Op de website van de FOD WASO staat te lezen dat de arbeidsarts voor het opstellen van een advies bij een re-integratietraject eigenlijk abstractie moet maken van de concrete mogelijkheden binnen de onderneming.
De arts mag zich enkel baseren op de medische restcapaciteiten, en de werkgever moet zelf maar uitmaken of ze op basis van dat advies aangepast of ander werk kunnen voorzien. Want wie weet kan de werkgever een volledig nieuwe werkinhoud of functie creëren op maat van die zieke werknemer. Dit is niet verplicht, maar misschien kan het wel.
De eigenlijke wettekst zegt nochtans anders. De arbeidsarts kan vijf mogelijke adviezen geven:
- A: tijdelijk ongeschikt, aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming
- B: tijdelijk ongeschikt, geen aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming = verder in ziekteverlof of op RVA
- C: definitief ongeschikt, aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming
- D: definitief ongeschikt, geen aangepast of ander werk mogelijk in de onderneming = medische overmacht
- E: nog geen opstart traject mogelijk
Dus bij zowel B als D geeft de arbeidsarts zelf al aan: don't bother, een re-integratieplan is sowieso geen optie.
En in het huidig wettelijke kader vind ik dat soms ook de beste aanpak.
Als je op voorhand al weet dat er geen aangepast of ander werk beschikbaar is in de onderneming, dan creëer je met een advies A of C enkel valse verwachtingen bij de werknemer en extra paperassenwerk bij de werkgever.
Want je geeft de werknemer een document mee waar expliciet op staat dat er volgens jouw mening de werkgever wel degelijk aangepast of ander werk kan voorzien. Wat precies? Tja, dat is aan de werkgever om uit te maken. Zolang het maar werk is zonder tillen van lasten, of werk zonder stressvolle situaties, of met regelmatig de mogelijkheid tot zitten...
Prima! zegt de werknemer. Hier kan ik me wel in vinden. Wat zeg je, ik heb de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen die beslissing? Waarom zou ik? De werkgever gaat een andere functie voor me voorzien zonder stress.
Een jaar later (want bij een advies van definitieve ongeschiktheid heeft de werkgever twaalf maanden om met een re-integratieplan of motivatieverslag op de proppen te komen) zegt de werkgever aan de werknemer: Eh ja, dat aangepast of ander werk? Not gonna happen. Hier is een motivatieverslag waarin we omstandig uitleggen waarom dat niet kan. Teken je even hier? Wat, je bent niet akkoord? Maakt niet uit, je kunt toch niet meer in beroep gaan.
De enige optie die de werknemer dan nog heeft, is een langdurige gerechtelijke procedure, via de arbeidsrechtbank. Dat alles is toch ook niet de bedoeling.
Dus ofwel behoudt men het huidige systeem, mét opties B en D, ofwel herwerkt men de procedure helemaal, waarbij de arts een zich helemaal niet uitspreekt over de mogelijkheden, maar uitsluitend een profiel opstelt met de medische restcapaciteiten. En dan kan de werkgever op basis hiervan in gezamenlijk overleg kijken wat ze kunnen doen.
Een dergelijke volledige herwerking is structureel nog de beste oplossing, maar ook de moeilijkste.