Het klinisch onderzoek is en blijft een onlosmakelijk deel van de consultatie. En toch. Tussen verschillende arbeidsgeneesheren is er een zeer grote variabiliteit. De ene is er zeer scrupuleus in, en gaat zover om zelfs de klieren, de perifere pulsaties, het abdomen te onderzoeken. De andere neemt amper de moeite om de bloeddruk te nemen. Maar het is pas erg wanneer ik merk dat men voor specifieke onderzoeken gaat noteren dat er geen afwijkingen werden gevonden, terwijl deze in realiteit niet werden uitgevoerd! Ik wil wel vermelden dat dit een fenomeen is dat zich niet beperkt tot één externe dienst, maar zich uitstrekt over alle arbeidsgeneeskundige diensten heen.
Ik bevind me in mijn klinische activiteiten niet op een van de uitersten, maar (zo meen ik toch) aan de goede kant van de middenmoot. Ik neem de bloeddruk, luister naar de longen en het hart, bestudeer de rug en de gewrichten, doe de Romberg en kijk de pupilreflexen na. En tijdens dit alles bestudeer ik de huid, op zoek naar verdachte moedervlekken. Natuurlijk controleer ik ook de lengte en het gewicht. Maar ik moet toegeven dat ik er minder ver in ga dan vroeger. Destijds controleerde ik de oren, bevoelde ik de klieren, keek ik de schildklier na. Maar dit alles neemt tijd in beslag. Een minuut hier, 30 seconden daar... allemaal op zich niet veel, maar het telt wel op. Op een jaar zie ik bijna 4000 werknemers. Per onderzoek heb ik doorgaans 12 à 15 minuten tijd. En wanneer ik met een tijdsdruk zit, ongeduldige werknemers die terug naar het werk willen of naar huis, ga ik wel eens kantjes afscheren. Ik beweeg me stilletjes aan meer naar de middenmoot toe - als je toch één van de weinigen bent die de schildklier nakijkt, waarom nog moeite doen?
Het probleem is wellicht dat je niet écht een vertrouwensrelatie moet opbouwen, zoals bij de huisartsen wel het geval is. Het periodiek onderzoek is een wettelijk verplichte situatie. De werknemers moéten naar de arbeidsgeneesheer. Ze kunnen hierbij niet kiezen bij welke ze willen consulteren. En duurt het onderzoek twee minuten of een half uur, ze zijn er niet meer of minder geschikt (of ongeschikt) door verklaard.
Maar toch. Er zit elke keer weer een mens voor mij, een persoon met een eigen karakter en eigen problemen en vragen. En de vertrouwensrelatie komt er tóch. Het verbaast me soms nog steeds dat mensen die ik voor de eerste keer zie, na een inleidend gesprek me hun diepste zielsroerselen vertellen. En een aantal werknemers - die van mijn vaste bedrijven - zie ik keer op keer terug. Ik vind het werkelijk leuk wanneer dit gebeurt, en dat gevoel is (zo meen ik toch) wederzijds. En een gedegen klinisch onderzoek ben ik die persoon voor me verplicht. Ook al ziet hij of zij zelf er niet altijd het nut van in. Het zijn vaak net die mensen die nooit een voet binnen zetten bij hun huisarts - als ze al een vaste huisarts hebben. Een hoge bloeddruk, een blokkade in de onderrug, een verdachte moedervlek... ik kom het toch nogal eens tegen. "Laat het toch maar eens nakijken bij je huisarts." En af en toe blijkt het daadwerkelijk iets significants te zijn. De kracht van preventie.
Dus probeer ik nog steeds een meerwaarde te bieden aan het periodiek onderzoek, door ook aan het klinisch onderzoek de nodige aandacht te besteden.
Wel, hier zal ik maar afsluiten, voor ik zelf nog meer van míjn zielsroerselen zit te vertellen.
Het probleem is wellicht dat je niet écht een vertrouwensrelatie moet opbouwen, zoals bij de huisartsen wel het geval is. Het periodiek onderzoek is een wettelijk verplichte situatie. De werknemers moéten naar de arbeidsgeneesheer. Ze kunnen hierbij niet kiezen bij welke ze willen consulteren. En duurt het onderzoek twee minuten of een half uur, ze zijn er niet meer of minder geschikt (of ongeschikt) door verklaard.
Maar toch. Er zit elke keer weer een mens voor mij, een persoon met een eigen karakter en eigen problemen en vragen. En de vertrouwensrelatie komt er tóch. Het verbaast me soms nog steeds dat mensen die ik voor de eerste keer zie, na een inleidend gesprek me hun diepste zielsroerselen vertellen. En een aantal werknemers - die van mijn vaste bedrijven - zie ik keer op keer terug. Ik vind het werkelijk leuk wanneer dit gebeurt, en dat gevoel is (zo meen ik toch) wederzijds. En een gedegen klinisch onderzoek ben ik die persoon voor me verplicht. Ook al ziet hij of zij zelf er niet altijd het nut van in. Het zijn vaak net die mensen die nooit een voet binnen zetten bij hun huisarts - als ze al een vaste huisarts hebben. Een hoge bloeddruk, een blokkade in de onderrug, een verdachte moedervlek... ik kom het toch nogal eens tegen. "Laat het toch maar eens nakijken bij je huisarts." En af en toe blijkt het daadwerkelijk iets significants te zijn. De kracht van preventie.
Dus probeer ik nog steeds een meerwaarde te bieden aan het periodiek onderzoek, door ook aan het klinisch onderzoek de nodige aandacht te besteden.
Wel, hier zal ik maar afsluiten, voor ik zelf nog meer van míjn zielsroerselen zit te vertellen.