Wat is nu de bloedstollende realiteit van de Definitieve Overmacht geworden?
Van het moment dat ik haar dossier inzag wist ik dat ze problemen zou geven. Dertig jaar en definitief ongeschikt? Yeah right. Ik had al meer van dit soort duistere zaakjes meegemaakt, en geen enkele was goed afgelopen. Voor mij toch niet.
Mijn assistente kwam mijn bureau binnen. "Mevrouw Peeters is er," zei ze.
"Laat haar maar binnen," zuchtte ik. Een mens moet nu eenmaal zijn boterham verdienen.
Moeizaam stond ik op. Mijn rug protesteerde, maar men kan een dame nu eenmaal niet zittend begroeten. Daar was ze, een blondine met donkere wortels. Met een rokerige blik keek ze me aan, wachtend.
"Mevrouw Peeters." Ik gaf mijn naam. "Zet u maar." Die lange benen slenterden zelfverzekerd naar de wankele stoel aan mijn bureau.
"En, hoe kan ik u van dienst zijn?" kreunde ik terwijl ik me weer neerzette. "Ik heb uw dossier al even doorgenomen."
"Het gaat niet meer," zei ze met een hese stem. "Ik heb het geprobeerd, maar het gaat niet meer." Haar ogen werden rood en ze depte haar neus met een zakdoek, maar in haar blik zag ik enkel koele berekening.
"Ja, maar dat is me wel niet helemaal duidelijk," antwoordde ik. Ik tikte met mijn wijsvinger op haar gesloten dossier. Zes maand geleden was er nog geen vuiltje aan de lucht. U werkt er al zeven jaar. Elk jaar: geen probleem. En nu opeens..."
"... Gaat het niet meer!" vulde ze ongeduldig aan. "Maar ik had al jaren last, ik heb het gewoon nooit vermeld. Er zijn al lang problemen bij mijn baas. En mijn collega's..." ze schudde snikkend het hoofd. Daar kwam de zakdoek weer boven.
Om haar niet in de ogen te moeten kijken, deed ik alsof ik haar dossier opnieuw bestudeerde. Ze kende de te bewandelen wegen wel. Ze had voor alles gezorgd. De verklaring van haar huisarts. De vraag voor een overplaatsing. Juist ja. Net alsof ze een overplaatsing wou. Aangetekend verzonden. Ja, geen speld tussen te krijgen.
"Alles is toch in orde?" vroeg ze, met een trilling in haar stem.
Onwillekeurig knikte ik. In een glimp zag ik een triomfantelijke glimlach op haar gezicht verschijnen.
"Heeft u bijkomende informatie?" Dat sloeg in als een bom.
"Euh, w-wat bedoelt u?" stotterde ze.
"Tja, zonder bijkomende medische gegevens..." ik schudde meewarig mijn hoofd. Inwendig voelde ik een glimmertje hoop opflakkeren. Misschien kon ik toch nog de hete kool doorschuiven naar een van mijn zakenpartners.
Mijn hoop vervloog toen ze een pakketje documenten uit haar handtas tevoorschijn toverde. Damn!
"Bedoelt u dit misschien?" vroeg ze fijntjes. Ze duwde de papieren onder mijn neus. Ik griste ze uit haar handen. Valse vingernagels. Natuurlijk.
Vluchtig nam ik de tekst door. Misschien. Misschien was dit voor de verandering een échte zaak. Voor alles is er een eerste keer.
Maar niet deze keer.
Ik heb al alles gezien. Depressief. Chronisch vermoeid. Recidiverende hoofdpijn. O ja. Dat was een goeie. En allemaal blijvend. Onherroepelijk. Definitief.
Maar wat het vaakst terugkomt is ruglast. Artrose, scoliose, bekkenkanteling, hernia... alles wat het maar kan verklaren. En allemaal definitief. Invaliderend.
"Discrete tekens van"... "lichte"... "beginnende"... die termen komen altijd terug. Wat zou ik niet geven voor een "uitgesproken" of "hooggradige". Niet dus. Enkel lichte, vage letsels, zoals ze bij 90% van de bevolking te zien zijn.
