Doorgaan naar hoofdcontent

Werknemers met een chronische ziekte

Eurofound, de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, heeft een rapport gepubliceerd over werknemers met een chronische ziekte in Europa.


Inleiding

Met ondertussen meer dan 400.000 langdurig zieken in België is de impact van chronische ziekten op de arbeidsparticipatie een groeiende zorg voor beleidsmakers. Personen met een chronische ziekte hebben minder kans op werk en inkomen, omdat ze eerder de arbeidsmarkt verlaten of ook omdat ze het moeilijker vinden om na een afwezigheid opnieuw aan het werk te gaan. 74% van de gezonde personen tussen 50 en 59 jaar oud heeft werk; dit daalt tot 70% bij mensen met een chronische ziekte en tot 52% voor mensen met twee chronische aandoeningen. En hoewel chronische aandoeningen vaker voorkomen bij oudere werknemers, meldt een groeiend aandeel van jongere werknemers langdurige ziekte.

Niet werken, berooft mensen van de voordelen die werkgelegenheid kan bieden voor welzijn, levenskwaliteit, financiële zekerheid en sociale integratie. Het vermindert ook de arbeidskrachten voor werkgevers en leidt tot een grotere afhankelijkheid van het uitkerings- en pensioenstelsel. Uiteraard zijn sommige mensen met chronische aandoeningen gewoonweg niet in staat om te blijven werken. Maar velen willen en kunnen dat toch doen, als de juiste ondersteuning en huisvesting op het werk beschikbaar is.


De belangrijkste bevindingen

Een kwart van de beroepsbevolking in de EU heeft een chronische ziekte. In België is het aandeel nog relatief laag, met 14%. Dit kan onder meer verklaard worden door een relatief groter aandeel van vroegtijdig gepensioneerde werknemers. Het aandeel werknemers met een chronische ziekte is tussen 2010 en 2017 met 8 procentpunten gestegen. Deze opwaartse trend zal zich voortzetten naarmate de bevolking ouder wordt, aangezien werknemers ouder dan 50 jaar meer dan twee keer zoveel kans hebben op een chronische ziekte als werknemers jonger dan 35 jaar. Bij jongere werknemers (16-29 jaar) is het aandeel met een chronische ziekte ook relatief hoog. Het is gestegen van 11% in 2010 tot 18% in 2017.

Chronische ziektes variëren in hun ernst en de impact die ze hebben op het werk en privéleven. Meer dan 50% van werknemers met een chronische ziekte geeft aan dat ze vanwege hun aandoening beperkt zijn in hun dagelijkse activiteiten. Het hebben van een chronische ziekte heeft gevolgen voor de duurzaamheid van het werk, waarbij getroffen personen eerder de arbeidsmarkt verlaten en inactief worden. Meer dan 40% van de werknemers die zeggen beperkt te zijn door hun aandoening, verwacht ook dat ze niet in staat zullen zijn om te werken tot de leeftijd van 60.

Aangepast of ander werk bij werknemers met chronische ziekten kan een belangrijke invloed hebben op hun kwaliteit van de baan en de duurzaamheid van het werk. Deze aanpassingen kunnen materieel zijn (zoals gemakkelijker toegankelijke werkstations en spraakherkenningssoftware) of immaterieel (zoals aanpassing van de werktijd en werken op afstand). Werktijdflexibiliteit is een van de meest voorkomende vormen van aangepast of ander werk. Een vijfde van de werknemers met een chronische ziekte meldt dat hun werkplek of werkactiviteit is aangepast aan hun gezondheidsprobleem. Van degenen wier dagelijkse activiteiten enigszins of ernstig beperkt zijn, heeft 30% genoten van werkplekaccommodatie. Dit betekent dus dat 70% van de werknemers met een beperkende chronische ziekte niet op deze manier worden ondersteund.

Meer dan 40% van de personen met een beperkende chronische ziekte die hun werkplek hebben aangepast, is van mening dat in de toekomst verdere aanpassing nodig zal zijn. Een eenmalige aanpassing zal dus vaak onvoldoende zijn, en de behoeften van werknemers moeten regelmatig opnieuw worden beoordeeld.

Werknemers met een laag opleidingsniveau en mensen met laaggeschoolde beroepen hebben meer kans op een chronische ziekte en ervaren vaker beperkingen in hun dagelijkse activiteiten. Tegelijkertijd krijgen zij van hun werkgever ook minder vaak de mogelijkheid tot aangepast of ander werk.

