tegenstelling tot adviezen als "niet gaan zwemmen tot een uur na het eten" blijkt dit wel gefundeerd. Zoutarme diëten doen bij gezonde proefpersonen het risico op hartaandoeningen en overlijden met ongeveer 10 procent dalen.
Omega-3 vetzuren
De laatste 10 Ã 20 jaar een hype, de laatste tijd iets minder. En er is inderdaad een klein beschermend effect gevonden tegen overlijden door hartaandoeningen. Dit effect is wel beperkt, verwacht er dus niet 1000 jaar mee te worden, zoals dokter Le Compte. Hoe zou het daar eigenlijk mee zitten? Ik heb de laatste jaren weinig over hem gehoord.
Foliumzuursupplementen
Ook hier is een licht beschermend effect gevonden tegen overlijden door beroerte.
Calcium- en vitamine D-supplementen
Wat, toch een vierde interventie met statistische significantie? Wel ja, maar in negatieve zin. Calcium en vitamine D apart hebben geen effect, maar neem ze samen, en je hebt een dodelijke cocktail met 17 procent meer kans op een beroerte.
Ik besef dat diegenen die enkel de titeltjes lezen, net meer geneigd zullen zijn om bovenstaande supplementen te gaan nemen in plaats van deze waarschuwing te volgen. Maar ik ben bereid dat risico te nemen; het is Darwinisme in actie. Lezen kan je leven redden.
Conclusie
Met het risico om extra verwarring te creëren, wil ik toch nog vermelden dat deze overkoepelende studie enkel heeft gekeken naar (de effecten op) mortaliteit, en niet op levenskwaliteit.
Maar sowieso blijkt steeds vaker uit dit type onderzoeken (want het is zeker niet het eerste) dat het gezondheidseffect van voedingssupplementen op zijn best beperkt is, en in de meeste gevallen enkel leidt tot de productie van dure urine.
Waar je wél je leven met 20% mee kunt verlengen? Dat heb ik in een eerder artikel beschreven.