Ik kon natuurlijk weigeren. Ik kon haar recht in haar staalblauwe ogen kijken en zeggen: "Nee." Maar ik heb tot mijn scha en schande geleerd dat zoiets alleen maar heibel brengt. Lastige klanten. Kwaaie bazen. Roepen. Tieren.
En daar had ik ook geen tijd voor. Mijn wachtzaal zat al vol met nieuwe klanten. En die wachten niet graag.
Dus gaf ik de documenten terug en bracht het nodige papierwerk in orde. "U begrijpt dat dit definitief is?"
Ze knikte vol enthousiasme. "Ja ja, dat weet ik. Maar het gaat ook niet meer." Even overwoog ze haar zakdoek weer boven te halen. Maar ze begreep dat ze haar slag al had binnengehaald. Verder toneelspel was niet meer nodig.
"Okee dan. Zolang u maar begrijpt dat u dit werk nooit meer mag doen." Wat bullshit is. Als ze wil, kan ze na een jaar hetzelfde truukje opnieuw uithalen. Nieuwe baas. Nieuwe partner. Zelfde routine. Ik heb het al zien gebeuren. Meer dan eens.
Maar dat scenario leek me hier wel niet waarschijnlijk. Daar was ze het type niet voor, dat voelde ik. "Bent u getrouwd?" vroeg ik, terwijl ze de papieren ondertekende.
"Jazeker," antwoordde ze.
"Kinderen?"
"Drie."
"Hoe oud zijn ze?"
"Zestien, zes, en... 6 maanden."
Bingo! Ik wist het! Het draait bij die vrouwen altijd om één ding. De kinderen. En wij kunnen er voor opdraaien. "Dat is een hele handvol," glimlachte ik. "Succes ermee."
Glunderend verliet mevrouw Peeters mijn bureau. Haar hakken klikten vrolijk op het vergeelde linoleum.
Ik liet weten aan mijn assistente dat ze de volgende klant mocht binnenlaten. Een mens moet nu eenmaal zijn boterham verdienen.
Van het moment dat ik haar dossier inzag wist ik dat ze problemen zou geven. Dertig jaar en definitief ongeschikt? Yeah right. Ik had al meer van dit soort duistere zaakjes meegemaakt, en geen enkele was goed afgelopen. Voor mij toch niet.
Mijn assistente kwam mijn bureau binnen. "Mevrouw Peeters is er," zei ze.
"Laat haar maar binnen," zuchtte ik. Een mens moet nu eenmaal zijn boterham verdienen.
Moeizaam stond ik op. Mijn rug protesteerde, maar men kan een dame nu eenmaal niet zittend begroeten. Daar was ze, een blondine met donkere wortels. Met een rokerige blik keek ze me aan, wachtend.
"Mevrouw Peeters." Ik gaf mijn naam. "Zet u maar." Die lange benen slenterden zelfverzekerd naar de wankele stoel aan mijn bureau.
"En, hoe kan ik u van dienst zijn?" kreunde ik terwijl ik me weer neerzette. "Ik heb uw dossier al even doorgenomen."
"Het gaat niet meer," zei ze met een hese stem. "Ik heb het geprobeerd, maar het gaat niet meer." Haar ogen werden rood en ze depte haar neus met een zakdoek, maar in haar blik zag ik enkel koele berekening.
"Ja, maar dat is me wel niet helemaal duidelijk," antwoordde ik. Ik tikte met mijn wijsvinger op haar gesloten dossier. Zes maand geleden was er nog geen vuiltje aan de lucht. U werkt er al zeven jaar. Elk jaar: geen probleem. En nu opeens..."
"... Gaat het niet meer!" vulde ze ongeduldig aan. "Maar ik had al jaren last, ik heb het gewoon nooit vermeld. Er zijn al lang problemen bij mijn baas. En mijn collega's..." ze schudde snikkend het hoofd. Daar kwam de zakdoek weer boven.