Werknemers met een beperkende chronische ziekte bij wie de werkplek of werkactiviteit is aangepast aan hun gezondheidsprobleem, hebben verbeterde loopbaanperspectieven. Zij melden ook lagere niveaus van werkintensiteit, lagere stressniveaus en een betere werk-privébalans, die allemaal bijdragen aan een grotere duurzaamheid en prestaties van het werk.

De grootte van de onderneming lijkt geen factor te zijn die bepaalt of de werkgever waarschijnlijk aanpassingen zal maken. Doorslaggevende factor is het beleid in de onderneming; ondersteunende aanpassingen op de werkplek waarschijnlijker in ondernemingen waar mensen het gevoel hebben dat ze hun zorgen kunnen uiten en waar ze veel ondersteuning van managers en collega's ervaren.


Conclusie

Een kwart van de beroepsbevolking in de EU heeft een chronische ziekte. Deze opwaartse trend zal zich voortzetten naarmate de bevolking ouder wordt.  Aangepast of ander werk bij werknemers met chronische ziekten heeft een belangrijke invloed hebben op de kwaliteit en duurzaamheid van het werk. In België zullen de adviserend artsen en arbeidsartsen een cruciale rol spelen in het helpen re-integreren en opvolgen van deze groeiende groep werknemers.

Populaire posts van deze blog

Nieuwe publicatie: Verzameling van de rechtspraak over psychosociale risico's op het werk (2016-2023)

In een gezamenlijke inspanning hebben de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid en academici een uitgebreide verzameling samengesteld van rechtspraak gerelateerd aan psychosociale risico's op het werk. Dit document, dat de periode van 2016 tot 2023 beslaat, biedt inzicht in hoe rechtbanken omgaan met de gewijzigde wetgeving sinds 2014 over deze materie. Het is bedoeld om preventieadviseurs en anderen die met deze problematiek te maken hebben, direct naar relevante casussen en thema’s te leiden. Afbeelding: Studievoormiddag van de FOD Werkgelegenheid. Bron: Youtube. De toenemende relevantie van psychosociale risico's Met een historisch hoog aantal langdurig afwezige werknemers in België, onderstrepen psychosociale risico's op het werk – zoals stress, burn-out, en pesterijen – de noodzaak voor een effectieve aanpak en preventie. De wet van 4 augustus 1996, die werknemersbescherming biedt, en de significante wijzigingen in de wetgeving si

Controles op veiligheid van opblaasbare attracties

Opblaasbare attracties zoals springkastelen zijn een populaire aanvulling op ( bedrijfs )evenementen, maar recente incidenten en controles hebben veiligheidsproblemen aan het licht gebracht. Deze zorgen hebben geleid tot een aankondiging door de FOD Economie om toekomstige evenementen strenger te gaan controleren.   Veiligheidsrichtlijnen en regelgeving Aanbieders van opblaasbare structuren, zoals springkastelen en obstakelparcours, moeten de veiligheid van hun diensten garanderen. Dit houdt in dat zij zich moeten houden aan specifieke regelgeving, waaronder het Koninklijk Besluit betreffende de uitbating van speelterreinen en het Koninklijk Besluit voor de organisatie van actieve ontspanningsevenementen. Deze wetten stellen duidelijke eisen aan de veiligheid en het toezicht op deze attracties.   Veelvoorkomende veiligheidsproblemen Enkele van de meest zorgwekkende bevindingen door de FOD Economie omvatten: Onvoldoende schokdemping: Een geschikte schokdempende ondergr

Jicht en jus (d'orange)

Recent heb ik gelezen dat softdrinks een jichtopstoot kunnen veroorzaken! Drinken van twee gesuikerde softdrinks per dag zou de kans op een jichtopstoot met 85% doen stijgen. Het vruchtsuiker (fructose) is verantwoordelijk voor dit verhoogd risico, dieetdranken geven geen probleem. Ook andere producten die fructose bevatten (fruitsappen, appels en sinaasappels) geven een verhoogde kans op jicht!? Kijk, dat is dus nieuw voor mij. In alle overzichtslijstjes voor jichtlijders vind je net terug dat je fruit naar believen mag nuttigen. Snoepjes die fructose bevatten moet je dan weer vermijden. Ja, het wordt soms verwarrend. Jicht is een reumatische aandoening. Ze is al heel lang geleden beschreven.  De Griekse geneesheer Hippocrates had het er 25 eeuwen geleden al over. Men dacht wel altijd dat jicht een gevolg was van een overdaad aan alcohol en rijkelijke maaltijden. De jichtlijder kreeg alle schuld voor zijn ziekte in de schoenen geschoven. Maar het is een te hoog urinezuurgehal