Om haar niet in de ogen te moeten kijken, deed ik alsof ik haar dossier opnieuw bestudeerde. Ze kende de te bewandelen wegen wel. Ze had voor alles gezorgd. De verklaring van haar huisarts. De vraag voor een overplaatsing. Juist ja. Net alsof ze een overplaatsing wou. Aangetekend verzonden. Ja, geen speld tussen te krijgen.
"Alles is toch in orde?" vroeg ze, met een trilling in haar stem.
Onwillekeurig knikte ik. In een glimp zag ik een triomfantelijke glimlach op haar gezicht verschijnen.
"Heeft u bijkomende informatie?" Dat sloeg in als een bom.
"Euh, w-wat bedoelt u?" stotterde ze.
"Tja, zonder bijkomende medische gegevens..." ik schudde meewarig mijn hoofd. Inwendig voelde ik een glimmertje hoop opflakkeren. Misschien kon ik toch nog de hete kool doorschuiven naar een van mijn zakenpartners.
Mijn hoop vervloog toen ze een pakketje documenten uit haar handtas tevoorschijn toverde. Damn!
"Bedoelt u dit misschien?" vroeg ze fijntjes. Ze duwde de papieren onder mijn neus. Ik griste ze uit haar handen. Valse vingernagels. Natuurlijk.
Vluchtig nam ik de tekst door. Misschien. Misschien was dit voor de verandering een échte zaak. Voor alles is er een eerste keer.
Maar niet deze keer.
Ik heb al alles gezien. Depressief. Chronisch vermoeid. Recidiverende hoofdpijn. O ja. Dat was een goeie. En allemaal blijvend. Onherroepelijk. Definitief.
Maar wat het vaakst terugkomt is ruglast. Artrose, scoliose, bekkenkanteling, hernia... alles wat het maar kan verklaren. En allemaal definitief. Invaliderend.
"Discrete tekens van"... "lichte"... "beginnende"... die termen komen altijd terug. Wat zou ik niet geven voor een "uitgesproken" of "hooggradige". Niet dus. Enkel lichte, vage letsels, zoals ze bij 90% van de bevolking te zien zijn.
Ik kon natuurlijk weigeren. Ik kon haar recht in haar staalblauwe ogen kijken en zeggen: "Nee." Maar ik heb tot mijn scha en schande geleerd dat zoiets alleen maar heibel brengt. Lastige klanten. Kwaaie bazen. Roepen. Tieren.
En daar had ik ook geen tijd voor. Mijn wachtzaal zat al vol met nieuwe klanten. En die wachten niet graag.
Dus gaf ik de documenten terug en bracht het nodige papierwerk in orde. "U begrijpt dat dit definitief is?"
Ze knikte vol enthousiasme. "Ja ja, dat weet ik. Maar het gaat ook niet meer." Even overwoog ze haar zakdoek weer boven te halen. Maar ze begreep dat ze haar slag al had binnengehaald. Verder toneelspel was niet meer nodig.
"Okee dan. Zolang u maar begrijpt dat u dit werk nooit meer mag doen." Wat bullshit is. Als ze wil, kan ze na een jaar hetzelfde truukje opnieuw uithalen. Nieuwe baas. Nieuwe partner. Zelfde routine. Ik heb het al zien gebeuren. Meer dan eens.
Maar dat scenario leek me hier wel niet waarschijnlijk. Daar was ze het type niet voor, dat voelde ik. "Bent u getrouwd?" vroeg ik, terwijl ze de papieren ondertekende.
"Jazeker," antwoordde ze.
"Kinderen?"
"Drie."
"Hoe oud zijn ze?"
"Zestien, zes, en... 6 maanden."
Bingo! Ik wist het! Het draait bij die vrouwen altijd om één ding. De kinderen. En wij kunnen er voor opdraaien. "Dat is een hele handvol," glimlachte ik. "Succes ermee."
Glunderend verliet mevrouw Peeters mijn bureau. Haar hakken klikten vrolijk op het vergeelde linoleum.
Ik liet weten aan mijn assistente dat ze de volgende klant mocht binnenlaten. Een mens moet nu eenmaal zijn boterham verdienen.